Samenvatting: Communicatie En Mediarecht

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Communicatie en Mediarecht

• Week 1

• Wat is de rechtsregel van het Handyside - arrest?

  Art. 10 EVRM geldt niet alleen voor meningen die geaccepteerd en niet aanstootgevend zijn, maar ook voor meningen die beledigen, choqueren en verontrusten. ( In casu was beperking van art. 10 EVRM toegestaan, omdat het zowel proportioneel als noodzakelijk was om de goede zeden te beschermen)

• Wat is de rechtsregel van het Sunday Times t. UK -arrest?

  Voorzien bij wet betekent dat een regel accessible (toegankelijk) en foreseeable (duidelijk genoeg) moet zijn. Een regel hoeft niet een wet in formele zin te zijn, ook een wet in materiële zin of ongeschreven recht vallen onder het begrip ‘wet’.

• Wat is de rechtsregel van het Lingens - arrest?

  De grenzen van aanvaardbare kritiek bij publieke figuren zijn ruimer zijn dan bij privé́- personen. Bescherming van goede naam moet altijd moet worden afgewogen tegen het belang van de ‘open discussion of political issues'. Boete achteraf is een beperking, schrikt journalisten af van bijdrage aan politieke discussie (chilling effect)

• Wat is de rechtsregel van Bildener Kunstler v. Austria ?

  
  
  
  Zodra het duidelijk te zien is dat het om overdrijving gaat en het niet gebaseerd is op waarheid, dan is het toegestaan. Satire is een vorm van artistieke uitdrukking en sociaal commentaar, dat door overdrijving en vertekening van de werkelijkheid bedoeld is om te provoceren en op te ruien (agitate)

• Wat is de rechtsregel van Wegrzynowski en Smolczewski v Poland?

  8 EVRM, belang krantenarchieven, geen geschiedenis herschrijven. Wel aantekening bij artikel plaatsen dat er schadevergoeding is gegeven voor artikel wegens het delen van onjuiste feiten

• Wat is de rechtsregel van Times Newspapers?

  • Primaire rol pers: publieke watchdog
  • Secundaire rol pers” onderhouden en beschikbaar houden van publieke archieven. De bronbescherming is volgen het hof van uitermate belang voor de democratische samenleving.
    

• Week 2

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 19/03/2019
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de rechtsregel uit Niemietz -arrest?

  De interpretatie van de begrippen ‘privéleven’ en ‘woning’, waarbij bepaalde beroepsmatige en bedrijfsactiviteiten of -gebouwen hiertoe gerekend worden, is in het algemeen verenigbaar met het onderwerp en het doel van art. 8, namelijk de bescherming van een individu tegen arbitraire inmenging door de overheid. 

• Wat is de rechtsregel uit S and Marper v. UK?

  
  Het hof oordeelde dat algemene regel om vingerafdrukken, DNA-monsters en DNA-profielen te bewaren van personen die verdacht maar niet schuldig worden bevonden aan overtredingen, geen juist evenwicht heeft gevonden tussen de bescherming van de privacy van mensen en de bescherming van mensen tegen criminaliteit.
  
  Dienovereenkomstig vormden het bewaren van DNA en vingerafdrukken in dit geval een onevenredige aantasting van het recht van verzoekers op eerbiediging van het privéleven en konden zij niet als noodzakelijk worden beschouwd in een democratische samenleving.

• Wat is de rechtsregel uit Flinkkilä/Finland?

  Wanneer een onbekend persoon het publieke domein betreedt doordat zij met een bekend persoon in aanraking komt, is het schrijven hierover geen inbreuk op haar privacy, omdat het algemene belang een rol speelt

• Wat is de rechtsregel uit Axel Springer v. Germany?

  Artikel 8 kan niet worden ingeroepen om te klagen over een reputatieschade die het voorzienbare gevolg is van eigen acties zoals bijvoorbeeld het plegen van een strafbaar feit.
  
  Voor de afweging van belangen zijn de volgende factoren in dit geval van belang:
  1. Bijdrage aan een debat van algemeen belang
  2. Hoe bekend is de persoon in kwestie en wat is het onderwerp van het rapport?
  3. Voorafgaand gedrag van de persoon in kwestie
  4. Methode voor het verkrijgen van de informatie en de juistheid ervan
  5. Inhoud, vorm en gevolgen van de publicatie
  6. Ernst van de opgelegde sanctie