Startpagina / Samenvattingen / Crime Analysis with Crime Mapping / kenmerken-patronen-cases

Pattern identification process

4 belangrijke vragen over Pattern identification process

Voor welke drie dingen wordt verzamelde data gebruikt?

1. Identificatie van patronen; linken van misdaden
2. Idnetificatie van invesitgative leads - mogelijke verdachte zoeken
3. Clearing cases - opgeloste zaken linken aan onopgeloste zaken

Welke drie kenmerken hebben patronen?

1) De delicten vertonen een of meer opvallende kenmerken die overeenkomen
2) er is geen relatie tussen dader en slachtoffer
3) Het delict is vaak van korte duur

Welke typen patronen zijn er?

1) Series; dezelfde dader
2) Spree: hoog aantal delicten binnen een kort tijdsbestek
3) Hot prey: slachtoffers dezelfde fysieke kenmerken/hetzelfde gedrag
4) Hot spot: locaties dichtbij elkaar
5) Hot settings: type plaats
6) Hot place: één specifieke locatie
7) Hot product; specifiek doelwit

Welke twee stappen doorloopt een analist bij de analyse van patronen?

1) Initial pattern identification
- Ad hoc linking; niet systematisch, dagelijkse werkzaamheden
- weights and thresholds: wiskundige methode. Gewicht per delict
- Query method: analist manipuleert, zoekt en sorteert kenmerken in de database om vergelijkbare kenmerken te koppelen.
2) Pattern finalization; verifieren of er daadwerkelijk sprake is van een patroon
- identifying the principle case
- identifying other key cases
- identifying additional related cases

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Crime Analysis with Crime Mapping | 9781506331058 | Rachel Boba Santos

Bekijk samenvatting