Startpagina / Samenvattingen / Cost & Managementaccounting / productie-kosten-lage

Constante kosten (vaste kosten)

4 belangrijke vragen over Constante kosten (vaste kosten)

Kanttekening bij gebruik constante en variable kosten

1. Er wordt uitgegaan van een homogene massaproductie
2. Bij een productie van 0 kunnen werknemers niet op korte tijd op iets anders worden gezet of worden ontslagen.

Wat is een ander woord voor vaste kosten en wat zijn redenen dat ze alsnog muteren?

Capaciteitskosten.

1. De productie heeft een dusdanige toename dat de ondernemer wel een extra productie moet starten.
2. Op basis van de vervangingswaardetheorie moeten machines en personeel soms worden geherwaardeerd.

Wat wordt bedoeld met de pricing paradox?

Als de constante kosten gerelateerd worden aan de werkelijke productie dan neemt de kostprijs bij een hoge verkoop af en bij een lage verkoop toe.Hierdoor is de kostprijs bij een lage afzet hoog, dit leidt dus ook tot een hogere verkoopprijs.

Welke vormen van rationele overcapaciteit zijn er? (4)

1. Seizoensinvloeden. 1 seizoen kan er 100 productie nodig zijn en een andere 50. Bedrijf zal dan toch zijn ingericht op 100 productie, oftewel 400 op jaarbasis.
2. Reservecapaciteit, extra capaciteit om eventuele spoedorders te kunnen behandelen of storingen ondervangen.
3. Disproportionaliteitsleegloop. Dit kan ontstaan doordat alleen in bepaalde vast maten iets kan worden aangeschaft. Bijvoorbeeld machine die alleen per 50 kan worden gekocht en je hebt 75 nodig.
4. Intitiele overcapaciteit. Op groei kopen als je net begint.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Cost & Managementaccounting

Bekijk samenvatting