ProefTT november
16 belangrijke vragen over ProefTT november
De term ‘cultuurwetenschap’ werd gemunt door de filosoof Heinrich Rickert (1863-1936), die sprakvan Kulturwissenschaft. Toch verwijst de term in Nederland vaak naar een specifieke aanpak die inde jaren zestig van de twintigste eeuw is ontstaan in Groot-Brittannië.
Wat was het uitgangspunt van de Britse onderzoekers?
Het uitgangspunt was om voorheen genegeerde onderzoeksobjecten, zoals subculturenen populaire media (vaak aangeduid met de term low culture), serieus te nemen.
Zie tekst 1.1 p. 3: ‘Britse onderzoekers wilden een alternatief bieden voor traditioneel onderzoek inde geesteswetenschappen, en hanteerden de term cultural studies, die in het Nederlands vertaaldwerd als ‘culturele studies’ of ‘cultuurwetenschappen’. Het uitgangspunt was om voorheengenegeerde onderzoeksobjecten, zoals subculturen en populaire media (vaak aangeduid met determ low culture), serieus te nemen. ‘Cultuurwetenschappen’ fungeerde binnen deze benaderingals een overkoepelende term voor uiteenlopend onderzoek naar cultuuruitingen.’
2. Peter de Goede (2015) benoemt in tekst 1.2 ‘Inleiding: klimaatverandering als super wickedproblem’ diverse eigenschappen van wicked problems en van super wicked problems.
Wat bedoelt hijmet de ‘empirische ambiguïteit’ van klimaatverandering?
De beschikbare kennis over de verschillende schakels binnen de keten van oorzaken engevolgen is tot op zekere hoogte onzeker.
1.0
Feedback
Terugkoppeling: Zie tekst 1.2 p. 1: ‘Verreweg de meeste klimaatonderzoekers zijn het erover eensdat de mens invloed heeft op klimaatverandering, maar de keten die oorzaken en gevolgen metelkaar verbindt, kent vele schakels, en het gedrag van elke schakel is tot op zekere hoogteonzeker. […] De combinatie van deze empirische […] ambiguïteit nu is kenmerkend voor dit typeweerbarstige problemen […].’
3. Dave Huitema geeft in de Podcast Leven met water (november 2021) een historisch overzicht vande veranderde verhouding van Nederland met het water. Daarbijkomt de hydraulische missie aanbod.
Wat wordt daaronder verstaan?
Het drooghouden van land voor industrie en landbouw.
1.0
Feedback
Zie Zelftoets week 2 vraag 1: ‘In het waterbeheer werd actief getracht om land droog te houden:vanaf het eind van de negentiende eeuw ging Nederland meer en meer het water gebruiken enhet landschap veranderen voor het eigen gewin (industrie en landbouw). Daarbijwerd geenrekening gehouden met de ecologische gevolgen van dit beheer.’
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Peter de Goede (2015) denkt na over de menselijke cognitie en langetermijngerichtheid enbeschrijft hierbijde beschikbaarheidsheuristiek (tekst 2.2). Wat bedoelt hijdaarmee?
De neiging om de waarschijnlijkheid van een gebeurtenis te baseren op het vermogen omdie gebeurtenis voor te stellen op basis van onze verbeelding of herinnering.
1.0
Feedback
Zie tekst 2.2 p. 1: ‘Voor klimaatverandering is ook de zogenoemde beschikbaarheidsheuristiekrelevant. Cognitieve psychologen duiden daarmee op onze neiging om de waarschijnlijkheid vaneen gebeurtenis te baseren op ons vermogen ons die gebeurtenis
voor te stellen, dat wil zeggen de beschikbaarheid van die gebeurtenis in onze verbeelding ofherinnering.’
Jilt Jorritsma schrijft in tekst 3.1 dat de waarschuwing van Amitav Ghosh in zijn boek The greatderangement (2016) voor het onvermogen van de menselijke verbeeldingskracht door schrijvers,kunstenaars en beleidsmakers gebruikt wordt.
Waarvoor gebruiken hij deze waarschuwing?
Om juist aan te tonen dat we verbeelding nodig zullen hebben om het klimaatprobleemop te lossen.
1.0
Feedback
Zie tekst 3.1 p. 2: ‘Hoewel Ghosh met zijn boek heeft willen waarschuwen voor het onvermogenvan de menselijke verbeeldingskracht, wordt zijn waarschuwing door schrijvers, kunstenaars enbeleidsmakers ook wel gebruikt om het tegendeel aan te tonen. De verbeelding wordt juist alsoplossing gezien van het probleem. ‘Alleen de verbeelding kan ons redden,’ zei de voormaligNederlandse Rijksbouwmeester Floris Alkemade in 2020 in een Brainwash Talk […].’
13.
In de zelftoets van Week 6 werd u gevraagd om de trailer van de Nederlandse young-adult filmCaptain Nova (2021) te bekijken. In deze film speelt klimaatverandering een belangrijke rol.
Hoe wordt in deze film ervoor gezorgd dat de kijker betrokken wordt bijklimaatverandering?
In het verhaal wordt in de tijd gereisd waardoor de toekomstige gevolgen vanklimaatverandering inzichtelijk worden gemaakt voor de hedendaagse kijker.
1.0
Feedback
Zie zelftoets week 6: Klimaatverandering voltrekt zich op een grote temporele schaal, waardoorhet moeilijk is de langdurige gevolgen van ons handelen te kunnen overzien of verbeelden. De filmCaptain Nova is een tijdreisfilm: de hoofdpersoon komt vanuit de toekomst (2050) naar het jaar2025 om de aarde van een klimaatramp te behoeden. De toekomstige en nog onzichtbaregevolgen van ons hedendaagse handelen worden op die manier zichtbaar gemaakt; ze zijn als hetware al aanwezig voordat ze tot uiting komen.
17
In week 7 heeft u de tekst Tussen Arcadië en Wildernis van Matthijs Schouten gelezen. Dat begintmet de beschrijving van de natuurbeschermingsbeweging in de Verenigde Staten, die in de tweedehelft van de negentiende eeuw opkwam, als doel hadden de wildernis te bewaren.
Waarom verliep dit anders dan verwacht en zien de Amerikaanse nationale parken er nu anders uitdan de stichters voor ogen hadden?
De beweging realiseerde zich niet dat de wildernis die zijkende in de Verenigde Statenhelemaal geen ongerepte wildernis was maar het resultaat van menselijk handelen.
1.0
Feedback
Zie tekst 7.1 p. 1: ‘Dat hetgeen men in nationale parken en natuurreservaten poogde te bewaren,niet altijd een werkelijk ongerepte wildernis was, werd pas veel later duidelijk. […] Wat men hadaangezien voor ongerepte natuur, was in feite een landschap dat sterk bepaald was door deoorspronkelijke bewoners van Amerika.’
19
Waarom had men in de middeleeuwen bewondering voor de kluizenaar, die werd afgebeeldomringd door wilde dieren?
De kluizenaar heeft zichtbaar zijn innerlijke wildernis overwonnen.
1.0
Feedback
Dat gold als teken dat zo iemand zijn of haar innerlijke wildernis had overwonnen en nietbeïnvloed werd door demonische krachten die heersen in de wilde natuur.
Zie tekst 7.1, p. 23-24: ‘Door trotsering van de demonische krachten die heersen in de natuur,overwint de gelovige tevens zijn innerlijke woestenij. […] De kluizenaars verkeren vaak ingezelschap van wilde dieren. De middeleeuwer heeft er geen twijfel over: bijiemand die zijninnerlijke wildernis heeft bedwongen, gedragen zelfs de meest gevaarlijke beesten zich als tammehuisdieren.’
20.
Op welke twee manieren kan de natuur mooi zijn, volgens de filosoof Immanuel Kant?
De natuur als het overweldigende, en de natuur als het welgevormde.
1.0
Feedback
Terugkoppeling: Zie tekst 7.2 p. 6: ‘De morele attitude jegens de natuur waarmee dezeontwikkeling gepaard ging laat zich verhelderen aan de hand van een belangrijk onderscheid datde filosoof Immanuel Kant in een van zijn geschriften introduceerde, namelijk het onderscheidtussen ‘das Schöne’ (het schone) en ‘das Erhabene’ (het sublieme of verhevene). De natuur, aldusKant, kan op twee manieren mooi zijn, kan in twee gedaantes onze waarneming oproepen,namelijk als het schone en als het verhevene.’
21.
In tekst 7.2 stelt auteur Hub Zwart (2002) dat de achttiende en negentiende eeuw ‘een complexbeeld’ opleveren met betrekking tot de houding van de mens tegenover de natuur in Nederland.
Waaruit bestaat die complexiteit?
Enerzijds wordt de strijd tegen het water opgevoerd, anderzijds wordt de schoonheid vande natuur bewonderd.
1.0
Feedback
Zie Tekst 7.2 p. 43-44: ‘Enerzijds wordt de strijd tegen het water opgevoerd. […] De calculerende,activistische houding jegens de natuur wordt verder geïntensiveerd. […] Anderzijds wordt (doorRomantici) de indrukwekkende schoonheid van de natuur juist in haar desolate hoedanigheidherontdekt en opgevoerd.’
22.
Zal de mens kunnen overleven zonder de natuur, volgens de Duitse filosoof Theodor Lessing(1872-1933)?
Daar geeft Lessing geen eenduidig antwoord op.
1.0
Feedback
Terugkoppeling: Zie Webcolumn Herman Simissen (Leeromgeving week 7): ‘De grote vraag is danook, of de mens kan overleven zonder natuur, of de mensheid uiteindelijk niet met de natuur aande cultuur ten onder zal gaan.
Lessing geeft geen eenduidig antwoord op deze vraag. In zijn meer donkere stemmingen is hijeenware onheilsprofeet die de onvermijdelijke ondergang van de mensheid predikt, als uitkomst vaneen proces dat de mens zelf in gang heeft gezet. In minder donkere buien voorziet hijtoch eenmogelijke uitweg.’
24.
Wat verstaat filosoof Karl Popper (1902-1994) onder ‘historicisme’?
De veronderstelling dat de loop van de geschiedenis een plot heeft.
1.0
Feedback
Zie Tekst 8.2, p. 45: ‘Deze redeneerlijn raakt aan wat de grote filosoof Karl Popper (1902-1994)‘historicisme’ noemt, de “mythe van de lotsbestemming’. Historicisme verondersteld dat de loopvan de geschiedenis een plot
heeft, een vooraf te kennen of te beredeneren verhaallijn, vaak gebaseerd op een oorspronkelijkideaalbeeld.’
25
Een kenmerk van het Antropoceen is dat ook in empirische zin het verschil tussen natuur en cultuurwegvalt’, stelt Albert Faber in tekst 8.2.
Wat bedoelt Faber daarmee?
Faber verwijst naar het wegvallen van de tegenstelling tussen natuur en cultuur dooringrijpende biotechnologische ontwikkelingen.
1.0
Feedback
Zie Tekst 8.2 p. 50: ‘We zien dat met name bijde ontwikkelingen in genetica, veredeling en demedische wetenschappen.’ t/m ‘Mens en natuur zijn in onszelf letterlijk één geworden.’
26
Het discours van de ecomodernist en het discours van de doemdenker, zoals Albert Faber diebeschrijft, lijken volkomen verschillend.
Toch hebben ze een gemene deler. Welke?
Beide discoursen zijn geworteld in een mechanistisch wereldbeeld, waarin betrokkenheidvan burgers nauwelijks van belang is.
1.0
Feedback
Zie Tekst 8.2, p. 36: ‘Een andere overeenkomst is dat beide discoursen zijn geworteld inmechanistische wereldbeelden, waarin verandering vooral een kwestie is van willen en waarinbetrokkenheid van burgers nauwelijks van belang is.’
27
‘Ecokritiek is een voorbeeld van een cultuurwetenschappelijk paradigma’.
Wat wordt er hier bedoeld met ‘paradigma’?
Een paradigma is een denkkader dat een specifieke invalshoek weergeeft van waaruit dewerkelijkheid kritisch wordt bestudeerd.
1.0
Feedback
Zie Leereenheid week 9: ‘Een paradigma is een denkkader dat een specifieke invalshoek weergeeftvan waaruit de werkelijkheid kritisch wordt bestudeerd: “een geheel van concepten, methodes entoepassingen die gedeeld worden door een aantal wetenschappers in een bepaalde periode en opeen bepaald domein van de wetenschapsbeoefening, waarbijuitgemaakt wordt wat relevant isvoor de discipline en wat niet”.’
28
Waarin overlappen de vierde golf van de ecokritiek en de derde golf van de ecokritiek, waarmee zezich onderscheiden van de eerste en tweede golf?
Beide kennen, anders dan de eerste en tweede golf, een globaal perspectief in plaats vaneen meer regionale, plaatsgebonden ecologische ervaring.
1.0
Feedback
Zie tekst 9.1 p. 3: ‘In de derde golf overstijgt ecokritiek de initiële focus op plaatsgebondenecologische ervaring en wordt regionale verbondenheid dialectisch gelinkt aan een meer globaalperspectief, […] Overlappend met die derde golf ontwaart Scott Slovic […], een vierde golf. Diedeelt de gerichtheid op de wereld van de derde golf, […].’
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden