Samenvatting: Crux 2

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Crux 2

  • 1 Circulatie 1

    Dit is een preview. Er zijn 36 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Beschrijf harttonen S1 en S2

    De tonen ontstaan niet door het sluiten van de kleppen maar de trilling die veroorzaakt wordt bij het sluiten van de kleppen

    S1: vóór begin isovolumetrische contractie sluit de AV kleppen
    S2: vóór begin isovolumetrische relaxatie sluit de aorta/pulmonalis klep

    S3: snelle vullingsfase van het hart na het sluiten van de aorta/pulmonalis

    S4: atriale contractie = altijd pathologisch

    Volgorde harttonen
    S4-S1.....................S2-S3
  • Hoe wordt de contractiliteit bepaalt? Welke maat wordt gebruikt? Wat gebeurt er met deze maat, de PV-curve en slagvolume als de contractiliteit toeneemt?

    Contractiliteit wordt bepaald door de calcium concentratie in een cel. Maat = ESPVR end systolic pressure volume relationship
    Als de contractiliteit verhoogd > ESPVR lijn wordt steiler, PV-lus wordt breden en de slagvolume neemt toe

    Hoge contractiliteit = beter bloed uitpompen (SV verhoogd) > PV-lus verbreed > ESPV wordt steiler
  • In welke 3 gevallen verandert de viscositeit van bloed

    toename viscositeit
    Polychythaemia (te veel cellen)
    Toename plasma eiwit concentratie   

    Afname viscositeit
    erytrocyten deformabiliteit
  • Welke problemen geeft een vat met lage compliantie?

    Hoge systolische bloeddruk
    meer werk voor het hart
    Minder vulling coronaire
  • Welke 3 soorten vormen van transport worden gebruikt door 3 belangrijke type capillairen?

    Continue/gesloten capillairen 
    • inter-endotheliale junctions
    • spieren
    Gevensterde capillairen
    • dunne endotheel laag met gaten 
    • darm en endocriene organen
    Discontinue capillairen
    • grote gaten
    • lever (sinusoiden)

    transcellulaire 
      • door celmembraan heen en cytosol (vetoplosbare molceulen)
    paracellulair 
      • via spleten (kleine moleculen) en inter-edncotheliale junctions
    trancytose
      • via pinocytose/transportblaasjes
  • Wat zijn 2 algemene oorzaken van oedeem en 3 lokale oorzaken?

    Algemeen
    • minder albumine aanmaak (koshiorkor: hongeroedeem)
    •  vochtretentie (hartfalen, nierfalen)


    Lokale oorzaken
    • ontsteking
    • lymfatische insufficiëntie
    • veneuze insufficiëntie (trombosebeen)
  • Naast de autonome regulatie van distributie van bloed op orgaanniveau bestaan er ook lokale regelmechanisme. Benoem 3

    Capillaire sfincters voor pre-capillaire weerstand
    Weefselmetabolieten (pO2, pCO2 en ph)
    Lokale chemische en hormonale factoren
  • Beschrijf hoe een geforceerde uitademing verloopt en de equal pressure point

    Bij een geforceerde uitademing maak je gebruik van diverse spieren waardoor de druk van buitenaf toeneemt (pleura). Op een gegeven moment is de druk van buiten af hoger dan de druk in de luchtwegen waardoor de luchtwegen een beetje dichtgedrukt worden (flow limitatie)
  • Welke 6 factoren kunnen de diffusie van O2 en CO2 beinvloeden in de alveoli?

    • Anemie
    • Verkleinde oppervlakte of verminderde alveoli
    • Vergrote interstitiële ruimte
    • Transitietijd van rode bloedcellen
      • snel of langzaam door bloedvat stromen
    • fysieke activiteit
    • slechte gaskachel > CO productie
      • CO bindt beter aan RBC dan O2
  • Hoe kun je de diffusiecapaciteit meten om membraanafwijkingen of vasculaire afwijkingen op te sporen

    membraanafwijkingen
    • pt klein % CO laten inademen omdat CO extreem bindt aan Hb waarbij het niet uitmaakt hoe snel Hb stroomt door de vaten (binding is niet rate-limiting)
    • Verschil tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht bepaald de diffusiecapaciteit en of er iets mis is met het membraan

    Vasculaire afwijkingen
    • pt O2 laten inademen omdat een langzame bloedflow en lange contacttijd wel van belang is bij O2 opname
    • Verschil tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht bepaald de diffusiecapaciteit en of er iets mis is met de vaten

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Crux 2