Samenvatting: Cova Nederlands

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 79 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van cova Nederlands

  • 1 Spelling van werkwoorden

  • 1.4 'Je'' achter de persoonsvorm

  • Wanneer komt er geen t achter de ik vorm van de persoonsvorm?

    Als ''je'' het onderwerp is en achter de persoonsvorm staat. ''je'' moet in dit geval ook vervangen kunnen worden door ''jij''.
  • Wanneer krijgt de persoonsvorm een T?

    Als ''je'' vervangen kan worden door ''jou'' (niet door ''jij'').
    Als ''je'' vervangen kan worden door ''jezelf'' (niet door ''jij'').
    Als ''je'' vervangen kan worden door ''jouw'' (niet door ''jij of jou'').
  • 2 Spelling algemeen

  • 2.2 Samenstelling met tussenletter n of s

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer worden samengestelde woorden met ''en'' geschreven?

    Als er een tussenklank van een e is en het linker woord een zelfstandig naamwoord is dat in het meervoud eindigt op ''en'' en niet op een ''S''
  • Wanneer krijgen woorden een N?

    Als het zelfstandige naamwoorden zijn, die een persoon aanduiden en afgeleid zijn van een bijvoegelijknaamwoord.

    Woorden die eindigen op ''E'' en die geen meervoud op ''S'' hebben.
  • Wanneer komt er geen ''N'' bij?

    Versteende samenstellingen (worden die niet meer herkend worden als samenstelling)
    Als het een geheel bijvoegelijk naamwoord is.

    en de woorden:
    Zonneschijn, maneschijn, hellevuur, Lieve-vrouwekerk, konninginnenacht, koninginnedag
  • 2.3 Los, aaneen of met een streepje

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer gebruik je een tussenstreepje in samengestelde woorden?

    Als er een klinkerbotsing is.
  • Krijgen gelijkwaardige (ong. zelfde betekenis) zelfstandige en bijvoegelijke naamwoorden een tussenstreepje?

    Ja
  • Wanneer word het linker deel ''oud'' aan elkaar geschreven?

    Als het niet de betekenis voormalig heeft.
  • Onder welke omstandigheden krijg je nog meer een streepje tussen woorden?

    Als de verhouding/rol van een persoon word uitgedrukt.
    Met Sint, sint of st 
    Met een hoofdletter in het 2e woord
    Aardrijkskundige namen
    Als de eigennaam het rechter deel vormt van de samenstelling
    Samenstelling links die eindigt op symbool, letter of cijfer.
  • 2.4 Hoofdletter of kleine letter

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer gebruikt men helemaal geen hoofdletter in de 1e twee woorden?

    Als de zin met een symbool of cijfer begint.
LET OP!!! Er zijn slechts 79 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart