Samenvatting: Cudi 3 | Kid
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cudi 3 | Kid
-
1 De wereld van het openbaar bestuur
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 De praktijk van het bestuur
-
Waar stoelt de complexe besluitvorming binnen de Europese Unie op?
Op compromissen tussen grote en kleine landen, tussen oude en nieuwe lidstaten, en tussen voorstanders van een federale Europese 'superstaat' en voorstanders van een intergouvernementeel Europa waarin de belangrijkste beslismacht bij de lidstaten zelf blijft liggen.
-
1.2.4 Vage grenzen
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.4
Laat hier meer flashcards zien -
De overheid heeft bovendien het monopolie op geweld, wat wil dat zeggen?
Alleen de overheid kan besluiten met harde hand afdwingen.
-
Wat is de politieke leiding van de overheid?
Gezagsdragers die voor hun functioneren direct of indirect verantwoording schuldig zijn aan democratisch gekozen vertegenwoordigende organen.
-
Wat is ambtelijk apparaat?
De aan politieke gezagsdragers ondergeschikte organisaties en functionarissen, zoals departementen, provinciale en gemeentelijke diensten en de daaraan verbonden ambtenaren.
-
Waarom stelt de Amerikaanse bestuurskundige Bozeman 'all organisations are public'?
In een hoogontwikkelde en complexe maatschappij, zoals Nederland, raakt het optreden van grote bedrijven en andere particuliere organisaties altijd ook aan publieke waarden en belangen.
-
1.3 Het ambivalente bestuur
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
De Verenigde Naties hanteert een model van 'good governance' waarmee zij de kwaliteit van de overheid in al haar lidstaten beoordeelt op basis van acht criteria. Welke acht criteria?
- Onpartijdig en open
- Rechtszeker
- Consensusgericht
- Participatief
- Vraaggericht
- Effectief en efficiënt
- Publieke verantwoording
- Transparant
-
1.3.1 Democratie: responsief bestuur
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.1
Laat hier meer flashcards zien -
De politici en gekozen bestuurders lopen een politiek beroepsrisico, wat wil dat zeggen?
Als hun beleid niet aanslaat bij een meerderheid van de bevolking, worden zij daarvoor bij de volgende verkiezingen gestraft. Zij zullen daarop anticiperen door hun voornemens en beslissingen in grote lijnen in overeenstemming te brengen met de in de maatschappij levende waarden, normen en wensen. Het systeem van verkiezingen bevordert derhalve de responsiviteit van het openbaar bestuur.
-
1.3.2 Rechtmatigheid: behoorlijk bestuur
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wie zien toe op de omzetting en handhaving van de Richtlijnen?
De Europese Commissie en het Europese Hof van Justitie.
-
1.3.3.1 Algemene Rekenkamer
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarin zijn de samenstelling en taakomschrijving van de Algemene Rekenkamer, die in haar huidige vorm al sinds 1814 bestaat, geregeld?
In de Grondwet en de Comptabiliteitswet.
-
1.3.4 Integriteit: onkreukbaar bestuur
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.4
Laat hier meer flashcards zien -
Van politici, bestuurders en ambtenaren mag men ten slotte ook verwachten dat zij integer zijn, wat wil dat zeggen?
Dat zij niet ten eigen bate gebruikmaken van hun machtspositie, dat zij niet afwijken van algemeen geldende ethische (beroeps)normen, dat zij niet omkoopbaar zijn.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden