Samenvatting: Communicatie Vaardigheden

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Communicatie vaardigheden

• 1 De bouwstenen van communicatie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.2 Hoe maak je impact?

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat creëren impact binnen de communicatie? Bij face to face.

  Er zijn drie aspecten;
  Lichaamstaal
  Stem
  woorden

• 1.4 Wat je moet weten over stemgebruik

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Ik moet over na denken wat van deze zes attributen gebruik ik te minste?

  1. Snelheid
     
  2. klemtoon
  3. stiltes

  
  Hoe kan ik deze drie attributen in de praktijk verbeteren?
  1 snelheid; aanpassen op de gesprek, bijvoorbeeld bij een verhaal kan ik snellen praten. Maar als ik iets moet uitleggen of instructies moet geven moet ik rustig praten.
  2 Klemtoon; goed luisteren hoe het woord uitgesproken wordt. 
  3 stiltes; meer luisteren en minder praten.
  Verder moet ik opletten dat ik de toon van mijn stem veranderen als ik niets hoor dat ik niet leuk vind. 

• 1.5 De juiste woorden kiezen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Tip voor een beter impact te hebben bij een gesprek.

  Woorden zoals deze vermijden ;
  altijd
  soms
  nooit
  veel
  ver
  een beertje
  weinig

• 1.6 de communicatierechter

• De communicatierecht; punten die ik moet opletten tijdens dat ik wil vertellen.

  Ik moet goed over na denken wat en hoe iets wil vertellen.
  Punten die kan helpen:
       100% info
  wat wil zeggen;
  wat ik effectief ze;
  wat de andere hoort;
  wat de andere begrijpt;
  wat de andere onthoudt;
  wat de andere toepast;
        10% info er is een groot discrepantie is.

• Deel van de zaken die ik kan gebruiken om de 10 % info omhoog te brengen. Zijn de volgend;

  Voorbereiden; hoe kan ik voorzorgen dat wat ik wil zeggen, en wat ik uiteindelijk zeg het zelfde is.
  lichaamstaal;  Meer gebruiken  
  stem; werk met pauze en intonaties. 
  lees is more; to de pont. Minder info.
  herhaal; met andere woorden.
  storytelling; verhalen of metaforen betrekken de ander. 
  follow up; weten wat verwacht wordt.

• 2 Ken jezelf

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• 2.3 Ben je een NIP of PIP?

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de beste manier om een positieve gesprek voeren?

  Is een constructief en assertief energie.

• 3 Aan de slag

• 3.1 Actief luisteren

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Met wat moet ik opletten tijdens luisteren?

  1. Omgeving kan niet ideaal zijn externe ruis.
  2. we kunnen geen interesse hebben in wat de ander wilt vertellen. 
     
  3. we gaan filteren, we luisteren selectief, we luisteren alleen wat we willen horen.
  4. We veronderstellen op voorhand. We invullen wat de ander niet gezegd heeft en eigen denkkader.
  5. we hebben vaak onze vast antwoorden al klaar en zo luisteren we niet echt na de ander.

• Een aantal technieken voor actief luisteren.

  1. Aandacht geven aan de ander  ( oogcontact, knikken met je hoofd, zegt hummen jaja, stimulerende gebaren.
     
  2. je leert de andere beter kennen. Als je actief vragen stellen, geen ja  of nee vragen. ( W-vragen, wie, wat, waar, waarom wanneer en hoe).
  3. Een nuttig hulmiddel is de afkorting NAAA. ( Never assume, always ask. Veronderstellen: geen aannames maken.
  4. je toont je goede wil en je evolueert naar het sluiten van akkoorden.

• 3.3 Herformuleren

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is herformuleren? Herformuleren is samenvattend herhalen wat iemand gezegd heeft. Zo kan je precies weten of je de ander goed begreep heb. Als je gesprekspartner  niet helemaal mee eens is, kan hij/zij corrigeren. Bij geherformuleerd is. Zo vermijden je ook mis communicaties. En je krijgen bijkomende informatie.

  
  Belangrijk punt bij herformuleren zijn:
  Samenvatten: in kort vertellen wat gezegd en wat je begreep heb.
  Parafraseren: herhalen wat het gezegd wordt maar met andere woorden.
  Herhalen: weer vertellen wat gezegd is.

• 3.4 Gedrag spiegelen

• Wat is gedrag spiegelen?

  De doelstelling van gedrag spiegelen is om in de zelfde hoogte te zitten als jouw gesprekspartner.
  
  Bijvoorbeeld; als je met iemand een gesprek uitvoerde en degenen gaat sneller praten, dan praat je ook sneller.
  
  Het is belangrijk dat ik een goede spiegelen gedrag gebruikt, want zo kan ik ook de gedrag van de ander veranderen.