Persoonlijkheid en schema's - de big 5 in de klinische psychologie
4 belangrijke vragen over Persoonlijkheid en schema's - de big 5 in de klinische psychologie
Wat is de link tussen de big 5 en stoornissen?
- Zo goed als alle psychologische stoornissen gelinkt aan hoge N en lage C •
- N (hoog) meest gelinkt aan stemmingsstoornissen
- C (laag) meest gelinkt aan ADHD •
- Integriteitstrek: meer gelinkt aan risk-taking behavior, regelovertredend gedrag, compulsief drinken
Wat zijn kenmerken van de cliënten bij de therapeutische uitkomst van de big 5?
- “The misery triad”: meest ongunstige prognose (hoog N, laag E, laag C)
- Cliënten die hoog scoren op consciëntieusheid zijn therapie trouwer
- Meeste effect van therapie op persoonlijkheid bij cliënten met diagnose angststoornissen en persoonlijkheidsstoornissen
- Minste effect van therapie op persoonlijkheid bij middelenmisbruik en eetstoornissen
Wat zijn kenmerken van de therapie omrent de big 5?
- Type van therapie (psychodynamisch/CGT/…) maakt geen verschil in al dan niet effect hebben op persoonlijkheidstrekken
- Medicatie heeft iets minder effect dan psychotherapie op persoonlijkheidstrekken
- Opname heeft minder effect dan ambulante therapie
- Therapie tussen 4 en 8 weken – meeste effect op persoonlijkheid (cf ander onderzoek rond effectiviteit van psychotherapie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de link tussen de big 5 en de therapeutische voorkeur?
- Overeenstemming cliënt-therapeut op vlak van persoonlijkheid •
- Hoge A en C en lage N:
- voorkeur voor warme therapeut die emotioneel sterk gereguleerd is •
- lagere A en C en hogere N:
- voorkeur voor therapeut die emotioneel ontregeld is en weinig warm is
- mensen hechten meeste belang aan therapeut die op hen lijkt (de klik?)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden