Narcisme

13 belangrijke vragen over Narcisme

Narcisme op een dimensioneel coninuüm

Gezond narcisme vs klinisch narcisme zoals een narcistische persoonlijkheidsstoornis in de psychiatrie

Narcisme en borderline als comorbiditeit

Beide gekenmerkt door emotionele dysregulatie, onstabiele disfunctionele relaties, behoefte aan aandacht en gevoeligheid voor kritiek. Bij de narcistische PS is er echt een opgeblazen gevoel van eigenwaarde en bij borderline is het een heel onstabiel zelfbeeld, wat samengaat met zelfvernietiging en de angst om verlaten te worden

Narcisme en antisociale ps als comorbiditeit

Beide gekenmerkt door tekorten aan empathie. Bij ASPS zien we eerder strafbare feiten en bij de narcistische is er een cognitief emotioneel probleem (= gebrek aan empathie)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Narcisme en histrionische ps als comorbiditeit

Beide gekenmerkt door extreme aandachtstekort

Narcisme en schizoïde ps als  comorbiditeit

Beide gekenmerkt door teruggetrokkenheid/ het hebben van emotionele afstand tot anderen

Genetische effecten (pathologisch) narcisme

64-80% erfelijk

Opvoeding aandeel pathologisch narcisme

Wanneer ouders het kind een realistisch gevoel van eigenwaarde geven, zorgt dit dat de grandiositeit wordt geneutraliseerd. Echter, als deze aanpak inconsistent is of er weinig hechting is, dan ontstaan er tekortkomingen in de ontwikkeling van het gevoel van eigenwaarde en emotieregulatie. Als de ouders zichzelf narcistisch gedragen, kan het kind dit gaan modelleren. Er is een combinatie van nature en nurture die ervoor zorgt dat je van gezond naar pathologisch narcisme gaat

Pathologisch narcisme en geweld

Pathologisch narcisme kan leiden tot geweld. In rust is de narcistische toestand een opgeblazen en kwetsbaar/ fragiel zelfbeeld. Het zelfbeeld is kwetsbaar voor mogelijke schade, zoals iemand die je imperfecties aankaart of je suggesties geeft. Hierdoor ontstaan er gevoelens van schaamte en afgunst, wat ontoelaatbaar is voor iemand die beroep doet op een superieure status om zich volledig te voelen (= threatened egotism (beschadiging of risico op beschadiging van het ego)

Pathologisch narcisme ergere variant

  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis: men heeft een persistente en pervasieve dysfunctie met narcistische trekken die zich altijd manifesteren volgens de DSM-criteria
  • Inconsistente zelfwaarderegulatie: men heeft een zeer fragiel zelfbeeld dat in stand gehouden wordt door pathologische defensieve regulatieprocessen (= ziekelijke verdedigingsprocessen)
  • Slechte affectregulatie: veel woede, schaamte en afgunst
  • Minder empathie en interpersoonlijke betrokkenheid, waardoor anderen er niet toe doe

Pathologisch narcisme mindere variant

  • Narcistische verstoring/narcistische trekken
  • Men heeft een verstoorde zelfregulatie met een grandioos zelfbeeld dat erg instabiel en fragiel is
  • Een slechtere affectregulatie, waardoor ze snel boos zijn, snel gevoelens van schaamte ervaren en erg jaloers zijn op anderen die hen overstijgen
  • Disfunctionele interpersoonlijke relaties, omdat ze anderen ter bescherming van zichzelf en hun ego gebruiken, ten koste van de wederzijdse relatie/ intimiteit. Ze halen anderen naar beneden om henzelf omhoog te halen
  • De lichtere vorm van pathologisch narcisme is tijdelijk/ situationeel met een functioneren dat niet ernstig verstoord is en veranderlijkheid & fluctuaties tussen overdreven en pathologisch narcisme

Grandioos-exhibitionistisch of overte narcist

  • Uitgedragen gevoel van superioriteit
  • Grootste fantasieën om gevoel van eigenwaarde te beschermen
  • Gebruiken anderen om gevoel van eigenwaarde te ondersteunen en/of te vergroten

Kwetsbaar/gevoelig of coverte narcist

  • Geremd, beschaamd en haatdragend
  • (Gevaar op) schaamte staat openlijke uitdraging, superioriteit maar ook daadwerkelijke kansen en mogelijkheden in de weg
  • Terughoudend in intimiteit uit angst voor kritiek en afwijzing

Narcisme in DMS-5 sectie 3 (dimensioneel)

Criterium A, problemen in:
  • Identiteit: overdreven maar fluctuerende zelfwaarde
  • Zelf-directe: onredelijk hoge of lage standaarden voor zelf, gebrek aan inzicht in eigen motivatie, doelen stellen voor verkrijgen waardering anderen
  • Empathie: gebrekkige vaardigheid om behoeftes en gevoelens van anderen te herkennen en ermee te identificeren, extreme gevoeligheid voor de reacties van anderen waar relevant voor de zelf, over-of onderschatting van effect op anderen
  • Intimiteit: oppervlakkige relaties met het doel om zelfbeeld te reguleren, weinig interesse in de ervaring van anderen, focus op wat zij er zelf uitkrijgen

Criterium B, met name problemen in:
  • Grandiositeit en aandachtzoeken (antagonisme)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo