Reputatiemanagement. Bouwen aan vertrouwen, voorkeur en verbinding - Topmanagers over Reputatie en Communicatie
8 belangrijke vragen over Reputatiemanagement. Bouwen aan vertrouwen, voorkeur en verbinding - Topmanagers over Reputatie en Communicatie
Welke vier dominantie visies van bestuurders over communicatie en reputatie zijn te onderscheiden?
Defensief praktisch: reputatie door onderscheidend vermogen
Offensief strategisch: reputatieverlies voorkomen
Offensief praktisch: imago door presentatie en profilering
De breincapaciteit van de mens is beperkt, hierdoor slaan zij selectief informatie op. Waar dient een marketeer rekening mee te houden bij het verkrijgen van een juiste en sterke positionering bij zijn klant?
1. Informatieselectie: Wat horen en zien mensen?
2. Informatieverwerking: Welke aspecten pikken mensen uit een boodschap en hoe interpreteren ze die?
3. Informatieopslag: Welke zaken worden in ons brein opgeslagen en hoe worden die geordend, zodanig dat ze op het moment dat ze nodig zijn het denken en doen van mensen beinvloeden.
Punt 1 en 2 hebben betrekking op een product, dienst of onderneming.
Punt 3 heeft betrekking op de beoogde positie van een merk in het brein van de doelgroep.
Welke aspecten vormen dilemma's voor bestuurders op het gebied van reputatiemanagement?
Communicatie en reputatiemanagement worden door 96% van de ondernemingen gezien als kerntaak van de bestuurder.
Zonder uitzondering zijn bestuurders ontevreden over de professionaliteit van hun communicatieprofessionals, ze missen adviezen die fit for use zijn.
De mate van offensiviteit die dient te worden ingenomen in het opbouwen van de reputatie.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe werkt de categorisatietheorie in het brein van de consument?
Op welke manier kan een merk zich ontrekken aan de concurrentie binnen de categorisatietheorie?
Specialisatie: het verdiepen van een categorie naar een subcategorieniveau. Bijvoorbeeld volkswagen die zichzelf neerzet als een veilige auto.
Substitutie: leden van een categorie concurreren niet alleen met elkaar maar ook met onvergelijkbare categorieen. Bijvoorbeeld wat doen mensen met hun vakantiegeld? Of neem ik een mars of een cup a soup om aan het einde van de middag?
Wat zijn de zes positioneringsprincipes?
1. Mensen hebben een voorkeur voor leiders
2. Naast elke leider is er ruimte voor uitdagers
3. Ben ergens specialist op
4. Houd je boodschap zo klein mogelijk als je een breinpositie wilt veroveren, laat bepaalde dingen dus weg en focus je op je sterkste kant
5. Emotie wint altijd, mensen filteren op emotie en niet op rationele argumenten
6. Consistentie zorgt voor herkenning en geloofwaardigheid.
Wat is het verschil tussen een monolistisch, branded en endorsed merk?
Monolistisch: Het moederbrand wordt gecommuniceerd, alle merken die eronder vallen hebben dezelfde naam. Je moet dus zorgen van een sterke positionering waar de alle producten op mee kunnne liften.
Branded: Procter & gamble is hier een goed voorbeeld van. Het paraplu merk. P&G is vooral gepositioneerd op de financiele, arbeidsmarkt en leveranciers.
Endorsed: Je hebt allemaal vertakkingen van het merk. Ralp Lauren of Apple is hier een voorbeeld van. Je hebt verschillende lijnen, als er 1 een slechte naam heeft is de rest nog in takt.
Waar dien je rekeningmee te houden bij corporate branding?
Organisatie fit: decentraal of centraal?
Market fit: vraag en aanbod
Cultuur fit: een gemeenschappelijke cultuur? (sterk corporate merk nodig) of elke bisnessunit zijn eigen?
Strategische fit: Moeder en dochter vullen elkaar aan.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden