Startpagina / Samenvattingen / Complex Systems Theorie / dyslexie-monocausaal-theoriee

Special learning needs A dyslexia

4 belangrijke vragen over Special learning needs A dyslexia

Monocausale theorieën (oorzaak van dyslexie)

- Fonologisch bewustzijn
- Ortografisch bewustzijn
- Geheugenproblemen
- Visuele, perceptuele moeilijkheden

We vonden voor alle concepten dat deze meer aanwezig zijn bij mensen met dyslexie.
Al deze theorieën noemen één specifieke oorzaak. Maar al deze theorieën (dyslexie wordt veroorzaakt door geheugenproblemen; dyslexie wordt veroorzaakt door visuele, perceptuele mogelijkheden; etc) kunnen niet allemaal tegelijkertijd op hetzelfde moment gelden?

We moeten kijken naar een alternatief voor dit simplistische, monocausale beeld (volgende week).

Function = structure
Één specifieke oorzaak/functie (zoals hierboven in het rijtje) wordt gekoppeld aan één specifiek hersengebied.

Critical pointers: small inconveniences (kritische aanwijzingen: kleine ongemakken)

Je ziet vier individuen. Allen hebben kleine lichamelijke ongemakken (lopen gaat bijvoorbeeld niet goed). De dokter besluit in alle vier de gevallen een hersenscan uit te voeren.

Dit is hoe de hersenen van deze individuen eruit zien:
Je ziet op alle vier de plekken geen hersenen (holle ruimtes). Echter, deze personen hebben geen dyslexie. Dus: dyslexie wordt niet veroorzaakt in het brein.

Learning diabilities: component-dominant view

Voorgaande rust allemaal op het idee dat de hersenen bestaan uit verschillende componenten, waarbij stoornissen worden gezien als één enkele oorzaak.
Het reduceert het probleem tot componenten (biologisch, neurologisch, cognitief, etc.). De lijst van criteria is eindeloos.

Alle componententheorieën gaan ervan uit dat er één component is dat faalt.

Dit heeft consequenties voor de behandeling van dyslexie. Er wordt uitgegaan van één oorzaak, waardoor we ons hier enkel op richten.

Monocausale theorieën leiden tot monocausale interventies

Idee achter de meeste interventies: repareer een defect onderdeel.

- Het toevoegen van visolie aan de voeding om de myelinisatie te bevorderen (magnocellulaire
tekorthypothese).
- Gebruik gekleerde lenzen om de leesvaardigheid te verbeteren (visuele stresshypothese).
- Muziektherapie.
- Intensieve training met verschillende tonaties en akoestisch aangepaste spraak (auditieve
temporale verwerking)