Introductie organisatiestructuur en -cultuur
21 belangrijke vragen over Introductie organisatiestructuur en -cultuur
Welke vormen van organisatie structuur zijn er?
- informele structuur, dit is de cultuur
Wat is structural duality?
Waar bestaan de managerial theorie uit?
2. scalar principle; altijd een hierarchie waarbij de onderkant werkt en de bovenkant keuzes maakt
3. exception principle; keuzes moeten soms gemaakt worden en het bovenste deel doet dit
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is cultuur volgens Schein (2010)?
- Abstract, onzichtbaar en onbewust, maar zeer invloedrijk
- Cultuur ≠ cultuuruiting
- Zeer moeilijk te veranderen; self-fulfilling en zelfversterkend
Wat zijn de 4 karakteristieken van een cultuur volgens Schein (2010)?
- Structurele stabiliteit, het hangt niet af van 1 persoon, gaat wel over mensen, maar hangt niet van 1 persoon af, het verandert wel met de tijd, maar heel langzaam
- Diepte, hoe gaan we met elkaar om, hoe kunnen we een bedreiging afslaan, betreft fundamentele uitgangspunten
- Breedte, omvat heel veel verschillende gedragscomponenten
- Patronen en integratie, verbinding, logische samenhang zit erin, verbindt gedragingen in organisaties, je bent boos, je gaat met je baas om, het onderliggende bepaalt hoe je al deze dingen doet
Wat doen de contingeny theorie en waarin kan je zo opdelen?
Hier zijn verschillende types van:
- small batch
- large batch
- proces
Welke benaderingen van organisaties zijn er, en welke structuur past daar het beste bij?
meer complexiteit en formalisatie
minder centralisatie
- open systeem benadering
sociale druk van buitenaf
formele structuren kunnen normatieve halo krijgen
nationale cultuur
Wat zijn de 3 dimensies van een formele structuur?
- Complexiteit
- Horizontaal → specialisatie, is er iemand verantwoordelijk voor het hele proces of heeft ieder zijn specialisatie?
- Verticaal → hiërarchie, beslissingslaag, laat werkers werken en managers beslissen.
- Spatiaal, hoeveel locaties, ook in relatie met de omvang, 5 mensen op 5 plekken is complex, maar 100.000 op 5 plekken is niet complex - Formalisatie, hoeveel regels zijn er
- Codificatie, vastleggen van regels vs. naleving, in hoeverre wordt het nageleefd
- Professionalisatie, hele strenge professionele gedragsregels zoals chirurgen, verplegend personeel, leverancier, accountant, banken, piloten
- Codificatie, vastleggen van regels vs. naleving, in hoeverre wordt het nageleefd
- Centralisatie
- Macht of strategische besluitvorming, waar worden deze genomen, wie mag de ingewikkelde beslissingen nemen.
- Samenhang verticale complexiteit, hiërarchie
Wat zijn 3 prescriptieve structuren?
- Functionele structuur
- Productstructuur
- Matrixstructuur
Wat zijn de typologieën van interdependentie van Thompson?
- Pooled; het delen van resources (werkhulpbronnen), iedereen gebruikt dezelfde bronnen, iedereen mag er gebruik van maken → mediating technology
- Sequential; het voortbouwen op elkaars werk in logische volgorde → long linked technology (productielijn waar de een na de ander moet komen, je kan niets doen als degene voor jou niets levert, heel erg voorspelbaar, formalisatie is erg hoog, je moet het wel doen want als iemand het opeens anders gaat doen is er een probleem in de lijn)
- Reciprocal; over en weer op elkaars werk bouwen in niet logisch te standaardiseren volgorde → intensive technology
Perrow had het bij technologie over onzekerheid en means-ends, leg uit.
- Linksboven: Hoge onzekerheid, je weet nooit wie er binnenkomt in het ziekenhuis daarnaast verschillen de gebroken benen ook van elkaar, geen
- Means-end: er is een patient, we gaan hem proberen te helpen, zorg is geen zekerheid van wat er is en wat er gedaan moet worden, weten het nooit helemaal zeker of dat de oplossing gaat bieden.
- Als we de boter, meel en suiker bij elkaar gooien weten we zeker dat we het koekje krijgen wat we allemaal zo lekker vinden.
- Hoe onzekerder het is, hoe minder formalisatie, meer decentralisatie want mensen moeten beslissingen kunnen maken
Wat is de means-ends strategie?
Wat zijn predictoren van structuur van de open systemen benadering?
- Sociale druk van buiten de organisatie, tegenwoordig gebruik je geen zweep meer om controle af te dwingen
- Instituational Theory: als organisatie succesvol is, gaan andere organisaties die structuur ook nadoen
- Eisen van buitenaf: banken moeten bepaalde taakverdeling hebben, hebt bepaalde omvang nodig, er moeten altijd 4 ogen voor bepaalde beslissingen, sommige beslissingen moeten apart genomen worden = hiërarchie
- Instituational Theory: als organisatie succesvol is, gaan andere organisaties die structuur ook nadoen
- Nationale cultuur
Wat zijn de onderdelen van de Managerial Theorie?
- Divsionalization principle: opsplitsen, specialiseren
- Scalar principle: iedereen moet weten aan wie hij/zij verantwoordelijkheid af moet leggen, hiërarchie is nodig!
- Exception principe: Alles wat voorspelbaar is, valt te regelen, alleen wat bijzonder is bepaalt de organisatie.
Wat zijn de regels van de klassieke organisatietheorieën?
- 1 universeel geldende beste organisatiecultuur, er is er 1 te bedenken die voor iedereen optimaal is.
- Je moet je organisatie doen, want dat is de beste manier.
- Mensen deden helemaal niet mee, werden niet over nagedacht, wat die zouden kunnen denken of inbrengen.
Wat zijn de kernelementen van cultuur en wat geeft de cultuursterkte aan?
- Inhoud van de norm, wat zegt de regel, moeten we tolerant zijn of intolerant.
- Consensus, mate van gedeeldheid, is het merendeel van de organisatie het eens met deze norm, hanteren deze allemaal de norm
→ als een norm heel erg sterk is, dan is er heel erg voorspelbaar gedrag - Intensiteit, hoe ontzettend belangrijk is die norm voor de leden, als die wordt overschreden wordt het keihard afgestraft
Wat gebeurde er toen organisatiecultuur-structuur bekend werd bij het publiek?
- Managers en onderzoekers tonen interesse, als de cultuur goed was, iedereen zien happy voelde, dan zouden werknemers ook meer toegewijd zijn.
- Onderzoeksparadigma uit culturele antropologie
- Cultuur als betekenisgever ‘commitment’
- Managers willen cultuur ‘managen’
- Aantrekkelijke consultancy kansen
- Onderzoek gericht op uitkomsten en toepasbaarheid
- Definities en theoretische verklaringen onderbelicht
Wat valt er onder macrocultuur, organisatorische cultuur, subcultuur en microcultuur?
- Macrocultuur: naties, ethische en religieuze groepen, wereldwijde samenzweringen. Meer stabiel doordat ze al langere tijd bestaan.
- Organisatorische cultuur: privaat, publiekelijk, non-profit, overheidsorganisaties. Verschillen in kracht en stabiliteit wat als verbeelding dient van de lengte en emotionele intensiteit van hun geschiedenis
- Subculturen: samenzweringen binnen organisaties
- Microculturen: microsystemen binnen of buiten organisaties. Meest variabel en dynamisch, geven daarom de meest speciale kansen om cultuur formatie en evolutie te bestuderen.
Wat is de benadering van Schein?
Wat is sociale validatie (espoused beliefs and values)?
- Een geloof kan niet bewijzen dat hun geloof beter is dan de andere, maar als leden van die groep elkaar bevestigen, worden ze als vanzelfsprekend beschouwd.
Uit welke drie onderdelen bestaat de Lilypond van Schein?
2. Artifacten; kan je zien/horen/voelen
3. underlying basic assumpties; dna van cultuur
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Introductie organisatiestructuur en -cultuur
-
Introductie organisatiestructuur en -cultuur - Chatman & O’Reilly (2016). Paradigm lost: Reinvigorating the study of organizational culture
-
Introductie organisatiestructuur en -cultuur - Tolbert & Hall (2009). – Organizational structure: Key dimensions
-
Introductie organisatiestructuur en -cultuur - Tolbert & Hall (2009). – Organizational structure: Explanations
-
Introductie organisatiestructuur en -cultuur - Schein (2017). – How to define culture in general