Samenvatting: Communicatietheorie Class Notes
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Communicatietheorie Class notes
-
Communicatietheorie tentamenvragen
Dit is een preview. Er zijn 29 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 26/01/2014
Laat hier meer flashcards zien -
2. Welke van de onderstaand begrippen hoort bij klassieke retorica? En welke modern?
Oud
- Inventio
- Elocutio
- Actio
- Memoria
Nieuw
- Phatos
- Ethos
- Logos -
3. A. NGPR betekenis = ‘Het stelselmatig bevorderen van wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publieksgroepen'.
Masterbroek: Begrip kweken, goodwill opwekken, vertrouwen en acceptatie verwerven en medewerking krijgen opdat de organisatie overeenkomstig haar centrale doelstellingen kan functioneren. -
Wat zijn de eigenschappen van deze termen?1. Terug koppeling 2. Redundantie 3. Metacommunicatie
1. Reactie op de feedback
2. Informatie die geen toegevoegde waarde heeft
3. Communicatie over communicatie -
Wat is het verschil tussen de communicatie technieken;‘Afleiding', ‘Cardstacking’ en ‘ongeoorloofde stilte’?
Afleiding = Aandacht op iets anders vestigen.
Cardstacking = Is eenzijdig belichten (in een verhaal).
Ongeoorloofde stilte = Liegen of verzwijgen. -
Wat zijn de betekenis van deze termen? Geef ook voorbeelden1. Primaire denotatie 2. Secundaire denotatie 3. Primaire connotatie 4. Secundaire connotatie
1. Wat je feitelijk ziet (objectief).
2. Gedeelde kennis (tennisveld/tennis speelster).
3. Wat we vinden (cultuur gebonden / mooie vrouw).
4. Wat je persoonlijk vind/vind haar lelijk. -
Het volledige bestuur van Han Groningen wil graag weten wat de studenten vinden van het stiltecentrum.A. Noem primaire en secundaire
1. Primaire = Student.
2. Secundair = Decanaat, leraren. -
Vraag 1 - Mastenbroek: modaliteiten (12 punten)Mastenbroek (1993) onderscheidt verschillende modaliteiten waaronder informatie, reclame, public affairs, public relations, propaganda en voorlichting. Hij gebruikt een criterium waarmee hij de volgorde van deze modaliteiten bepaalt.1A. Welk criterium hanteert Mastenbroek? Wees precies in je antwoord
1A. ‘Beïnvloeding’, preciezer nog: Toenemende bedoelde beïnvloeding door de zender naar de ontvanger. -
1C. In de volgorde van Mastenbroek zit een zeer opvallende keuze. Leg uit welke keuze in de volgorde opvallend is en leg uit waarom Mastenbroek deze keuze maakt.
Dit zijn de modaliteiten propaganda en reclame. Mastenbroek vind dat propaganda beter is dan reclame, omdat reclame kan aandringen om iets te kopen. Bij propaganda zijn er meestal nog ethische voorwaarden die positief kunnen zijn dus niet alleen denken aan de propaganda van Hitler. -
1D. De bovenstaande uiting is afkomstig van het energiebedrijf Nuon. Welke modaliteit(en) zou dit zijn volgens Mastenbroek? en waarom? (2 pt)
1. Voorlichting, waarom?: Met de tekst 'ontdek hoeveel u verspilt' willen ze mensen informeren dat ze bij Nuon kunnen zien hoeveel energie ze verbruiken.
2. Reclame, waarom?: Het logo van Nuon staat heel groot rechts boven. -
Vraag 2 Beeldtaal, Semiotiek en Retorica (13 punten)A Beschrijf als eerste het verschil tussen een symbool, index en een icoon
Juiste volgorde
1. Icoon = Teken en object lijken op elkaar
2. Index = Teken en object lijken niet op elkaar maar verwijst er wel naar.
3. Symbool = Verband tussen teken en object bestaat op basis van afspraken
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden