Cultuur en communicatie - communicatie
12 belangrijke vragen over Cultuur en communicatie - communicatie
Noem drie verschillen tussen culturen in verbale communicatie
- Niet alle culturen hebben voor alle betekenisonderscheidingen een woord. (in sommige culturen worden bijv voor kleuren als blauw en groen een woord gebruikt)
- Culturen hebben voor dezelfde betekenis een code maar verschillen in associaties.
- Culturen hebben dezelfde code maar hechten een andere betekenis eraan.
Sapir en Whorf onderzochten of er een relatie is tussen cultuur en taal. Hun hypothese bestaat uit twee delen, welke
- Datgene dat in een taal kan worden uitgedrukt en de manier waarop het wordt uitgedrukt, hangen samen met sociaal-culturele onderscheidingen
- De manier waarop een individu de hem omringende wereld waarneemt en interpreteert wordt beïnvloed door de structuur vd taal die hij spreekt
Betekenis interculturele sensitiviteit?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat geeft het schrift weer
- Het geeft de betekenisdragende klanken (fonemen) van het woord weer
- Het alfabetische schrift
- Of de lettergrepen (syllabes) van een woord
Betekenis interculturele competentie?
Woorden kunnen naast schrift en taal ook op andere manieren worden weergegeven. geef voorbeelden.
Ook dmv. licht en geluidssignalen en fluit en drum signalen weergeven woorden.
Daarnaast natuurlijk door gebaren kunnen woorden weergeven. ( gebarentaal verschil evengoed vaak op regionale vlakken nog wel, niet in elk land hanteren ze dezelfde gebaren bij gebarentaal voor doven.)
In welke vier sub-categorieën wordt non-verbale communicatie verdeeld en leg ze uit.
- Illustratoren: Dat is de non-verbale comm. die het taalgebruik begeleidt, illustreert. Bijv intonatie, handgebaren, gelaatsuitdrukkingen
- Adaptoren: gebruik je om je aan te passen aan je omgeving. Je gaapt als je moet of verveeld bent, je snuit je neus als die vol zit, je rekt je uit als je te lang in dezelfde houding hebt gezeten etc.
- Emblemen: de non-verbale comm. die op dezelfde manier een betekenis heeft als een woord kan hebben, bijv. een glimlach, buiging, wuiven.
- Regulatoren: hiermee reguleer je een gesprek. dmv intonatie, gebaren en gelaatsuitdrukking laat je zien dat je bijna bent uitgesproken.
Bij non-verbale vocale comm zijn er twee verschijnselen/ aspecten die hierin kunnen typeren. welke zijn dit en leg uit wat ermee bedoelt wordt.
- De prosodische verschijnselen, Dit zijn verschijnselen die gepaard gaan met woorden. Bijv je intonatie, spreektempo en toonhoogte, deze laat zien of je de zin echt enthousiast verteld of juist ongeïnteresseerd. Dit zijn illustratoren.
- De paralinguïstische verschijnselen, dat zijn aspecten die je met je stem overbrengt waar je geen woorden voor hoeft te gebruiken bijv lachen, boeren, slurpen. Dit zijn adaptoren.
Noem een cultuurverschil in de non-verbale non-vocale comm. en bij welke categorie hoort deze.
Noem een paar universele gelaatsuitdrukkingen en bij welke categorie hoort deze
Glimlachen betekend in veel culturen wat anders en wordt in veel situaties gebruikt. noem wat voorbeelden.
Naast dat gelaatsuitdrukkingen emblemen zijn, hoort het ook nog tot andere categorieën, welke zijn dit en geef voorbeelden van cultuurverschillen.
Daarnaast zijn het ook adaptoren, bijv gapen. Is in sommige culturen wel geoorloofd en andere niet.
Ook regulatoren bijv. knikken kan in sommige culturen dat je instemt wat anderen zeggen en in Japan betekent het juist dat je het begrijpt.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden