CRUX1 (stofw1)
92 belangrijke vragen over CRUX1 (stofw1)
Wat zijn Peyers patches (vlekken)?
Proteine moet over het algemeen eerst worden afgebroken tot oligopeptiden of aminozuren voordat ze door de dunne darm kunnen worden opgenomen. hoe gebeurt dit?
- enzymen van de maag en pancreas hydrolyseren proteine tot peptiden en daarna aminozuren
- luminale enzymen verteren proteine tot peptiden. brush border enzymen zetten deze om tot aminozuren
- luminale enzymen verteren proteine tot peptiden. deze worden daarna in zijn geheel opgenomen door enterocyten en intracellulair verwerkt
- luminale enzymen verteren proteine tot peptiden. deze worden opgenomen door enterocyten en zo afgegeven aan het bloed.
Welke 2 eiwit afbrekende enzymen heb je ?
- exopeptidase: aan de buitenkant van de proteine
- endopeptidase: aan de binnenkant van de proteine
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Vetten worden uit het darmlumen opgenomen, maar hier is wel wat voor nodig. wat moet er gebeuren?
Hoe vindt de emulsificatie van vetbolletjes precies plaats?
Wat is de functie van het hormoon motiline?
Wat is de functie van het hormoon gasterine?
Is een versterkte motiliteit goed voor de opname van een medicijn?
Waardoor wordt Intrinsic Factor afgegeven en wat doet het?
Wat zijn de verschillende functies van insuline (afgegeven door beta-cellen in pancreas)?
- stimuleert verwerking voedingsstoffen lever
- stimuleert lipoproteine lipase in adipocyten en remt hormone sensitive lipase.
- stimuleert glycogenese in lever en spieren (glucokinase, proteine fosfatase -1) en remt glycogenolyse
- stimuleert glycolyse in lever en spieren en remt gluconeogenese (Foxo1)
- stimuleert lipogenese in lever en vetcellen (pyruvaat dehydrogenase en acetyl CoA carboxylase) en remt lipolyse (Foxo2)
- stimuleert presentatie GLUT4 adipocyten en spieren
- stimuleert de synthese van proteine
Waardoor worden CCK's afgeven en wat is de functie?
Waardoor wordt secretine afgegeven en wat is de functie?
Waardoor wordt leptine afgegeven en wat is de functie?
Waardoor wordt gastrine afgegeven en wat is de functie?
Waardoor wordt glucagon afgegeven en wat is de functie?
Waardoor wordt urogasterine afgegeven en wat is de functie/
Wardoor wordt pancreas polypeptide afgegeven en wat is de functie?
Waardoor wordt ghreline afgegeven en wat is de functie?
Wat zijn de verschillende soorten entero-endocriene cellen?
- G-cellen: maagepitheel. produceert gastrine en stimuleert hiermee parietale cellen
- S-cellen: dunne darm. stimuleert bicarbonaat secretie in de pancreas
- I-cellen: dunne darm. stimuleert secretie van pancreasenzymen
- Mo-cellen: dunne darm. stimuleert gladde spiercelactivatie in de darmen
- EC-cellen: dunne darm. stimuleert gladde spiercellen in bloedvaatjes.
Uit welke verschillende stappen halen we energie uit ons voedsel
- stoffen omzetten in acetyl CoA (een keten van koolstoffen, in even getallen). productie hiervan uit koolhydraten levert ATP op.
- acetyl CoA gaat door de citroenzuurcyclus. de energie hiervan wordt opgeslagen in de vorm van elektronendragers en ATP
- de eindproducten van de CZC ondergaan oxidatieve fosforylering
In welke vorm wordt voedsel voornamelijk opgeslagen?
Welke processen vinden er na het eten plaats in de lever?
- glycogenese: vorming nieuw glycogeen
- glycolyse: pyruvaat gemaakt als de lever glycogeen verzadigd is, hieruit kan vetzuur worden gemaakt.
- lipogenese: maken van nieuwe vezuren uit pyruvaat/acetyl CoA
- middenin de glycolyse kan ook glycerol worden gemaakt, wat belangrijk is voor de vorming van vetten
Wat zijn belangrijke door insuline gestimuleerde glycolyse enzymen?
- fosfofructokinase: voegt/verwijderd een fosfaatgroep van fructose. dit is een belangrijk snelheidsbepalend enzym in de cascade
- acetyl CoA carboxylase: zet acetyl CoA om in vetzuren
- pyruvaat dehydrogenase: zet pyruvaat om in acetyl CoA. dit is in gefosforyleerde staat inactief. het wordt geremd door acetyl CoA en NADH, producten van de cyclus dus.
Wat zijn de verschillende fases bij inspanning wat betreft de stofwisseling?
- eerste 10 seconden: fosfagene systeem. hierbij wordt gebruik gemaakt van de fosfocreatine en ATP in het lichaam
- tot 2 minuten: anaerobe afbraak van glycogeen tot lactaat. O2 aanvoer moet eerst op gang komen
- 5-10 minuten: aerobe afbraak van in de spier aanwezige glycogeen
- 10-40 minuten: aerobe afbraak eigen lactaat, afbraak glucose uit bloedbaan. extra expressie GLUT4 oiv elektrische impulsen
- >40 minuten: aerobe afbraak vetzuren. opname ketonlichamen. glucose opname piekt tussen de 1,5 en 3 uur.
Wat gebeurt er bij een gebrek aan koolhydraten bij inspanning?
Wat gebeurt er bij een gebrek aan aminozuren?
Wat gebeurt er bij een gebrek aan vet?
Waardoor wordt opname van koolhydraten gereguleerd?
- insuline: werkt via RTK (enzym) receptoren. stimuleert spier-, vet en levercellen tot het opnemen van glucose. in spier en vetcellen wordt dit o.a. gedaan door GLUT4 presentatie te bevorderen.
- glucagon: werkt via G-eiwitreceptoren (en dus cAMP). zorgt vooral in de lever voor meer glucose aanmaak uit verschillende bronnen
- adrenaline: werkt via G-eiwitreceptoren. het remt insuline secretie en promoot afbraak van glycogeen in spieren.
Welke 2 soorten hormonen spelen een rol in het glucose-evenwicht?
- katabole hormonen: glucagon, adrenaline, cortisol. glucagon productie wordt geremd door glucose. glucagon stimuleert: glycogenolyse, glyconeogenese (TF = Foxo1), lipolyse (TF = Foxo2), ketogenese (meer bij DM)
- anabole hormonen: insuline: door binding aan PTK receptoren worden GLUT4 kanalen gepresenteerd in spiercellen en de lever. stimuleert in de lever: glycogeensynthese, opname aminozuren/aanmaken proteine, vetsynthese en transport vetten via VLDL naar vetcellen.
Hoe vindt het transport van calcium plaats?
- in duodenum actief: vitamine D helpt bij actief transport, omdat het bij de vorming van Calbindine helpt. dit bindt in de cel aan Ca, wat de vrij [Ca] laag houdt.
- in de dunne darm passief.
Hoe vindt het transport van natrium plaats?
- Na/glucose (SGLT1) en Na/aminozuur co-transporters. dit is in de dunne darm. er is dus sprake van een copoort
- Na/H uitwisselaar. in duodenum en jejunum. er is sprake van een antipoort
- parallelle Na-H en Cl-HCO3 uitwisselaar: in ileum en proximale colon
- epitheliale Na-kanaal: in distale colon
Hoe vindt het transport van vitamine B12 plaats?
- in de maag wordt B12 gebonden aan haptocorrine. dit beschermt het tegen zure omstandigheden
- in de darmen bindt B12 aan intrinsieke factor. dit bindt aan een receptor zodat B12 opgenomen kan worden
Na opname gaan verschillende stoffen naar verschillende plekken. waar gaan de vetoplosbare vitaminen, calcium/natrium en wateroplosbare vitaminen heen?
- vetoplosbare vitaminen: gaan in de chylomicronen mee naar de lymfe en daarna naar het bloed. als het wordt afgegeven kan het naar de lever
- calcium/natrium: naar het bloed
- wateroplosbare vitamine: direct naar het bloed
Hoe vindt de regulering van hepcidine plaats? (bindt aan ferroportine, waardoor het kan worden opgenomen en afgebroken)
- de hoeveelheid transferrine dat verzadigd is: binding van transferrine aan bepaalde receptoren stimuleert de aanmaak van hepcidine, in dit proces speelt HFE een rol. door deze verandering kan er minder transferrine worden opgenomen.
- de hoeveelheid pO2: in het bloed: bij daling remt dit de aanmaak van hepcidine, zodat er meer ijzer vrijkomt en kan worden opgenomen door de rode bloedcellen.
- de hoeveelheid cytokinen. stijging stimuleert aanmaak hepcidine. hierdoor is er geen ijzer meer af te geven. macrofagen hebben het nodig en pathogenen moeten het niet krijgen.
Wat is het effect van ijzer op transferrine receptoren?
bij vermindering [Fe] heb je dus meer ijzeropname en minder opslag, waardoor [Fe] in de cel stijgt. bij een hogere [Fe] is het andersom. receptoreiwit mRNA is stabiel door binding van Iron Responsive Factors aan Iron Responsive Elements. IRF bindt moeilijk als er ijzer in de cel aanwezig is.
ferritine is een eiwit dat ijzer opslaat.
Wat zijn alle vetoplosbare vitaminen?
Waar wordt foliumzuur opgenomen in het MDK?
Wat is de functie van vitamine B12 (cobalamine)?
- stimuleert vorming van rode bloedcellen
- faciliteert de omzetting van methionine naar homocysteine
- is nodig voor de vorming van DNA (helpt bij de omzetting ribonucleotiden naar deoxyribonucleotiden)
Wat is de functie van K en wat gebeurt er als je te weinig hebt?
Wat is de functie van Fe en wat gebeurt er als je te weinig hebt?
Wat is de functie van foliumzuur en wat gebeurt er als je te weinig hebt?
Wat is de functie van calcium en wat gebeurt er als je te weinig hebt?
Wat is de functie van galzouten en wat gebeurt er bij een tekort?
Wat is de functie van vitamine D en wat gebeurt er bij een tekort?
Wat is het lig. venosum?
Welke stappen worden doorlopen bij de vorming van de middendarm?
- de middendarm groeit snel en draait 90 graden tegen de klok in
- er is een fysiologische navelstrengbreuk als de darm te groot wordt voor de buik van het embryo
- er komt nog een draaiing van 180 graden bij tegen de klok in; hierdoor komt het colon transversum voor het duodenum te liggen
- verklevingsfascie van Toldt: ontstaat. dit is de verkleving van het mesodermus van de colon ascendens en descendens met de naastgelegen buikwand. dit vormt een avasculair vlak
Welke 4 vernauwingen heeft de oesphagus?
- linker hoofdbronchus drukt tegen de oesophagus aan
- UES: bij de pharynx dus. dit houdt lucht/slijm tegen, zodat het niet de maag in kan
- aortaboog: deze drukt ertegenaan
- LES: bij diafragma. drukt dicht
Welke functies heeft de maag?
- vertering: via pepsine, zoutzuur, IF, mucus, amylase
- opslag: voedsel blijft 3-4 uur in de maag
- transport: overgang van slokdarm naar duodenum
Uit welke delen bestaat de dunne darm nog meer?
Wat is het verschil tussen jejunum en ileum?
- dikkere wand
- minder arteriele verbindingen
- langere vasa recta (vaten naar darm toe)
- geen vet in mesenterium
- vooral opname
- grotere diameter
- grote plicae circulares
- sterk geplooid
- bevat geen noduli lymphoidei aggregati
ileum:
- dunnere wand
- meer arteriele verbindingen
- kortere vasa recta (vaten naar darm toe)
- wel vet in mesenterium
- weinig opname, wel B12
- kleinere diameter
- kleine plicae circulares
- matig geplooid
- bevat noduli lymphoidei aggregati
Wat zijn de grote klieren van de tractus digestivus?
- speekselklieren
- lever/galblaas. lever produceert, galblaas slaat op. het zit vast aan de voorste buikwand met lig. falciforme. aan de achterkant heeft het een onregelmatig oppervlak. hier zijn impressies van de maag, oesophagus, nieren en colon transversum. de porta hepatis is aan de rechterkant, hier gaan: a. hepatica propria, v. portae in en ductus hepaticus gaat eruit.
- pancreas. produceert verschillende stoffen. het ligt achter de maag, met zijn kop in de C-bocht van het duodenum en zijn staart rijkend tot aan de milt
Wat is de functie van de lever, pancreas en dunne en dikke darm?
- lever: filtreren van bloed en aanmaken van stoffen nodig voor vertering
- pancreas; aanmaken insuline en glucagon en afgeven van enzymen nodig voor vertering voedsel
- dunne darm: opname water en voedingsstoffen
- dikke darm: opname water
Waar zit de klassieke links-rechtsscheiding van de lever?
Wat zijn de karakteristieken van het colon/caecum?
- taeniae: lengtespieren die in 3 bundels over colon liggen. ze zijn te kort, daarom ontstaan er zakvormpjes
- haustra: een zakvormige uitstulping door te korte taeniae
- appendices omentales: vetuistulpingen op de dikke darm
Uit welke 3 delen bestaat de buikholte, samen de cavitas abdominis?
- cavitas peritonealis: alle intraperitoneale organen. bevestigd met mesenterium. bestaat weer uit twee dele: grote zak en kleine zak (bursa omentalis)
- extraperitoneale ruimte: aan de achterkant redelijk groot (retroperitoneum).
Hoe zit de maag bevestigd?
- bij curvatura minor: omentimum minus verbindt leer met maag (lig. hepatogastricum) en duodenum (lig. hepatoduodenale). een deel van het duodenum blijft retroperitoneaal liggen
- bij curvatura major: lig. gastrocolicum, lig. gastrosplenicum (maag en milt) en lig gastrophrenicum (maag en duodenum)
Welke 5 routes kan je nemen om de pancreas te bereiken?
- mesocolon transversum: het omentum majus wordt dan opgetild
- omentum minus: hierbij ga je door de bursa omentalis heen
- lig. gastrocolicum: als je deze doorsnijdt kan je ook in de bursa omentalis komen
- lig. gastrosplenicum: niet geprefereerd, maar wordt wel gedaan als er verkleving of littekenweefsel is
- foramen omentale: te klein voor operaties
Hoe verloopt de v. portae?
Uit welke 2 groepen cellen zijn speekselklieren opgebouwd?
- sereuze groepjes: cellen die enzymen produceren
- muceuze groepjes: cellen die mucus produceren
Wat is het verschil tussen sereuze en muceuze cellen?
- gepolariseerd
- eiwit secreet
- piramide vormig
- ronde kern
- RER in grote hoeveelheid
- secretie granula zijn apicaal (kleine, zwartere, granula)
- gegroepeerd in acini (bolletjes)
- worden roze in HE kleuring
muceus:
- gepolariseerd
- mucus secreet
- cilindrisch
- samengedrukte kern (basaal)
- minder RER
- secretie granula zijn apicaal (grote granula)
- cilindrische buisjes
- worden niet gekleurd in HE kleuring
Welke verschillende celtypen bevinden zich in de pancreas/
- endocriene: eilandjes van Langerhans. lichtgekleurd bij HE. alfa-cellen: glucagon labeling, beta-cellen: insuline labeling, delta-cellen: somatostatine labeling, PP (gamma)-cellen: pancreas polypeptide labeling. alle endocriene cellen liggen gegroepeerd bij elkaar
- exocriene cellen: donkerder bij HE. liggen gegroepeerd in acini, meerdere acini vormen lobben. secreet wordt via intralobulaire afvoergangen naar interlobulaire afvoergangen getransporteerd. hierna de pancreas uit. in de wanden van de afvoergangen zitten geintercaleerde cellen deze produceren op aansturen van secretine water en carbonaat (basisch).
Wat is de ultrastructuur van exocriene cellen in de pancreas/
kern is basaal
maakt sereus secreet
veel apicale granula klaar voor secretie
Wat is de ultrastructuur van hepatocyten?
- veel RER: veel plasmaeiwitten geproduceerd
- galgangen vlak naast de hepatocyten. hier kan gal aan worden afgegeven. de hepatocyten naast de galgang zijn afgesloten met tight junctions
- groot SER: produceert gal en modificeert gifstoffen, zodat ze niet meer schadelijk zijn
- granula met glycogeen en vetbolletjes met TAGs zijn ook aanwezig.
Wat zit er in de wand van sinusoiden?
- Kupffer cellen: breken versleten ery's af
- Ito cellen: clelen die vetoplosbare vitaminen opslaan. ze produceren ook een ECM en cytokinen
Wat is de ultrastructuur van sereuze groepjes cellen?
roze HE kleuring (door eiwitten, want die zijn positief)
pyramide vormig
ronde kernen (aangezien er veel DNA moet worden afgelezen)
Wat is de ultrastructuur van muceuze cellen?
grote granula, aangezien er veel mucus moet worden afgegeven
weinig RER, weinig eiwitten moeten worden gemaakt.
geen kleuring, want geen eiwitten
Waarom heeft de oesophagus zo'n dikke laag epitheelcellen?
Waarom kleuren parietale cellen roze?
Waarom zijn slijmbekercellen paars in PAS kleuring?
Waarom zijn endocriene cellen van de pancreas lichtgekleurd in HE kleuring?
Uit welke lagen is de wand van de oesophagus opgebouwd?
submucosa
muscularis
de oesophagus heeft geen slijmbekercellen. het wordt vochtig gehouden door klieren in de submucosa, hierin is het uniek. de muceuze klieren zijn omgeven door kubisch epitheel
Uit welke lagen is de maag opgebouwd?
in de mucosa zitten maagputjes (foveola gastrica): dit is hetzelfde opgebouws als al het andere weefsel, met als enige verschil dat het kubisch epitheel is.
Hoe zijn de hepatische lobben in de lever opgebouwd?
- venule: tak van de poortader: voert voedingsstoffen aan
- arteriole: tak van de a. hepatica propria. voert O2 aan
- 1 of 2 galbuizen
in de hepatische lobben komen poortader en slagader samen in sinusoiden welke naar de centrale venen gaan. om de sinusoiden zit een perisinusoidale ruimte welke ervoor zorgt dat de microvilli van de hepatocyten in contact komen met het plasma en er dus veel uitwisseling plaats kan vinden
Wat is de ruimte van Disse?
Wat is de algemene opbouw van het MDK van binnen naar buiten?
- mucosa: in plooien van Kerckringen en bestaan uit: epitheellaag, lamina propria en muscularis mucosae
- submucosa: bindweefsellaag met submucosale plexus (plexus van Meissner). deze innerveert de muscularis mucosae. kliertjes en bloedvaten
- muscularis: zorgt voor peristaltiek. circulaire en longitudinale spierlaag.
- serosa: aan de buitenkant ook bekleed met epitheel, dit heet de tunica adventitia
Wat zijn eigenschappen van de villi?
- goed doorbloed; voor suikers en aminozuren
- hebben lymfestelsel: voor o.a. de vetten en eiwitten
- ze hebben glad spierweefsel: helpt bij beweging. de beweging zorgt ervoor dat vloeistof in de lymfecapillairen begint te stromen
- de dikke darm heeft minder microvilli dan de dunne darm, aangezien het in mindere mate voedingsstoffen moet opnemen
Waarom heeft de speekselklier een vertakte opbouw met acini aan de uiteinden?
Wat is leptine en wat is het effect ervan op obesitas?
leptine geeft over langere periodes een vol gevoel
Wat is anorexigeen en wat is het effect ervan op obesitas?
Wat is orexigeen en wat is het effect ervan op obesitas?
Wat is ghreline en wat is het effect ervan op obesitas?
Welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van obesitas?
- genetische leptineresistentie of deficientie
- MC4R afwijking: normaalgesproken zorgen deze voor een verzadigd gevoel
- afwijkende samenstelling darmflora
Wat zijn ziektes en complicaties die samenhangen met obesitas?
Wat voor test doe je bij iemand met obesitas en verdenking op het metabool syndroom?
Hoe kwantificeer je obesitas?
- gewicht
- BMI
- huidplooimetingen
- buikomtrek
- buikvetmetingen
vooral het hebben van buikvet is gevaarlijk
Wat is meestal de bepalende stap in de opname en omzetting van farmaca?
Hoe kan transport van een farmacon ergens overheen plaatsvinden?
- passieve diffusie: transport zonder ATP. snelheid is afhankelijk van de concentratiegradient, oppervlakte en farmacon (moleculair gewicht, lipofiliteit, ionisatiegraad).
- carrier gemedieerde transport: binding aan een carrier die de stof vervoerd
- actieve diffusie: transport met ATP. hierbij is een eiwit (drager) nodig. de drager is verzadigbaar en er is competitie voor gebruik van het eiwit.
Wat zijn voorbeelden van dingen die de opname van geneesmiddelen beinvloeden?
- diffusie: afhankelijk van oplossnelheid, concentratie, oppervlak
- eigenschappen farmacon
- maag- en darmvloeistof: pH waarde bepaalt de ionisatiegraad van een stof
- MDK situatie: doorbloeding, maagledigingssnelheid, motiliteit.
Wat zijn de 2 fases in enzymatische omzetting?
- introductie van een functionele groep (-OH, -SH). stoffen hiervan worden daarna via de nieren uitgescheiden. verschillende soorten: oxidatie oiv cytochroom P450 (CYP3A4 of CYP3A5). hierdoor kan het aan veel verschillende stoffen binden (= aspecifiek), reductie door de invoeging van een groep valt een deel van het molecuul weg. hydrolyse: het opsplitsen van een molecuul waarbij een H2O wordt gebruikt
- het koppelen van een groep aan je metaboliet. hierdoor wordt het nog hydrofieler. er wordt bijv. glucaronzuur op gezet. door dit extra stukje wordt het geheel polairder/hydrofieler. de stoffen worden daarna via de lever geklaard
Wat is het gevolg van incidenteel alcoholgebruik op je CYP enzymen?
Wat is het gevol van chronisch alcoholgebruik op je CYP enzymen?
Wat is het gevolg als twee geneesmiddelen die tegelijk toegediend worden door dezelfde groep enzymen worden getransformeerd?
ook zijn er medicijnen die groepen enzymen inhiberen zonder competitie. in dit geval worden medicijnen die hierdoor worden omgezet ook minder getransformeerd en is de biologische beschikbaarheid dus hoger en elminatie lager. dit is op basis van een ander prinicpe.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden