Samenvatting: Colleges Or | 5796425467833 | Z
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Colleges OR | 5796425467833 | Z
-
1 College 1
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Geef een definitie van het recht van de ruimtelijke ordening
Het recht van de ruimtelijke ordening omvat dejuridische begrenzing en de instrumenten voor hetruimtelijkeordeningsbeleid en tevens dejuridische begrenzing van hetgebruik van de instrumenten. -
Welke 5 wetten zijn voor de ruimtelijke ordening van belang?
Het recht van de ruimtelijke ordening omvat onder meer deTracéwet , de Wet algemene bepalingenomgevingsrecht (Wabo), de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en deWoningwet . (TWBW) -
Welke 4 wetten zijn van belang voor het ruimtelijk bestuursrecht?
Tot het ruimtelijkbestuursrecht worden onder meermilieuwetgeving , deMonumentenwet 1988 , deNatuurbeschermingswet 1998 en deOntgrondingenwet gerekend. (MMNO) -
In welke wet moet je kijken inzake de regels ten aanzien van structuurvisies op nationaal en provinciaal niveau?
In de Wro vinden we regels ten aanzien van het ruimtelijk beleid dat
op nationaal en provinciaal niveau wordt ontwikkeld en wordt vorm gegeven in zogenoemde structuurvisies (artikel 2.2 lid 2 en artikel 2.3 lid 2 Wro). -
Beschrijf het planologisch proces zoals het in de literatuur wordt omschreven.
De literatuur gaat vaak uit van een planologisch proces in drie fasen waarop in de wetgeving moet worden aangesloten, te weten bestemmen, inrichten en beheren. In de praktijk is deze indeling niet
precies te maken. -
Welk artikel uit de Grondwet heeft betrekking op de zorgplicht van de overheid ten aanzien van het omgevingsrecht?
Artikel 21 Grondwet is het meest van belang in dit kader en heeft betrekking op de zorgplicht van de overheid ten aanzien van de
bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu. -
Leg uit wat er met het spanningsveld tussen rechtszekerheid en flexibiliteit bedoeld wordt?
Enerzijds moet degrondgebruiker of -eigenaar kunnen weten op welke manier hij gebruik mag maken van zijn gronden, ofwel er moet sprake zijn vanrechtszekerheid . Anderzijds moet er ruimte bestaan voor nieuweinitiatieven , ofwel deruimtelijke plannen moeten flexibel zijn. -
Er zijn drie manieren om een oplossing te bieden aan het spanningsveld tussen rechtszekerheid en flexibiliteit. Noem deze en laat een onderscheid zien.
Projectbesluitvorming biedt hiervoor de oplossing. In dergelijke besluitvorming kan in concrete situaties worden afgeweken van de vigerende plannen.
Tevens bestaat de mogelijkheid om plannen op te stellen waarin flexibiliteit wordt aangebracht. Dit kan op twee manieren:
1. Het in een bestemmingsplan opnemen van globale bestemmingen.
2. Het in een bestemmingsplan opnemen van flexibiliteitsconstructies, zoals een bevoegdheid tot het tussentijds wijzigen van het plan. -
Leg uit wat er wordt bedoeld met het spanningsveld tussen decentralisatie en centralisatie?
De decentralisatie van het stelsel van ruimtelijke planning botst soms met de verwezenlijking van plannen op Rijks- en provinciaal niveau. Veel ruimtelijke problemen overstijgen namelijk het niveau van de gemeente. Er is daarom ook een tendens waar te nemen van centralisatie waarbij meer gewicht wordt gegeven aan de bevoegdheden van de provincie en het Rijk. -
Ruimtelijke planning vindt plaats op drie niveaus, noem deze. Welke twee worden steeds belangrijker gevonden?
De ruimtelijke ordening vindt plaats op het niveau van het Rijk, de provincie en de gemeente. Het Rijk en de provincie worden in dit kader steeds belangrijker.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden