Samenvatting: Crux1 (Zhb1)

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van CRUX1 (ZHB1)

• 1 CRUX1 (ZHB1)

  Dit is een preview. Er zijn 155 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• in welke stappen vindt de neurulatie plaats?

  vorming va nde neurale buis:
  

  • chorda dorsalis zet het mesoderm boven de primitieve knoop aan tot het vormen van neuraal weefsel. dit wordt de neurale plaat
  • de neurale plaat buigt naar binnen en sluit zich, wat de neurale buis vormt. hierbij wordt een deel van de neurale plaat niet meegenomen: neurale lijstcellen. 

  
  de neurale plaat sluit zich aan de voorzijde op dag 25 en achterzijde dag 28

• in het begin, dag 26, van de neurale vorming zijn er 3 hersenblaasjes. later splitsen deze zich tot 5. de verschillende namen zijn van voor naar achteren?

  • prosencephalon (voorkant): deze scheidt zich in het telencephalon (hierin ontstaan zwellingen die de cerebrale hemisferen zullen vormen. hierin vormen zich de laterale ventrikels. en daarnaast ook diencephalon. hierin vormt zich het derde ventrikel. ook ontstaat hieruit de retina en de n.opticus. het draagt bij aan de ontwikkeling van de hypofyse. verdere structuren: thalamus, hypothalamus, epithalamus (corpus pineale en melatonine)
  • mesencephalon: midden. hierin vormt zich de aquaductus cerebri
  • rhombencephalon: hierin vormt zich het vierde ventrikel. het rhompencephalon wordt opgesplitst door de flexura pontis tot de: metencephalon en myelencephalon

• wat is de telencephale rotatie?

  zorgt voor de vorming van gyri en sulci. dit vergroot het opppervlakte van de hersneen, waardoor er meer neuronen in passen. rond week 24 krijg je de eerste gyri en sulci. bij 26 weken lijkt het al ergens op. vanaf 32 weken is het iets wat lijkt op dat van een volwassenen.

• het ruggenmerg ontwikkelt zich uit bepaalde groepen cellen. welk deel van het ruggenmerg ontwikkelt zich waaruit?

  • twee groepen aan dorsale zijde: vormen de dorsale hoorn. hier komen de sensorneuronen aan
  • twee groepen aan de ventrale zijde: vormen de ventrale hoorn. hierin zitten de motorneuronen.

  
  het centrale zenuwstelsel ontwikkelt zich uit het ectoderm

• hersenen zijn omgeven door hersenvliezen. welke zijn dit van buiten naar binnen?

  • dura mater. wordt bevoorraad door de a. meningea. deze komt bij de slaap binnen. bestaat uit endostale blad (dichter bij de schedel) en meningeale blad
  • arachnoidea: hieronder zit de subarachnoidale ruimte, waarin het liquor cerebrospinalis zit -> geeft bescherming aan de hersenen. ook oppervlakkige bloedvaten
  • pia mater: binnenste deklaag direct op de hersenen

• in welke delen is het arteriele bevoorradingssysteem van de hersenen onder te verdelen?

  • voorste systeem: van a. carotis interna links en rechts
  • achterste systeem: van a. vertebralis

  
  voorste en achterste arteriele systeem staan met elkaar in verbinding via a. communicans. dit zorgt ervoor dat de stroomgebieden nog enigszinds bloed krijgen als de arterie is geblokkeerd. de cirkel die ontstaat heet de cirkel van Willis

• welke twee soorten takken heb je in het arteriele systeem?

  • perforerende takken: dingen die naar het midden toe gaan
  • oppervlakkige takken: gaan eerst naar buiten en dan naar binnen. corticale takken behoren hiertoe: a. cerebri anterior. gaat als een soort hanenkam over de hersenen. a. cerebri media. zit aan de zijkant van je hersenen. a. cerebri posterior. zit onderaan/achter de hersenen

• wat heb je voor uitvalsverschijnselen bij uitval van de a. opthalmica?

  blindheid of gedeeltelijke gezichtsvelduitval van 1 oog

• wat heb je voor uitvalsverschijnselen bij uitval van de a. cerebri media?

  • halfzijde zwakte/gevoelsstoornis in vooral arm en gelaat
  • afasie bij ischemie in dominante hemisfeer
  • dysartrie: afzakkende mondhoek
  • hemianopsie: als een deel van de radiatio optica is aangedaan
  • hoofd/oogstand richting de kant van het infarct

• wat heb je voor uitvalsverschijnselen bij uitval van de a. cerebri anterior?

  • halfzijdige zwakte/gevoelsstoornis van vooral het been
  • gedragsstoornis
  • soms zwakte van het gelaat/arm
  • desorientatie/apathie als het voorste deel van de capsula interna of nucleus caudatus zijn aangedaan