Samenvatting: Consumentengedrag, De Basis
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Consumentengedrag, de basis
-
1 het belang van consumentengedrag
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
consumentengedrag kan worden beschreven als een wiel. hoe zit die in elkaar?
de buitenste rand is het consumentengedrag zelf want die houdt alles bij elkaar
de middelste rand zijn de drie belangrijke eigenschappen zoals de persoonlijke eigenschappen, directe sociale omgeving en de maatschappij
de binnenkant van het wiel draait in de omgeving van verschillende partijen -
2 persoonlijke omgeving
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
een levensstijl van de consument zorgt ervoor dat de consument keuzes maakt die hierop aansluiten. welke drie kenmerken zijn daarvan?
status, principes en actie -
3 motivatie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
wat is het verschil tussen een activerende motivatie en een doelgerichte?
een activerende drijft je om iets te doen, zoals eten bij het hebben van honger
een doelgerichte motivatie wordt gedaan zodat er uiteindelijk een deel word bereikt -
hoe is het behoeftepiramide van maslow
- behoefte aan fysiologische dingen
- behoefte aan veiligheid en zekerheid
- sociale behoeftes
- behoefte aan zelfrespect en verrijking
- behoefte aan zelfontplooiing -
wat is het verschil tussen een negatieve en positieve motivatie
een negatieve motivatie is het oplossen van een probleem
een positieve motivatie is het veranderen van de huidige, saaie situatie -
in welke vier segmenten kan een consument worden verdeeld:merktrouw, informatiezoeker, routine merkkoper, merkswichter
merktrouw: het product en het merk is belangrijk
informatiezoeker: Het product is belangrijk en het merk niet
routine merkkoper: alleen het merk is belangrijk
merkswitches: het is allebei niet belangrijk -
4 informatie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
het informatieverwerkingsproces kan je opsplitsen in twee deelprocessen: het perceptieproces en het geheugenproces. wat houden deze in?
het perceptieproces is de psychologische activiteit waarbij de persoon zintuigelijke prikkels selecteert en interpreteert. het geheugenproces bestaat uit het opslaan van een waarneming. -
het informatieverwerkingproces bestaat uit verschillende stadia: exposure, aandacht, begrip en onthouden. wat houden deze in?
exposure betekend blootstelling en houdt in dat de consument in contant komt met een stimuli
aandacht betekend dat de aandacht van de consument ook werkelijk naar het product gaat
begrip betekend dat de consument aandacht en begrip krijgt voor de stimuli
onthouden is het laatste stadium en houdt simpelweg in dat de consument de stimuli onthoudt -
wat is het verschil tussen actieve en passieve stimuli?
bij actieve word er daadwerkelijk naar gezocht omdat er een probleem moet worden opgelost
bij passieve stimuli word de consument geconfronteerd met iets waar hij niet op zoek naar is -
wat is de absolute of relatieve drempel?
de absolute drempel word gebruikt om de minimumkracht van een stimulus aan te geven
de relatieve drempel word gebruikt om aan te geven hoeveel twee stimuli in intensiteit moeten verschillen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden