Samenvatting: Crisis En Geldzaken
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van crisis en geldzaken
-
1 crisis
-
1.1 hoofdstuk 1
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
wat is het verschil tussen een schaarst goed en een vrij goed
voor een vrij goed hoef je niet te betalen, omdat er geen natuurlijke producten voor opgeofferd worden. zoals lucht. voor een schaarst goed worden er wel producten voor opgeofferd en daarom moet je er voor betalen. -
1.2 hoofdstuk 2
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
wat is de nominale en intrensieke waarde van geld
het nominale bedrag is het bedrag dat op de munt/bankbiljet staat. de intrinsieke waarde is hoeveel het materiaal van het product waard is. -
wat is geld als rekenmiddel en ruilmiddel?
ruilmiddel; geld word dan gebruikt om te ruilen. dus eigelijk kopen. als je geld als rekenmiddel gebruikt doe je dat door de prijzen van verschillende producten te vergelijken. -
wat is het verschil tussen een absoluut en comparatief voordeel?
bij een absoluut voordeel zijn mensen in een bepaalde plaats beter in de productie van goederen
bij een comparatief voordeel kunnen mensen een product goedkoper produceren dan in andere landen -
wat is rekening couranttegoed?
een lopende rekening waarop staat wat je uitgeeft en ontvangt -
2 geldzaken
-
2.1 hoofdstuk 1 t/m 5
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
wat zijn de drie belangerijkste factoren bij geld maken?
- het moet overal even veel waard zijn
- het mag niet makkelijk vervalsbaar zijn
- het moet altijd verkrijgbaar zijn -
toelichting van een balans?activia:passivia:eigen vermogen:debiteuren:crediteuren:
activia: alle eigendommen van een persoon
passivia: het vermogen van een persoon
eigen vermogen: bezittingen - de schulden
debiteuren: mensen die jou geld moeten geven
crediteuren: mensen die jij nog geld moet geven -
2.3 hoofdstuk 7
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
wat betekend het als een munt een dubbele standaard heeft?
de waarde word bepaald door de zilver en goud prijzen -
wat betekend fiduciair?
dat geld zijn waarde niet te danken heeft aan de intrinsieke waarde met het vertrouwen dat er mee gekocht kan worden -
wat is een consumenten prijs index?
geeft het prijsverloop aan van een pakket goederen zoals dit gemmideld word aangeschaft door alle huishoudens in nederland
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden