Cultuurbewuste psychodiagnostiek: een methodische aanpak
11 belangrijke vragen over Cultuurbewuste psychodiagnostiek: een methodische aanpak
Uit voorgaande hoofdstukken is naar voren gekomen dat de crossculturele validiteit van het
overgrote deel van het psychodiagnostische testmateriaal problematisch is.
Naast methodologische problemen spelen communicatieproblemen en culturele verschillen tussen diagnosticus en cliënt een rol
Op welke manier draagt triangulatie bij aan de interne geldigheid van gegevens?
verzameld wordt
Op welke manier draagt een cyclisch-iteratief proces bij aan de zorgvuldigheid van handelen?
geeft tot het aanpassen van de vraagstelling, veronderstellingen en plan van aanpak.
Kern van de voorgestelde aanpak is een idiografische benadering. Deze benadering sluit aan
bij de person-centered ethnograpy en cultural formulation of diagnosis. Deze hebben gemeen
dat ze inzicht willen geven in de wijze waarop de psychologie en de subjectieve ervaring van
het individu zowel sociale en culturele processen vormen als erdoor gevormd worden.
Wat uit de casusbeschrijving naar voren komt, is dat er niet één antwoord is op de dilemma’s
van de interculturele psychodiagnostiek. Dit heeft 2 consequenties:
2. Er is sprake van work in progress; de casussen weerspiegelen de huidige state of art; er
is sprake van voortschrijdend inzicht
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Uitgaande van het model van de regulatieve cyclus is het psychodiagnostische proces op te delen in 6 fasen of stappen. Deze vormen geen lineair proces.
→ in de pychodiagnostiek is een aantal reflectieve pauzes of momenten te onderscheiden die aanleiding kunnen geven tot herbezinning en herformulering (1) van het profiel van de cliënt en de vraagstelling, of tot herziening van het plan van aanpak en de keuze van instrumenten (2). Ook kan het zijn dat tijdens de uitvoering van het plan blijkt dat bepaalde doelen niet haalbaar zijn of bepaalde taken niet uitvoerbaar (3).
4 factoren die van belang zijn bij testgebruik:
I. Kennis van en vaardigheid (mondeling en schriftelijk) in de Nederlandse taal
als tweede taal
II. Opleidingsniveau
III. Acculturatie met het migratieland
IV. Ervaring met psychologische tests
Er wordt aangeraden een culturele formulering op te stellen. Het interview biedt:
o Zicht op aanknopingspunten voor de beoordeling van acculturatie en
taalvaardigheid
o Informatie over maatschappelijke context, migratiegeschiedenis en stressoren
die daarmee verband houden
In geval van kinderen is het van belang een ontwikkelingsanamnese af te nemen en
inzicht te verwerven in de didactische voorgeschiedenis.
Cruciaal is om vanaf het eerste contact met de cliënt te werken aan een goede
onderzoeksrelatie met de cliënt. Een open, onbevooroordeelde en respectvolle
openstelling gecombineerd met een luisterende houding kan hieraan bijdragen.
Belangrijk is om na te gaan in welke mate de gepresenteerde klachten en hulpvraag
samenhangen met de maatschappelijke context van de cliënt.
o Welke factoren hebben geleid tot de hulpvraag van de cliënt?
o Wat noodzaakt tot nader onderzoek en van wie is de onderzoeksvraag
afkomstig?
o In welke mate spelen maatschappelijke factoren, zoals migrantenbestaan en
ervaringen met uitsluiting, een rol in het ontstaan en voortduren van klachten?
Globaal zijn 3 categorieën te onderscheiden met betrekking tot onderzoeksvragen in de
ggz:
o Vragen naar cognitief functioneren
o Vragen op het terrein van persoonlijkheid
De behandelaar moet zich afvragen in hoeverre de reeds beschikbare informatie door
herlezing en herordening de vraagstelling kan beantwoorden.
De onderzoeker moet zich afvragen of in deze fase psychologische tests een bijdrage
kunnen leveren aan de beantwoording van de initiële vraagstelling.
Maatregelen die bijdragen aan het verminderen van storende factoren:
o Het inzetten van een professionele tolk
o Gebruik van een tolk, familie of deskundigen als culturele informanten om meer zich
te krijgen op de betekeniswereld van de cliënt
o Het inzetten van meerdere tests en aanvullende vormen van informatieverzameling
bijvoorbeeld heteroanamnese of culturele informanten
o Testing the limits: het uiterste uit de prestatie van de cliënt halen door aanmoedigen,
het loslaten van tijdsnormen, het geven van extra instructie en de mogelijkheid tot
oefenen, het spreiden van de test(s) over meerdere contacten
Wat als er opvallende of vreemde testresultaten zijn?
o Het is zaak collega’s met kennis van de cultuur en context van de cliënt te consulteren
of te rade te gaan bij externe deskundigen om na te gaan of symptomen, gedrag of
uitingsvormen van een cliënt ook voor hen opvallend of afwijkend zijn ten opzichte
van de cultuur. Dit moet worden meegewogen in het oordeel.
o Daarnaast is het van belang navraag te doen bij de cliënt zelf (zijn bijvoorbeeld items
begrepen zoals bedoeld?) en moet kritisch worden gekeken in hoeverre de
bevindingen aansluiten bij het reeds bekende uit interview en voorgeschiedenis.
Wat wordt er in de rapportage uitgelegd?
o Op welke gronden hij tot zijn interpretatie van de testresultaten komt
o Beantwoordt de vraagstelling in eigen bewoordingen waarbij hij niet alleen de
testresultaten betrekt, maar alle informatie die hem bekend is geworden van de cliënt
o De onderzoeker formuleert zijn eindoordeel in concrete op de cliënt en zijn
problematiek toegesneden bewoordingen en vermijdt standaardformuleringen
(casus11)
o Waar nodig of gevraagd verbindt hij aan zijn conclusie adviezen voor verder
onderzoek of behandeling
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden