Opvoeding in allochtone gezinnen - Het allochtone gezin als developmental niche - Kritische reflectie op enkele pedagogische kernbegrippen

6 belangrijke vragen over Opvoeding in allochtone gezinnen - Het allochtone gezin als developmental niche - Kritische reflectie op enkele pedagogische kernbegrippen

Hoe wordt het begrip "waarde" in de sociologie omschreven?

Een centrale maatstaf met behulp waarvan men het eigen gedrag en dat van anderen beoordeelt (van doorn & lammers, 1962, 99)

Welke verbanden bestaan er tussen sociale klassen en opvoedingswaarden? (Kohn)

Ouders uit de middenklasse, met uitdagend werk dat onafhankelijkheid en eigen initiatief vereist staan positief tegenover waarden als zelfontplooiing en zelf verantwoordelijkheid. Ouders uit lagere klassen die op het werk nauwelijks ruimte tot eigen initiatief krijgen hebben een conformistische visie op de sociale werkelijkheid. 

Wat zijn de belangrijkste bronnen van waarden in een samenleving (3)?

Religie, wereldbeschouwing en ideologie.

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Positieve karaktertrekken worden ook wel deugden genoemd. Wat is het verschil tussen morele deugden en wilsdeugden?

Morele deugden zijn deugden in relatie tot de medemens en algemene waarden. Wilsdeugden (zelfcontrole) zijn niet gerelateerd aan morele regels. 

Sleutel (1992) beschouwt het hebben van een levensconceptie als een noodzakelijke voorwaarde voor autonomie. Een autonoom persoon heeft volgens hem drie eigenschappen

  • Hij reguleert zijn gedrag volgens een bepaalde levensconceptie (relatief coherente set van waarden, normen, idealen en langetermijndoelen)
  • Hij wordt gemotiveerd door authentieke (intrinsieke) overwegingen en heeft een authentieke binding met zijn levensconceptie
  • Hij onderwerpt zijn levensconceptie van tijd tot  tijd aan kritische reflectie. Een persoon die alleen de eerste twee eigenschappen bezit is volgens Sleutel niet een moreel autonoom persoon, maar een persoon met plichtsbesef. Dit kan ook als conformisme worden gezien.

De opvoedingsdoelen autonomie en conformisme worden toegeschreven aan verschillende niveaus van redeneren bij ouders. Ouders van een lager niveau zouden primair normen en waarden overdragen, ouders van een hoger niveau zijn gericht op autonomie (Rispens et al., 1996). Newberger (1980) beschrijft vier kwalitatief verschillende niveaus van ouderlijk redeneren:

  1. Egoïstische oriëntatie. Alleen ervaringen en behoefte van de ouder zelf worden in de renering betrokken.
  2. Conventionele oriëntatie/ Rederen vanuit gewoontes, tradities, regels en normen die de maatschappij hen voorhoudt.
  3. Kind-oriëntatie. Het perspectief van het kind wordt bij de beredenering betrokken.
  4. Proces-of interactiegerichte oriëntatie. Coördinatie van de verschillende perspectieven.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo