De staat in het volkenrecht - D2 De decentralisatie
5 belangrijke vragen over De staat in het volkenrecht - D2 De decentralisatie
Onder wiens leiding kwam in 1851 de gemeentewet tot stand?
De Wet dualisering gemeentebesturen in 2002 en van het provinciebestuur 2003 hebben hierin wel wijzigingen aangebracht; de hoofdlijnen zijn wel blijven bestaan. De Waterschappen vertonen nog de meeste continuïteit.
Welke kenmerkende trekken van de Nederlandse territoriale decentralisatie is er opgesomd tijdens de Grondwet herziening van 1983?
Welke onderwerpen behoren tot de eigen huishouding bij autonomie?
Dus bevoegdheden die niet louter toebehoren aan de centrale overheid, zoals; gevallen die alleen door de formele wet kunnen worden beperkt, sluiten van verdragen, defensie, burgerlijk en strafprocesrecht, geldstelsel, organisatie en bevoegdheden van de rechterlijke ambten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke rechtsgevolgen heeft het onderscheid tussen autonomie en medebewind?
- dat bij autonome bevoegdheden attributie van autonome bevoegdheden aan andere ambten, dan die genoemd in art.125 GW, slecht is door provinciale staten en de raad. Zelfs de wetgever is hiertoe niet bevoegd. Bij medebewind is dit anders. Daar kan het besluit dat medebewind vordert het ambt dat moet meewerken aan de uitvoering aanwijzen.
- Het toezicht op de autonome besluiten is in de Gemeentewet en Provinciewet limitatief geregeld. In geval van medebewindsbesluiten bevat de medebewindvorderende regeling zeelf al dan niet bepalingen zake voorafgaand toezicht.
Waarom is toezicht op gedecentraliseerde overheidsverbanden gewenst?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden