Inleiding netwerkarchitectuur
16 belangrijke vragen over Inleiding netwerkarchitectuur
Op welke manieren kan een architectuur als een stuurmiddel worden ingezet?
2. Als een kader waarbinnen het beschouwde systeem in de toekomst kan evolueren.
3. Als basis voor het evalueren en vergelijken van alternatieve ontwerpen van een systeem.
4. Als plannings- en stuurinstrument voor de daadwerkelijke ontwikkeling en realisatie van het systeem.
5. Als ijkpunt om de implementatie van een systeem te toetsen.
Wat is een gangbare icoon om te laten zien dat er nog geen uitspraken gedaan kunnen worden over de precieze samenstelling en werking van het betrokken netwerk?
Welke basale dienstverlening ligt ten grondslag aan alle andere acties die men op een netwerk doet?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Noem drie soorten verbindingen in een netwerk.
2. P2MP, point-to-multipoint (van nieuwsserver naar nieuwslezers)
3. MP2P, multipoint-to-point (van giroautomaten naar centrale computer van de Postbank).
Beschrijf de hiërarchische structuur in een netwerk.
1. (netwerk)dienst
2. transport (logistiek)
3. media
Welke idee staat bekend als netwerkintegratie?
Noem een groot nadeel van standaardisatie.
Waarom zijn de client-server-netwerken, peer-to-peernetwerken en het world wide web (coherent gedistribueerd netwerk) als zodanig geen communicatienetwerken?
Waarom spreekt OSI over open systems?
Waarom spreekt OSI over reference model?
Waarom spreekt OSI over interconnection?
Wat gebeurt er in de fysische laag?
Wat is het grote voordeel van een gelaagde decompositie?
Wat is het verschil tussen een protocol en een interface?
Noem de vier soorten primitieven en leg uit wat hun betekenis is.
2. De indicationprimitieven waarmee het verzoek om een bepaalde service aan de peerentiteiten wordt doorgegeven.
3. De responseprimivieven waarmee de peerentiteiten kenbaar maken of een verzochte service kan worden verleend.
4. De confirmprimitieven waarmee de service provider aan de service user kenbaar maakt dat de gevraagde service wordt verleend.
Welke elementen moet een protocolbeschrijving bevatten?
2. Service data unit (SDU): de gegevenseenheid waarop de service van een bepaalde laag wordt verleend.
3. Protocol control information (PCI): de gegevens waarmee de entiteiten in een bepaalde laag hun werkzaamheden kunnen coördineren.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden