Samenvatting: Consumentenverkoop
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van consumentenverkoop
-
14 financieringen
-
14.1 inleiding
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 14.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het nadeel van lenen?
- De kredietverlener zal rente rekenen (kredietvergoeding)
- De kredietverlener zal rente rekenen (kredietvergoeding)
-
Wat zijn de 2 soorten kredieten?
- Geldkrediet: client leent geld bij een financieringsmaatschappij (vrij besteedbaar)
- Goederenkrediet: Bank geeft geld aan de leverancier van het product en kredietnemer betaald de bank af
- Geldkrediet: client leent geld bij een financieringsmaatschappij (vrij besteedbaar)
-
Wat zijn aanbieders van consumentenfinancieringen?
- Algemene banken
- algemene financieringsmaatschappijen
- tussenpersonen die de financiering weer ergens anders onderbrengen
- specialisten in het verstrekken van scheepshypotheken
- Algemene banken
-
14.2 de markt in hetalgemeen
-
Waar wordt er door consumenten geleend?
- De eigen bank
- via assurantietussenpersonen
- via professionele kredietbemiddelaars
- via dealers
- via verzekeringsmaatschappijen
- via kaartmaatschappijen
- De eigen bank
-
14.3 wetgeving
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 14.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat houdt de wet op het consumentenkrediet in?
- Hierin kreeg het door de banken opgerichte BKR (Bureau Krediet Registratie) een wettelijke status
- De overheid kreeg de mogelijkheid om eisen te stellen aan reclame-uitingen
-
Welke financiële producten vallen binnen de reikwijdte van de WFT?
- Verzekering
- een krediet
- een effect
- een beleggingsobject
- een betaalrekening met inbegrip van de daaraan verbonden betaalfaciliteiten
- een spaarrekening met inbegrip van de daaraan verbonden spaarfaciliteiten
- elektronisch geld
- een combinatieproduct van een of meerdere bovenstaande producten
- Verzekering
-
14.4 aflopend krediet (persoonlijke lening)
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 14.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een aflopend krediet (persoonlijke lening)?
- Consumptieve kredietvorm waarbij de leensom in een keer wordt uitbetaald en met een vaste looptijd en rente wordt terugbetaald
- Consumptieve kredietvorm waarbij de leensom in een keer wordt uitbetaald en met een vaste looptijd en rente wordt terugbetaald
-
Waarom is de rente van een aflopend krediet groter dan bij een scheepshypotheek?
- Groter dan bij een hypotheek omdat er geen zekerheid is
- Groter dan bij een hypotheek omdat er geen zekerheid is
-
Wat zijn de eigenschappen van een aflopend krediet (persoonlijke lening)
- Looptijd en kredietvergoeding-percentage kunnen tijdens de looptijd niet worden aangepast
- de kredietnemer heeft een betalingsplicht na ondertekenen van het contract
- Vast maandelijks bedrag
- maandelijks bedrag bestaat uit een kredietvergoeding- en een aflossingsdeel
- Aan het begin van de looptijd wordt er nagenoeg niets afgelost
- grotendeels kredietvergoeding aan het begin
- De looptijd is minimaal 6 en maximaal 72 maanden
- Looptijd en kredietvergoeding-percentage kunnen tijdens de looptijd niet worden aangepast
-
14.5 aflopend krediet (huurkoop)
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 14.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een aflopend krediet (huurkoop)
Aflopend goederenkrediet - koper wordt bij
huurkoop niet volledig eigenaar maar wel economisch eigenaar - Na het betalen van het laatste termijn bedrag wordt de koper pas juridisch eigenaar
- boot is zekerheidsstelling dus als er niet wordt betaald heeft de kredietgever verhaalrecht op de boot
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden