Samenvatting: Commercial Law

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Commercial Law

  • College 1

    Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/02/2021
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is recht eigenlijk?

    1. De normen die staan opgeschreven in wetboeken (de 'wet'= objectief recht)
    2. Datgene waar in de samenleving aanspraak op kan worden gemaakt (wat je 'recht' is = subjectief recht)
    3. Wat als rechtvaardig wordt gevoeld, of het nu in een regel van de overheid staat of niet (morele waarde en normen)
  • Hoe ziet de indeling van publiekrecht eruit?

    • Staatsrecht: regelt 'organisatie' van de staat, de rechtsgemeenschap tussen overheid en burger op een bepaald gebied.
    • Bestuursrecht: de uitoefening van gezag jegens de burger ( door bestuursorganen): (besluit/beschikking)
      • Motiveringsbeginsel
      • Verbod van bestuurlijke willekeur
    • Strafrecht:
      • Legalisatiebeginsel
      • 'ne bis in idem' : niet twee keer voor hetzelfde vergrijp berecht in bepaalde periode.
    • Internationaal recht
  • Wat betekend dwingend en aanvullend recht?

    • Dwingend recht: niet afwijkbaar > nietigheid
    • Aanvullend recht: (regelend): > als partijen geen regeling/afspraken hebben getroffen/ gemaakt 
    • Semi-dwingend recht: > afwijking mogelijk onder bepaalde voorwaarden
    • (driekwart dwingend)
  • Wat is het nationaal preventie-akkoord voor 2040 (roken-overgewicht-alcoholgebruik)

    Overheid komt met plan tegen overmatig alcoholgebruik, overgewicht en roken:
    • Supermarkten moeten hun klanten verleiden om de gezonde producten te kopen
    • Afspraken gemaakt om het aantal calorieën in producten terug te brengen
    • Het suikergehalte in suikerhoudende zuivelproducten moet omlaag
    • Koek, chocola en snoep moeten in kleinere porties worden aangeboden
  • Materieel en formeel recht

    Materieel recht: Inhoud van de rechtsregels (=definities en vereisten)
    • Wet op het Financieel Toezicht
    • Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst
    • Wet op de Ondernemingsraden
    • Wetboek van Koophandel
    Formeel recht: Handhaven van de regels van het materieel recht (=procesrecht)
    • Wetboek van Burgerlijke Rechtvordering
    • Wet op de Rechterlijke Organisatie
  • Wat is objectief en subjectief recht?

    Objectief recht: wat mag en wat niet mag
    • Verboden iemand van het leven te beroven (art. 287 Sr)
    • Iemand die in levensgevaar verkeert moet geholpen worden (art. 450 Sr)
    • De eigenaar mag vrij van zijn eigendom gebruik maken (art. 5:1 BW)
    Subjectief recht: mijn recht
    • Het recht van een bepaald rechtssubject (persoon)
  • Wat is het objectieve recht?

    • De rechtsregels die door de overheid zijn vastgesteld of erkend met het doel de samenleving te ordenen en die (door sancties) gehandhaafd kunnen worden
    • Kunnen zijn verbodsbepalingen, rechten (vrijheden)
    • Ook positief of geldend recht genoemd: recht dat op het moment van kracht is
  • Wat is het verschil tussen rechtssubjecten en rechtsobject?

    • Rechtssubjecten:
      • Natuurlijke personen: mensen/bedrijven
      • Rechtspersonen: organisatievormen die deelnemen aan rechtsverkeer (art. 2:5 BW)
    • Rechtsobject:
      • Het voorwerp waarop recht geldt
  • Competentieregels burgerlijke rechter eerste aanleg

    • Absolute competentie: is de rechtbank of kantonrechter in eerste aanleg bevoegd over een geschil te beslissen?
    • Hoofdregel: competentie kantonrechter
      • Geldvorderingen tot €25.000
      • Arbeidszaken
      • Consumentenkredieten tot €40.000; Huur (koop) overeenkomsten
    • Relatieve competentie: in welke plaats moet de rechtszaak (het geding) 'aanhangig' worden gemaakt
    • Hoofdregel: woonplaats gedaagde
  • College 2

    Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/02/2021
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verschil tussen natuurlijke personen en rechtspersonen?

    • Natuurlijk persoon: mensen en bedrijfsvormen
    • Rechtspersoon: drager van rechten en plichten en heeft een afgescheiden vermogen en een eigen doel. Bijvoorbeeld zelfstandig contracten afsluiten, onrechtmatige daad plegen, nieuwe rechtspersoon oprichten, etc.
      • Publiekrechtelijke rechtspersonen (2:1 BW)
        • Staat
        • Provincies
        • Gemeenten
        • Waterschappen
      • Kerkgenootschappen (2:2 BW)
      • Privaatrechtelijke rechtspersonen (2:3 BW)
        • Vereniging
        • Coörperatie
        • Onderlinge waarborgmaatschappij
        • Naamloze vennootschappen
        • Besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
        • Stichting

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart