Samenvatting: Cufa
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van CUFA
-
1 De superdiverse samenleving
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is superdiversiteit: kwalitatief, kwantitatief en normalisatie?
= een sociologisch begrip dat aangeeft dat de bevolking aan het veranderen is. Ze laat ons voorbij culturele stereotypen kijken.
--> onze samenleving is minder stabiel en homogeen --> majority-minority-cities = grote steden minder autochtoon meer allochtoon- kwalitatief: benadrukt de processen van differentiatie, met toenemende diversiteit in de diversiteit.
- kwantitatief: enorme toename van de etnisch-culturele diversiteit
- normalisatie: de mensen die nu geboren worden vinden het normaal om mensen met een andere huidskleur te zien.
-
Waarvoor staat 'de diversiteitbenadering' in het omgaan met verschil?
De diversiteitsbenadering legt de klemtoon op verscheidenheid. Verschillen worden niet bestempeld als problematisch. -
Leg uit de competentiemodel van Fantini, waarom staat bewustzijn (A+) centraal?
A+ = bewustzijn = centraal (wat stoort mij?)- ze zijn dan bewust van zichzelf
- hebben een kritische kijk op zichzelf in sociale situaties
- verandering brengen bij zichzelf in relatie tot anderen (kan ik het aanpassen?)
- kritisch en creatief omgaan in relatie met de realiteit (situatie bekijken vanuit verschillende perspectieven)
A = attitude
K = knowledge
S = skill -
Wat is het positief scenario van omgaan met verschil?
- Hoop en empowerment = centraal
- gelijkwaardige kansen voor iedereen
- actieve bestrijding van racisme en discriminatie
- rechtvaardige verdeling tussen etnische groepen
- Hoop en empowerment = centraal
-
Wat is kruispunt denken en meervoudig kijken?
Meervoudig kijken = naarmeerdere aspecten kijken binnen deidentiteit (= verschillendedeelidentiteiten )kruispunt denken =intersectionatiteit =snijpunt tussen de assen. Het biedt een kader waarin kwetsbaarheden elkaar kruisen en privileges relatief lijken n vergelijking met hetzelfde privilege bij een ander. --> rekening houden met de verschillende assen. -
2 Cultuur
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is cultuur? Welke zichtbare en onzichtbare aspecten kan je benoemen?
cultuur = complex geheel van gewoontes die een sociale groep kenmerkt.
ui-model van Hofstede:- symbolen: oppervlakkige kenmerken
- woorden, gebaren, afbeeldingen, voorwerpen, haardracht, kleding, vlaggen...
- helden: personen die over eigenschappen beschikken die in de cultuur hoog in aanzien staan.
- oprichters, presentatoren
- rituelen: collectieve activiteiten
- groeten, zoenrituelen, recepties, parades...
- waarden: kern van de cultuur
- ze geven aan welk gedrag goed of slecht is
-
Waarom is cultuur een dynamisch gegeven?
Culturen zijn geen statistische of homogene gehelen:- er is een grote interne diversiteit binnen culturen
- culturen zijn voortdurend in beweging- veranderen onder invloed van veranderende omstandigheden, interculturele contacten...
-
3 Sociale identiteit
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is sociale identiteit? Welke elementen van identiteit kan je benoemen?
Primaire dimensie: leeftijd, ras, etniciteit, gender, seksuele geaardheid en gezondheid zijn dimensies die quasi onveranderbaar zijn.
Secundaire dimensie: zijn veranderlijk en afhankelijk van keuzes/veranderingen gedurende de levensloop. Bv. Opleiding, werkervaring, burgerlijke staat, klasse, geografische regio... -
Wat is sociale identiteit? Welke elementen van identiteit kan je benoemen?
Primaire dimensie: leeftijd, ras,etniciteit , gender, seksuelegeaardheid engezondheid zijn dimensies die quasionveranderbaar zijn.Secundaire dimensie: zijn veranderlijk enafhankelijk van keuzes/veranderingen gedurende de levensloop. Bv.Opleiding ,werkervaring ,burgerlijke staat, klasse,geografische regio...
- Cultureel, sociaal, individueel bepaald
- relationeel bepaald (erkenning van andere nodig)
- niet altijd bewust
- paradoxaal: willen toebehoren tot een bepaalde groep en niet tot een andere (in- en out-group)
- sociale media speelt een grote rol (laten zien dat je het goed doet) -
Waarom zegt men dat de vorming van de identiteit in de 21ste eeuw onderdruk staat?
Identiteitsvorming staat onder druk:- door de toenemende globalisering hebben mensen angst voor het verlies aan culturele identiteit en eigenheid. Sommige ervaren globalisering als verwestering.
- kwestie van imago: daarnaast dagen sociale media mensen uit om al dan niet te moeten/wille beantwoorden aan wat als 'succesvol' wordt gezien
- door de vorming van transnationale gemeenschappen kunnen mensen tegelijk tot verschillende gemeenschappen toebehoren
migratie en identiteitsvorming:- hybride identiteit: jongeren met een migratieachtergrond, kennen een dubbele socialisatie en behoren dus eigenlijk tot twee culturen --> loyaliteitsconflicten en verwerking van trauma's
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden