BW. Consolidatie en codificatie van het Nederlandse IPR - Wat regelt BW niet?
3 belangrijke vragen over BW. Consolidatie en codificatie van het Nederlandse IPR - Wat regelt BW niet?
Waarom is art. 10:1 BW eigenlijk een overbodige bepaling?
Voor verdragen vloeit al op grond van art. 94 Gw voort dat verdragen voorrang hebben. Uit het Gemeenschapsrecht volgt eveneens dat communautaire regelingen (verordeningen) ook voorrang hebben. Verdragen en EG-verordeningen hebben aldus sowieso voorrang boven Boek 10 BW en andere wettelijke regelingen van IPR.
Waarom is het in elke zaak van groot belang om vast te stellen wanneer het relevante rechtsfeit is ontstaan?
Voor internationale overeenkomsten geldt het volgende: Rome I is van toepassing op alle internationale overeenkomsten gesloten op of na 17 december 2009 (art. 28 Rome I). Internationale overeenkomsten die zijn gesloten vóór die datum worden geregeld door het EVO-verrag van 19 juni 1980.
Voor schadeveroorzakende gebeurtenissen die na 11 januari 2009 zich hebben voorgedaan, is Rome II op van toepassing. Wanneer het schadebrengende feit zich voor die datum heeft voorgedaan, is de Wet conflictenrecht onrechtmatige daad van toepassing.
Voor schadeveroorzakende gebeurtenissen die na 11 januari 2009 zich hebben voorgedaan, is Rome II op van toepassing. Wanneer het schadebrengende feit zich voor die datum heeft voorgedaan, is de Wet conflictenrecht onrechtmatige daad van toepassing.
Wat wordt er bedoeld met "andere wettelijke regelingen" in art. 10:1 BW?
Blijkens de MvT wordt hiermee gedoeld op bijzondere regels van conflictenrecht die verspreid in het BW zijn opgenomen ter implementatie van verschillende consumentenrichtlijnen. Voorbeelden daarvan zijn:
- art. 6:247 BW (internationale reikwijdte van de Nederlandse algemene voorwaarden);
- art. 7:46j BW (koop op afstand);
- art. 7:48g lid 2 BW (timesharing).
De laatste twee strekken ertoe de consument-koper de bescherming te laten behouden die hij op grond van de desbetreffende richtlijn zou hebben gehad, ook al wordt de overeenkomst beheerst door het recht van een niet-EU-lidstaat.
- art. 6:247 BW (internationale reikwijdte van de Nederlandse algemene voorwaarden);
- art. 7:46j BW (koop op afstand);
- art. 7:48g lid 2 BW (timesharing).
De laatste twee strekken ertoe de consument-koper de bescherming te laten behouden die hij op grond van de desbetreffende richtlijn zou hebben gehad, ook al wordt de overeenkomst beheerst door het recht van een niet-EU-lidstaat.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
