Infectie en Immuniteit

14 belangrijke vragen over Infectie en Immuniteit

Wat is de behandeling bij LWI

Bepalen wat de ziekteverwekker is en of het Community aquired pneumonia (CAP) of hospital aquired pneumonia (HAP)

typische ziekteverwekker (pneumokok)
  • 1. Amoxicilline
    • bij uitblijven effect na 48 uur clavulaanzuur (augmentin) gebruiken  

Wat zijn de symptomen en verschijnselen van een sepsis en meningitis

Sepsis
  • stoppen met plassen
  • verward
  • ictus (leverfunctiestoornissen)


qSOFA score (sprake van orgaandysfunctie bij acute verandering?)
  • ademhaling > 22/min
  • minder helder/verwardheid
  • systolische RR <100 mmHg


Meningitis
nekstijfheid, petechiën, misselijkheid, hoofdpijn, braken, sufheid

Waarom is een meningitis in acute fase bedreigender dan een sepsis?

Bij een meningitis kunnen de hersenen opzwellen. Door de schedel zal de medulla naar onder verschuiven en krijg je problemen met de autonome regulatie zoals ademhaling.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Benoem de 5 werkingsmechanismen van de 5 belangrijkste klassen antibiotica en Chemotherapeutica opnoemen. Hoe ontstaat resistentie.

  • bactericide
    • Beta-lactam
      • remming celwandsynthese
        • penicilline en amoxicilline
    • Quinolonen
      • remming DNA synthese
        • fluorquinolonen
    • Macroliden
      • remming eiwitsynthese
    • Nitrofuranen
      • verstoren energiehuishouding

  • bacteriostatisch + bactericide
    • trimethoprim en cotrimoxazol
      • remmen foliumzuursynthese


Intrinsieke resistentie > resistent vóór humaan gebruik
verkregen resistentie > na humaan gebruik
  • target modificatie: bacterie verandert en zo ook de target
  • hoge efflux van antibiotica uit cel
  • inactivatie door enzymen van bacterie
  • verlaagde permiabiliteit van cellen voor antibiotica

Wat zijn de verschillen tussen grampositieve, zuurvaste en negatieve bacteriën.

  • gram positief
    • dikke peptidoglycaanlaag
    • enkele membraan laag
    • na alcohol spoeling blijft kleuring blauw/paars
    • Paarse gramkleuring
  • gram negatief
    • dunne peptidoglycaanlaag
    • dubbele membraan laag
    • na alcohol spoeling vervaagt kleur naar roze
    • Rode gramkleuring
  • zuurvast 
    • behoud kleur na ontkleuringsbehandeling

Noem 2 belangrijk ziektebeelden veroorzaakt door grampositieve en negatieve bacteriën en 1 van zuurvaste bacteriën

  • gram positief
    • LWI, meestal pneumokok
    • huidinfecties
      • impetigo: krentenbaard (rondom mond)
      • furunkel: steenpuist door ontstoken haarfollikel
      • karbunkel: conglomeraat van furunkel
      • erysipelas: scherp begrensde roodheid en zwelling huid
      • cellulitis: ontsteking dermis en subcutis (dieper dan erysipelas
  • gram negatief
    • gastro-enteritis
    • UWI, meestal E.coli
  • zuurvast 
    • mycobacteriën, TBC

Wat zijn de essentiële verschillen tussen virussen en bacteriën?

  • Infectieuze dosis (hoeveel nodig om ziek te worden) is lager bij virussen dan bij bacteriën
  • Immuunreactie bij virussen = cytotoxische T-cel en bij bacteriën extracellulaire antistoffen
  • virus kan niet 'leven' zonder gastheer

Wat gebeurt er bij een acute ontsteking en welke cellen en humorale factoren spelen hierbij een rol.

Acute ontsteking
  • rubor (roodheid) > door vasodilatatie
  • calor (warmte) > door vasodilatatie
  • tumor (zwelling) > hoge permiabiliteit > vochtuittreden
  • dolor (pijn) > zwelling verdrukt zenuwen
  • loss of function > weefselschade door neutrofielen

Acute ontstekingsreactie
  • activatiebloedstollingscascade
activatie complementsysteem
    • cascade van eiwitten die elkaar activeren
    • klassiek, alternatief en lectine
  • activatie mestcellen door complement en trombine
    • afgifte histamine, TNF-alfa
      • vasodilatatie en hyperemie (toename permiabiliteit vaatwand > sereus exsudaat)
  • activatie macrofagen door vreemd lichaam of complement
    • antigeen presenterende cel
    • afgifte cytokines IL-1 en TNF-alfa
    • aantrekking neutrofielen door adhesiemoleculen tot expressie brengen (P- en E-selectine op de vaatwand)

Wat gebeurt er bij een chronische ontsteking en welke cellen en humorale factoren spelen hierbij een rol.

Chronische ontsteking = evenwicht tussen ontsteking en herstel

mononucleairen spelen belangrijke rol
  • lymfocyten (T-cellen)
  • plasmacellen
  • macrofagen  


Vorming van granuloom en fibrose

Hoe induceert de cytotoxische T-cel (CTL) apoptose

  • Fas-Fas ligand binding
  • Perforine
    • (porie in plasmamembraan waar enzymen uit CTL in kunnen)
  • TNF-alfa bindt aan TNF receptor

Waarom is een goede 'matching' van belang bij orgaantransplantatie en wat houdt graft versus host ziekte in.

Iedereen heeft een andere type HLA genen die coderen voor MHC eiwitten. Als het lichaam andere eiwitten gepresenteerd krijgt dan die gewend is zal er een afweerrespons optreden.

bij graft versus host ziekte zijn er T-cellen aanwezig in het transplantaat waardoor deze T-cellen lichaamseigen cellen als lichaamsvreemd ziet en zal aanvallen

Allergie wordt volgens Coombs en Gell in 4 groepen ingedeeld. Dat zijn:

  • Allergie
    • allergeen bindt aan IgE op mestcel > mestcel explodeert en geeft histamine, prostaglandines en leukotriënen vrij > acute effecten

  • Rhesus allergie
    • 1ste zwangerschap van rhesuspositief kind, lichaam maakt antistoffen aan, bij tweede zwangerschap zal de moeder een rhesuspositieve kind aanvallen

  • Immuuncomplex ziekte
    • vrijgekomen DNA kan neerslaan bloedvaten waardoor er immuuncomplexen ontstaan

  • t-celgemedieerde allergie
    • direct contact tussen APC en T-cel leidt tot allergie met vertraagde beloop

Benoem de 5 belangrijkste vormen van virale hepatitis, transmissieroute en serologie beeld.

  • Hepatitis A
    • fecaal-oraal
  • Hepatitis B
    • bloed, perinataal, seksueel
  • Hepatitis C
    • bloed, soms perinataal
  • Hepatitis D
    • bloed
  • Hepatitis E
    • fecaal oraal


anti-HBe (antistof aanwezig)
HBeAG ('early' antigeen aanwezig)
HBsAG ('surface' antigeen aanwezig)

Benoem
transmissieroute van HIV/AIDS
hoe de cellulaire afweer verstoord raakt
wat een opportunistische infectie is
3 belangrijkste pathogenen met ziektebeeld
2 belangrijke diagnostische markers

transmissieroute van HIV/AIDS
  • bloed
  • anale seks
  • vaginale seks
hoe de cellulaire afweer verstoord raakt
  • HIV schuilt in T-helpercellen waardoor het immuunrespons verslechtert
wat een opportunistische infectie is
  • infectie die ontstaat bij patiënten met een verslechterde afweer
3 belangrijkste pathogenen met ziektebeeld
  • candida > schimmelinfectie
  • pneumocytis > gist die pneumonie veroorzaakt
  • toxoplasmose > parasiet via katten

2 belangrijke diagnostische markers
  • aantal CD4+ (t-helper cellen)
  • aantal virussen in bloed (viral load)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo