Introduction - Reference models
9 belangrijke vragen over Introduction - Reference models
Beschrijf de 3e laag van het OSI-model.
Beschrijf de 4e laag van het OSI-model.
Beschrijf de 5e laag van het OSI-model.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Beschrijf de 6e laag van het OSI-model.
Beschrijf de 7e laag van het OSI-model.
Hoe ziet het TCP/IP model er uit t.o.v. het OSI model?
Noem de sterke en de zwakke punten van het OSI model.
- Er is een duidelijk onderscheid tussen: diensten, interfaces en protocollen.
- Eerst is het model gedefinieerd, daarna de protocollen.
Zwakke punten:
- Niet alle lagen zijn echt zinvol (sessie- en presentatielaag)
- Weinig geslaagde implementaties (te laat)
- Complex
Noem de sterke en de zwakke punten van het TCP/IP model.
- Implementatie was op het juiste moment beschikbaar.
- Relatief eenvoudig.
Zwakke punten:
- Eerst de protocollen gedefinieerd, daarna het model (niet bruikbaar voor andere netwerken)
- Host-to-network layer is geen echte laag.
Welke connection devices werken op de verschillende lagen van het hybride referentie model?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden