Startpagina / Samenvattingen / concepten klinisch redeneren / schema-schemas-autonomie

Persoonlijkheid en schema's - schema's - hoe ontstaan schema's?

4 belangrijke vragen over Persoonlijkheid en schema's - schema's - hoe ontstaan schema's?

Wat zijn de vijf emotionele basisbehoeften?

Veilige hechting aan anderen (inclusief veiligheid, stabiliteit, koestering en acceptatie) => veilige haven om naar terug te keren
Autonomie, competentie en identiteitsgevoel
De vrijheid om uitdrukking te geven aan gerechtvaardigde behoeften en emoties
Spontaniteit en spel (=> flexibiliteit)
Realistische beperkingen en zelfbeheersing (=> grenzen)

Wat zijn de bronnen van oude onaangepaste schema's?

Schadelijke ervaringen in de kindertijd zijn de belangrijkste bron van oude onaangepaste schema’s. De schema’s die het eerst ontstaan en het sterkst zijn, hebben meestal hun oorsprong in het kerngezin.

Wat zijn de vier soorten ervaringen die in het jonge leven ertoe aanzetten om een schema aan te leren?

Onaangename frustratie van behoeften:
=>wanneer het kind iets goeds te weinig meemaakt (bv stabiliteit, liefde,…)
Traumatisering of slachtoffering
Het kind krijgt te veel van iets goeds: => aan de basisbehoeften ‘autonomie’ of ‘realistische grenzen’ werd niet voldaan.
Selectieve internalisering of identificatie met belangrijke anderen: => het kind internaliseert en identificeert zich met de gedachten, gevoelens en ervaringen en het gedrag van de ouders op een selectieve manier.
=> Bijvoorbeeld het mishandelde kind dat terugvecht

Wat heeft nog een effect op schema's naast schema's?

Temperamentsfactoren die grotendeels aangeboren zijn en die nagenoeg niet met alleen psychotherapie te veranderen zijn Het heeft wel invloed op de ontwikkeling van schema’s.
Bv assertief kind versus verlegen kind dat opgroeit in gelijkaardig gezinsklimaat zal ander schema ontwikkelen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

concepten klinisch redeneren

Bekijk samenvatting