Samenvatting: Competentietraining Marketing | 9789053529935 | Leo Broekhuizen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Competentietraining marketing | 9789053529935 | Leo Broekhuizen.

• 1 Marketing: een inleiding

• 1.7 De onderneming en haar (marketing)omgeving

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.7
  Laat hier meer flashcards zien

• In welke omgeving heb je te maken met de ABCD analyse en waar staan deze letters voor?

  In de Meso omgeving. ABCD staat voor:

  Afnemers

  Bedrijfstak

  Concurrentie

  Distributie

• 2 Marketingstrategie en marketingmanagement

• 2.1 het marketingplanningproces

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is cruciaal als je succesvol marketing wilt bedrijven en goede resultaten wilt boeken?

  Plannen maken en een goede planning opzetten.

• Met welke 'scopes kan een planning worden opgezet?

  • Kortetermijnplanning: (een planningshorizon die doorgaans tussen één jaar of korter) heeft over het algemeen een tactisch/operationeel karakter.
  • Middellangetermijnplanning: (een planningshorizon die doorgaans tussen de één en drie jaar ligt) heeft een tactisch karakter.
  • Langetermijnplanning: (een planningshorizon van meestal drie tot vijf jaar) kent meestal een (meer) strategische karakter en omvat vaak alle activiteiten van een onderneming.

• Hoe kan top-downplanning worden omschreven?

  Top-downplanning is een planningsvorm waarin een hoger hiërarchisch niveau doelen en taken formuleert die op een lager niveau moeten worden uitgevoerd.
  
  Het hoger management baseert zich bij het bepalen van de doelen en taken onder meer op informatie die door lagere niveaus wordt verstrekt.

• Hoe kan bottum-upplanning omschreven worden?

  Een lager gelegen hiërarchisch niveau (of niveaus) in de organisatie formuleert doelstellingen en taken, en biedt deze ter commentaar, aanpassing en goedkeuring aan een hoger gelegen hiërarchisch niveau aan. Dit hogere niveau onderzoekt en beoordeelt of de ingediende plannen in het kader van de (ondernemings)doelstellingen en taken een positieve toegevoegde waarde hebben.

• Hoe wordt goals-down/plans-upplanning omschreven?

  Het hoger gelegen hiërarchisch niveau geeft de doelstellingen door aan het lager gelegen niveau. Dit lager niveau komt vervolgens met plannen (en een planning) om de doelstellingen te realiseren. Vanzelfsprekend worden ook hier de  plannen weer kritisch doorgenomen om te zien of met de ideeën de doelstellingen wel gerealiseerd kunnen worden.

• 2.2 Het strategische marketingplanningsproces

  Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke hoofdlijnen kent het strategisch marketingplanningsproces?

  1. Missie, marktafbakening en resultatenanalyse
  2. Externe en interne analyse (situatieanalyse)
  3. SWOT (strengths, weakness, oppertunities, threats)
  4. (Centrale) probleemstelling
  5. Doelstellingen
  6. Strategie(ën)
  7. Marketingmixbeslissingen (tactisch onderdeel van het proces)
  8. Implementatie, controle en bijsturing

• De missie van je organisatie staat altijd centraal. Wat moet je op basis van deze missie doen?

  Een marktafbakening voor een product of merk maken.

• Welke 3 functies kent de missie?

  1. De 'marktafbakening'. Een missie van een onderneming dwingt je namelijk om na te denken over de activiteiten die je uitvoer. 'What is my business?' en 'What business am I in?'
  2. De missie kent ook een interne motiverende factor: het motiveren van het personeel van de onderneming. In een goede missie zijn daarom (delen van) de doelstellingen en strategie opgenomen.
  3. De derde functie is de externe motiverende factor: het creëeren van een gewenst imago bij de afnemers en belangengroepen. Van belang is hierbij het verschil tussen identiteit en imago.

• Uit welke 4 onderdelen bestaat een goede missie?

  1. De doelstellingen
  2. De gehanteerde strategie(ën)
  3. De normen die de onderneming hanteert
  4. De waarden die de onderneming hanteert