Samenvatting: Cultuur En Vrijheid Van Meningsuiting

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van cultuur en vrijheid van meningsuiting

• 1 Week 1 Fundamenten van de VvM

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.1 Plato

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom benadrukt Socrates dat hij voor het eerst in zijn lange leven voor het gerecht verschijnt?

  Daarmee wil hij benadrukken dat hij geen beoefende juridische orator is. Dit is onderdeel van de structurele claim die Socrates maakt: zijn uitspraken zijn ongekunsteld en maken geen gebruik van retoriek.

• Hoe definieert Socrates de taak van de rechter? Waarom kiest hij voor die definitie?

  Socrates zegt dat een rechter alleen moet opletten of er ware dingen gezegd worden. (18a) Ook dit zegt hij om hen erop te wijzen dat retorische manipulatie het oordeel van de rechters niet mag bevlekken. Hij is ervan overtuigd dat hij de waarheid spreekt en dat, wanneer de rechters hun taak navolgen ze dus in zijn voordeel zullen oordelen.

• Waarom benadrukt Socrates dat zijn eerdere aanklagers de waarheid niet spraken? (18a) Waaruit concludeert hij dat?

  Socrates heeft gezegd dat hij nooit voor het gerecht verschenen is. Dat betekent dat er van deze aanklagers geen zaak gekomen is en het daar om leugens ging. Hiermee probeert Socrates vast te stellen dat er vaker, ook in het oordeel van het rechtssysteem van Athene, leugens aan zijn adres worden gericht.

• Op wat voor manier spiegelt Socrates zijn eigen aanklacht over het bederven van de jeugd terug aan zijn tegenstanders? (18c)

  Hij benadrukt dat men al lang kwaad over hem spreekt. Zo lang zelfs, dat velen van de rechters die leugens tijdens hun kindertijd hebben gehoord en deze hebben geïnternaliseerd.

• Hoe koppelt Socrates de invloeden uit de kindertijd van de rechters aan zijn tegenstanders? (18c)

  Aangezien de rechters in hun kindertijd zijn beïnvloed door leugens over Socrates meent Socrates dat hij naast zijn huidige aanklagers ook te maken heeft met deze, veel subtielere, tegenstand onder de rechters.

• Hoe verdedigt Socrates zich tegen de bewering dat hij zich bezighoudt met onderaardse of hemelse zaken? (19b)

  Hier verlegt Socrates subtiel de lat: hij laat weten dat hij zich niet bezighoudt met dit soort wetenschap. Een lezer van Plato’s dialogen weet dat hij zich wel af en toe met deze onderwerpen inlaat, maar meestal op basis van de claims van anderen, die hij kritisch bevraagt. Met deze her-beschrijving van de aanklacht raakt Socrates wel het meest bezwaarlijke aan de aanklacht: wanneer Socrates zou menen dat hij wetenschap van deze zaken had, en deze wetenschap duidelijk incorrect was, dan zou het wellicht bezwaarlijk kunnen zijn als hij deze wetenschap verkondigde aan de jeugd van Athene.

• Waarom wordt er een onderscheid gemaakt tussen les geven tegen betaling en gratis les geven? (19e)

  Socrates benadrukt zijn armoede als een bewijs dat hij geen geld ontvangt voor zijn lessen aan de jeugd. Daarmee wil hij benadrukken dat hij, in tegenstelling tot vele notabele docenten (de zogenaamde sofisten), geen financieel belang heeft bij zijn lessen, en dus slechts de waarheid nastreeft.

• Wat zei het orakel van Delphi over Socrates? Hoe interpreteert Socrates deze uitspraak? Is er ruimte voor een andere interpretatie?

  Het orakel zei dat niemand wijzer is dan Socrates. Socrates interpreteert dan als volgt: er is niemand wijzer dan Socrates omdat alleen hij weet dat hij niets weet, en hij is dus wijzer dan degenen die menen wijs te zijn. Er is ook een mogelijkheid om de uitspraak van het orakel te interpreteren als een egalitaire uitspraak: iedereen weet evenveel als Socrates, en hij is niet in het bijzonder wijzer dan een ander. Later erkent Socrates dat dit waarschijnlijk de intentie van het orakel was. (23b)

• Waarom zegt Socrates dat hij zowel privé als publiek altijd dezelfde persoon is geweest? (33a)

  Ook nu hebben we vaak gedrag dat we privé vertonen maar niet vertonen wanneer we in het publiek zijn. Socrates beweert dat hij dit onderscheid niet maakt. Zijn achterliggende reden weer is om te benadrukken dat hij geen persoonlijk belang heeft bij zijn publieke confrontaties met zogenaamde wijsgeren. Dat is van belang voor de aanklacht dat Socrates geld zou verdienen met het bederven van de jeugd, maar ook voor zijn doorlopende argument dat hij zich niet bedient van retoriek en dus alleen begaan is met de waarheid.

• 1.2 Mijn lesaantekeningen

  Dit is een preview. Er zijn 36 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Socrates maakte zich schuldig, met bedrieglijke middelen aan:

  Primo) navorsen van wat onder de grond en in de hemel gebeurd.
  Secundo) doen triomferen zwakste argument over het sterkste
  Tertio) aanleren zelfde kunsten aan anderen