Kostenbegrippen en kostenindelingen - De standaardkostprijs

14 belangrijke vragen over Kostenbegrippen en kostenindelingen - De standaardkostprijs

Waarom bepalen standaard kostprijs

Een bedrijf moet voor het inrichten van de planning een voorcalculatorische prijs weten. Hiervoor kan de de standaarkostprijs worden bepaald.

Wat is een oplossing voor het flucturerende prijzen en de vervangswaardetheorie?

Standaardprijzen bepalen.

Grondslag standaardkosprijs 1: Hoeveelheidsgrondslag, welke 3 methoden zijn er.

Voor het bepalen van hoeveel productiemiddelen er nodig per productiemiddeln zijn er 3 methoden:

1. Gegevens verleden
2. Wetenschappelijke. Er wordt onderzoek gedaan naar hoeveel productiemiddelsn er nodig zijn. Bijvoorbeeld door proeffabricage of door alle handelingen in kaar te brengen
--> Tijd en bewegingsstudie o.l.v. Taylor.  handeling + handeling + koffie drinken = benodige hoeveelheid arbeidsuren
3. Combinatie van 1 en 2.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom is de onderlinge verhouding belangrijk bij het bepalen van de norm?

De onderlingen verhouding zal vaak inhouden dat hoe meer je van het een hebt, hoe minder je vna het ander nodig hebt. Meer machine = minder manuren; minder grondstoffen afval = meer arbeid. De balans hierdoor bepaalt de ideale norm.

Wat is een ander woord voor de norm of standaard?

Economische standaard. Immer, de norm wordt altijd bepaald op een ideale balans van de productiemiddelen. Oftewel zoveel mogelijk opbrengsten met zo weinig mogelijk opofferingen.

Hoe noem je een afwijking van de standaard en hoe verhoudt zich dat tot de standaard?

Een efficiencyverschil. De gebruikte productiemiddelen wijken af van de norm. --> dit kan niet in de kostprijs worden opgenomen -->

Ondernemerswinst + ondernemersverlies.

Grondslag standaardkosprijs 2: Waardegrondslag, waarom maakt voorraadvorming de waardegrondslag moeilijker?

Voorraadvorming is nodig bij bedrijven met continuiteit in de productieprossen. Er wordt altijd geproduceerd dus moeten productiemiddelen beschikbaar zijn(personeel, grondstoffen).

Uitgangspunt is meestal massproductie in de opgaven.

Welke twee methodes zijn er om de waarde van een goede te bepalen

1. De historische gegevens, op basis van hoeveel is bepaald in het verleden zal men de toekomstige prijs bepalen.
2. Vervangingswaardetheorie, er wordt een schatting gemaakt naar de verkoopprijs in de toekomst.Bijvoorbeeld door een gemiddelde voor het nieuwe jaar te bepalen.

In welke situaties kan de vervangingswaardetheorie voor problemen zorgen?

1. Vrijwillegerswerk. Indien vrijwillegers het werk van een betaalde werknemer doen dan moet het salaris van een betaalde werknemer in de standaard worden meegenomen. Indien ze altijd door een vrijwilleger worden gedaan dan hoeft dit niet.
2. Eigenaar/leider organisatie. Eigen uurloon meenemen in standaarden.
3. Rentekosten van het vermogen, dus bijvoorbeeld een lening, moeten ook worden opgenomen.

Hoe kan met behulp van de vervangingswaardetheorie worden vastgesteld wat de uitkeerbare winst is?

Uitkeerbare winst  = Opbrengstwaarde - vervangingswaarden.

Waardestijging van producten --> Opbrengst omhoog = geen onderdeel uitkeerbare winst --> reservering.

Wat moet er gebeuren als de prijzen dalen en de waarde van de voorraad neemt af?

Boeken als waardedaling en verrrekenen met eerder opgebowde reserveringen of zelfs met W&V.

In welke 2 situaties kan de vervangingswaardetheorie niet worden toegepast?

1. Bij incidentele productie waarbij niet of nauwelijks er vaste productieprocessen zijn --> offertes
2. In dien vervanging niet mogelijk is. Medewerker met bepaalde expertise, uniek soort grondstof, machine die uit de productie ligt.

Grondslag standaardkosprijs 3: Tijdsgrondslag, hoe kan tijd een onderdeel zijn van de kostprijs.

Het investeren in productiemiddelen zal vermogen kosten. De misgelopen rentekosten moeten ook worden meegenomen in de kostprijs.

W * H = vermogensimpact.
Vermogensinpact * p * t = misgelopen rente

Waaruit bestaat in de praktijk de kostprijs uit?

1. Standaardhoeveelheid (grondstoffen)
2. Vaste verrekenprijs (gronstoffen
3. Standaardvebruik (aantal uren machine en/of arbeid)
4. Machine-uurtarief ( afschrijvingskosten, rentekosten, complementaire kosten (loon)

Kostprijs = 1 * 2 + 3 * 4

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo