De applicatielaag (verdieping)
19 belangrijke vragen over De applicatielaag (verdieping)
Wat zijn de protocollen in de Applicatielaag?
- Telnet & SSH
- HTTP en HTTPS
- Andere Applicatieprotocollen
Peer to peer protocollen
Wat zijn applicaties in de Applicatielaag?
- telnet, ssh
- http
- ftp
- email (smtp, pop, imap)
- DNS
Bijzondere applicaties
- Multi Tier applicaties
- Peer to peer applicaties
Wat zijn de eigenschappen van TELNET (RFC854)?
- Maakt het werken op een systeem vanaf een 'remote terminal' mogelijk.
- Tekstgeoriënteerd.
- Luistert op poort 23 (zeer onveilig omdat 'plain' tekst door het netwerk gaat. Je weet bent met wie je verbonden bent.)
- het is "The mother of all application protocols".
- het is soms nog in gebruik bij router management op beschermde netwerksegmenten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn de eigenschappen van SSH?
- Met SSH (Secure Shell, RFC 4251..4254) kun je functioneel hetzelfde ongeveer hetzelfde als telnet, namelijk tekst-georiënteerd remote werken op een computer.
- Het luister op poort 22
- het is veilig door :
- Encryptie v/d data
- Authenticatie v/d verbinding (server moet een berekening vooraf indirect aantonen over een bepaalde key te beschikken).
Wat zijn de eigenschappen van HTTP (Hyper Transfer Protocol)?
- Het meest bekende internetprotocol (RFC1945/2616]
- HTTP-clients kunnen web-pagina's (webdocumenten) van HTTP-servers opvragen (request).
- Webpagina’s bestaat uit één of meerdere webobjecten (html, jpg, applet, etc).
- HTTP-servers luisteren meestal naar poort 80 en geven antwoord op requests in de vorm van replies.
- HTTP verwijst via zogenaamde URL's (Uniform Resource Locator)
Wat zijn de onderdelen van de HTTP methode-veld?
- GET = downloaden object van de server
- POST = uploaden (bijv. form data) naar de server + downloaden antwoord.
- HEAD = wel HTTP-header als antwoord, maar geen data/payload (voor testdoeleinden).
- PUT = objecten uploaden naar webserver
- DELETE = verwijderen objecten van de webserver.
Wat zijn de eigenschappen van Persistente verbinding (HTTP 1.1)?
Eén keer openen en dan meerder objecten opvragen (bijv. een pagina met meerdere plaatjes).
- Snel: ongeveer (2xRTT) + (verzendtijd van alle bestanden)
- Iets meer resources nodig voor de server omdat de verbinding op blijft (kost geheugen om de toestand te onthouden).
Wat zijn de eigenschappen van de Niet-persistente verbinding (HTTP 1.0)?
- oElke keer een nieuwe verbinding per object
oLangzaam: Voor elk object (2xRTT) + (verzendtijd van alle bestanden)
Waarom kan de applicatie boven HTTP complex zijn?
- De client kan een toestand onthouden en bij een volgend bezoek aan dezelfde server weer vertellen (D.m.v. Cookies = hostnaam + uniek nummer).
- De client en server kan beiden toestand onthouden door deze te coderen in een deel van de URL.
- De client en server kunnen toestanden onthouden in (verborgen) velden van forms.
- De server kan de toestand van een sessie onthouden (gedurende een beperkte tijd).
Wat zijn de kenmerken van HTTPS?
- Voorkomt imitatie van servers
- HTTPS gebruikt poort 443
- HTTPS wordt al lange tijd gebruikt bij betalingsverkeer en in toenemende mate bij “normale”websites..
Wat zijn de eigenschappen van File transfer?
- FTP (port 21 en 20)
- Veilige varianten: SFTP (port 22), FTPS (port 990, 989)
- HTTP/HTTPS kan ook gebruikt worden voor file transfer
Welke protocollen worden bij het ontvangen van E-mail gebruikt?
Ontvangen Email van de server lezen:
- POP (port 110)
- IMAP (port 143) (uitgebreider dan POP)
Welk protocol gebruikt men bij het zenden van E-mail?
SMTP (port 25)
Wat zijn de veilige alternatieven van email?
- SMTP over TLS/SSL port 465
- POP over TLS/SSL port 995
- IMAP over TLS/SSL port 585 of 993
Waarom is port 25 (SMTP) geblokkeerd voor normale eindgebruikers?
omdat deze poort ook gebruikt wordt om verkeer tussen de mailservers te verplaatsen -> SPAM-risico.
Wat zijn de kenmerken van DNS?
- DNS = Domain name system
- Applicatieprotocol (net als HTTP, FTP etc)
- Werkt meestal op UDP, port 53
- Belangrijkste dienst:
- vertalen van namen naar IP-adressen
- dus: “wat is het ip-addres van www.hhs.nl ?”
5. Beschreven in RFC 920 en vele opvolgers
Waarom is DNS een grote gedistribueerde database?
Vroeger was er één centrale hosts-file met alle domeinnamen en IP-adressen van de hele wereld.
Door de groei van het internet werd deze file onhanteerbaar
groot -> schaalbaarheidsprobleem.
Daarom is er een hiërarchisch systeem ingevoerd
- Eindsystemen stellen hun vertaal-vragen aan lokale nameservers, meestal van de eigen ISP (recursive lookup)
- De lokale nameservers gaan dan in een aantal stappen het IPadres zoeken (iterative lookup).
Waaruit bestaat een DNS lookup?
- Iteratieve lookup
- Recursieve lookup
Wat zijn de eigenschappen van peer to peer systemen?
- Bij P2P (peer to peer) geen client-server rol, maar een gelijkwaardige rol (peer gelijke).
- Kan zowel “gebouwd worden” op UDP als TCP !!
- Applicatievoorbeelden
- VOIP (bijvoorbeeld SIP, Skype)
- P2P filesharing (Bittorrent, Gnutella, Ares,...)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden