De feodale middeleeuwen - Feodaliteit een nuttig begrip?

46 belangrijke vragen over De feodale middeleeuwen - Feodaliteit een nuttig begrip?

C. van de Kieft is een van de eersten die bezwaar maakt tegen het gebruik van begrip feodaal welke punten noemt hij waarvoor dit begrip ten onrechte gebruikt wordt

  • De vele verschillende manieren waardoor het door historici gebruikt wordt
  • In de gebruikte definities van Bloch en Duby staat niet leen centraal maar de heerlijkheid
  • Verhoudingen tussen heer en boeren zijn niet van feodale aard
  • De maatschappij werd niet in zijn geheel in de periode 750-1300 gedetermineerd door feodale element

Historici zijn de laatste jaren zeer terughouden in het gebruik van het gebruik 'feodaliteit'. Welke Amsterdamse historicus formuleerde als een van de eerste historici fundamentele bezwaren tegen de term?

C. van de Kieft in een artikel dat verscheen in het jaar 1974.

Waarom kun je volgens Van de Kieft het koningschap en militaire organisatie wel feodaal noemen

De macht van de vorst was door zijn vazallen sterk gemediatiseerd en het leen lag aan de grondslag van de militaire inzet van ridders in de strijd
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke kanttekeningen plaatst Van de Kieft aan de feodale verhouding tussen koning en militaire organisatie

De mate van de macht van de koning kon sterk verschillen en al in de 12de eeuw werden huursoldaten ingezet

Die heerlijkheid hoefde niet altijd een leen te zijn. Maar wat was nog belangrijker voor Van de Kieft?

Dat de seigneurie zo centraal stond vanwege de verhouding tussen de heer en de boeren binnen die eenheid, en die verhoudingen hadden niet met feodale verhoudingen te maken, aangezien de relaties tussen boeren en heren niet van feodale aard waren. Er was immers geen sprake van een eed van trouw of het in leen geven van een stuk land.

Hoe formuleerde Van de Kieft dit?

"Het leen is bepaald niet de schakel die de feodale bovenstructuur noodzakelijk en hecht verbindt met de niet-feodale onderbouw der lokale heerschappij'' .

Op welke punten kun je het begrip feodaal niet gebruiken volgens Elizabeth Brown

  • Gebrek van eenduidigheid in gebruik van begrip feodaal
  • Feodaliteit was niet overal en steeds hetzelfde
  • Begrip zoals het gebruikt wordt is simplistisch
  • Door afstand te doen zouden historici niets steeds weer hoeven uit te leggen op welke punten de bestudeerde samenleving afwijkt
  • Feodaliteit is een constructie van juristen en historici

Wat concludeerde Van de Kieft?

Dat feodo-vazallitische verhoudingen weliswaar voor een belangrijk deel vorm hadden gegeven aan de organisatie van de heersende bovenlaag in de maatschappij en invloed uitoefende op het politieke, militaire en institutionele vlak, maar dat je moeilijk kunt stellen dat de maatschappij als geheel in de periode tussen 750 en 1300 werd gedetermineerd door het feodale element.

Wie wees ook op het gebrek aan eenduidigheid in het gebruik van het begrip en daarnaast op het feit dat feodaliteit blijkbaar niet overal en steeds hetzelfde was?

De Amerikaanse historica Elizabeth Brown

Wie deelde de doodsklap uit voor het begrip feodaal?

Door de Britse historica Susan Reynolds met haar studie getiteld Fiefs and vassals. The medieval evidence reinterpreted.

Welke punten van kritiek voert Susan Reynolds aan bij begrip feodaliteit

  • Gebrek aan precisie en accuratesse in het gebruik van het begrip
  • De persoonlijke band tussen heren en vazallen met leen als zakelijk element is in wezen een constructie van juristen uit 13de eeuw en had amper een relatie met sociale praktijk
  • Historici waren te veel gericht op het vinden van feodaliteit in de periode van de middeleeuwen.

Waardoor was feodaliteit steeds weer iets anders?

Vanwege de grote geografische verschillen en door ontwikkelingen in de loop van de tijd.

Wat was het fundamentele punt dat Susan Reynolds naar voren bracht?

Dat historici te veel gericht waren geweest op het vinden van 'feodaliteit' in de periode van de middeleeuwen. Zij hebben ten onrechte gedaan alsof die feodale verhoudingen toonaangevend waren, terwijl er vele ander vormen van horizontale en verticale verbanden bestonden. Hier waren zij blind voor.

Volgens Susan Reynolds bestonden er verschillende manieren waarop sociale relaties vorm konden krijgen.

De verhouding tussen leenheer en leenman was er maar één, er waren vele vormen van horizontale en verticale verbanden tussen 900 en 1300

Wat stelde ze in dit diepgravende boek ter discussie?

Niet alleen het begrip 'feodaliteit' vanwege het gebrek aan precisie en accuratesse in het gebruik ervan, maar ze ging verder door te betogen dat de beperktere interpretatie die Ganshof aan het concept had gegeven, namelijk de persoonlijk band tussen heren en vazallen met het leen als zakelijk element, in wezen een constructie was van juristen uit de dertiende eeuw en amper een relatie had met de sociale praktijk.

Waar werden de termen homo en fidelis die een brede betekenis hebben volgens Reynolds door historici geïnterpreteerd

Vazal

Wat was het meest fundamentele punt dat ze in haar studie naar voren bracht?

Dat historici te veel gericht waren geweest op het vinden van 'feodaliteit' in de periode van de middeleeuwen. Er bestonden talloze manieren waarop sociale relaties vorm konden krijgen, en de verhouding tussen leenheer en leenman was daar maar één van.

Wat hebben historici ten onrechte gedaan?

Alsof die feodale verhoudingen toonaangevend waren, terwijl er vele andere vormen van horizontale en verticale verbanden bestonden, die Reynolds in haar grote studie, Kingdoms and communities in Westen Europe 900 - 1300, uitvoering in kaart had gebracht.

Waarop waren volgens Reynolds de rechten die diverse personen op land konden doen gelden gebaseerd

Gewoonterecht

Welke termen werden door historici en juristen vaak nauw geïnterpreteerd als vazal?

Termen als homo (letterlijk man of mens, maar ook gebruikt voor afhankelijken in vele soorten of maten) of fidelis (letterlijk getrouwe, volgeling of gelovige), die een breed scala van betekenissen hadden.

Hoe beschouwden de meeste edelen hun land volgens Reynolds?

Als eigendom (proprium of hereditas) en niet in eerste instantie als leen. Het woord feodum (leen) komt in de periode vóór 1100 zelden voor. Bezit van grond was echter zelden absoluut.

Wanneer werd landbezit juist vaak wel  als leen beschreven?

Na het jaar 1200. Enerzijds veroorzaakt door de toepassing van het geleerde recht. Het woord 'leen' werd in die tijd bovendien steeds meer geassocieerd met een adellijke status, wat aan de populatriteit van de term bijdroeg.

Grondbezit kwam volgens Reynolds in vele vormen voor, welke opvattingen over gebruiksrecht en zeggenschap zijn er

Gebruik als gemeenschappelijk weideland, bossen om varkens te hoeden of voor houtkap. Grondbezit impliceerde zeggenschap over mensen die op de grond woonden, deze kon bepaalde afdrachten behelzen maar ook bepaalde vormen van rechtspraak

Waarom wordt volgens Reynolds na 1200 landbezit wel als leen beschreven

  • Toepassing van geleerde recht, toename van scholing aan universiteiten
  • Leen werd geassocieerd met adellijke status dit draagt bij aan populariteit van de term

Na het jaar 1200 werd landbezit juist vaak wel als een leen (feodum) beschreven. Waardoor werd dit veroorzaakt?

Door de toepassing van het geleerde recht. Juristen werden meer en meer geschoold aan universiteiten zoals die van Bologna, waar de studie van recht centraal stond.

Waarom kun je er niet vanuit gaan dat land die na 1200 een leen genoemd worden dit al voor 1200 waren, volgens Reynolds

Vorsten maakten vanaf 12de eeuw meer gebruik van het recht en geschreven woord, Zij gebruikten dit om rechten op land te laten gelden

Wat impliceerde Reynolds onderzoek?

Dat de theorie van de 'klassieke feodaliteit' voor zover die vanaf de dertiende eeuw vorm kreeg, geformuleerd werd in een totaal ander sociale omgeving dan Ganshof had betoogd.
De feodaliteit werd niet in de praktijk ontwikkeld in een periode van een verzwakt centraal gezag, zoals Ganshof had beweerd, maar het concept werd juist ontwikkeld en ingezet ten dienste van dat centraal gezag.

Wie stelde het begrip zoals gefundeerd door Duby nog meer ter discussie?

Fundamenteel geschiedde dit door de Franse historicus Dominique Barthélemy in het jaar 1997 en in een discussie in het gezaghebbende Engelse tijdschrift Past & Present.

Waar was de introductie van lenen volgens Reynolds een middel voor

Om de macht van vorsten te vergroten

Wat stelde universitair geschoolde juristen ten dienste van het gezag van vorsten?

Hun intellectuele capaciteiten, uiteraard tegen betaling. De vorsten gebruikten de door de juristen ontwikkelde concepten om meer grip te krijgen op de aristocraten in hun rijk.

Wanneer krijgt volgens Reynolds de feodale piramide vorm

13de eeuw

Wie had kritiek op Duby in Frankrijk?

Dominique Barthélemy in het jaar 1997.

Wat kwam aan het licht op zoek in de bronnen?

Dat partijen in een bepaald conflict zich over het algemeen weinig gelegen liet liggen aan de op schrift gestelde wetten, maar eerder op een pragmatische manier met een conflict omgingen, waarbij bijvoorbeeld bemiddelaars aan mediation deden.

Welke tegenstellingen zijn er tussen Ganshof en Reynolds

Volgens Ganshof kreeg de feodaliteit vorm in het Karolingische Rijk en dankte zijn oorsprong aan combinatie van trouw en een stuk in leen gegeven land. Volgens Reynolds krijgt de theorie vorm in de 13de eeuw
Volgens Ganshof werd de feodaliteit ontwikkeld in een periode van verzwakt centraal gezag, volgens Reynolds werd concept ontwikkeld en ingezet ten dienste van centraal gezag.

Wat meende Barthélemy?

Dat een aantal belangrijke ontwikkelingen die Duby schetste, niet rond het jaar 1000 plaatsvonden, maar eerder of later. Dat betekent dat we niet met een plotselinge, revolutionaire verandering te maken hebben, maar met een geleidelijk proces.

Waar gingen historici anders tegenaan kijken?

Tegen feodale anarchie. Geïnspireerd door de 'legal anthropology' kregen historici meer aandacht voor de praktijk van het verloop en het bijleggen van conflicten en lieten ze zich minder leiden door juridische bronnen die louter normatief waren. In plaats van de gang van zaken te reconstrueren op grond van bestaande wetgeving, ging men in de bronnen (vooral oorkonden)  op zoek naar de feitelijke gang van zaken.

Wat heeft het historisch debat over de sociale verhoudingen in de jaren 800-1300 niet onberoerd gelaten?

Het positieve denken over een samenleving zonder sterk centraal gezag in de jaren negentig van de twintigste eeuw een periode van deregulering, pricati9sering en liberalisering waarbij de staat zich steeds verder terugtrok uit de maatschappij.

Dominique Barthélemy stelt Duby het meeste ter discussie, op welke hoofdpunten heeft hij kritiek

  • Een aantal ontwikkelingen die Duby schetste vonden niet plaats rond 1000 maar eerder of later, een proces in plaats van revolutionair
  • Historici kijken anders tegen feodale anarchie aan

Wat betekende deze meer op de praktijk gericht aanpak voor de Karolingische periode?

Dat het koninklijke gezag in feite minder invloedrijk was dan men aannam, terwijl voor de periode van de 'feodale anarchie' bleek dat er toch meer orde in de samenleving te ontwaren viel dan Duby meende.

In plaats van feodale anarchie verschuift de aandacht naar de praktijk, waar richt het onderzoek van deze historici zich op

Het verloop en bijleggen van conflicten, in plaats van reconstructie op grond van bestaande wetgeving ging men in bronnen op zoek naar feitelijke gang van zaken.
De partijen gaan meer pragmatisch met een conflict om in plaats van een beroep doen op wetgeving

Waartoe bleken partijen die met elkaar in conflict raakten in staat te zijn?

Om hun twist min of meer zonder toevlucht tot bruut geweld bij te leggen. Men kon daarbij zijn toevlucht nemen tot een heel arsenaal aan rituelen die het beide partijen mogelijk maakten om zonder veel gezichtsverlies tot een compromis te komen, zonder dat een conflict automatisch tot geweld hoefde te leiden.

Waar hebben historici tegenwoordig oog voor?

Voor de verschillende manieren waarop men conflicten wist bij te leggen of te beteugelen in plaats van uit te gaan van anarchie, bloedvergieten en vetes.

Welke redenen geeft men waarom bij conflict partijen belang hebben om het bij te leggen en niet met elkaar op de vuist te gaan zoals Duby stelt

Sommige waren door familie- of loyaliteitsbanden met verschillende partijen verbonden
Niemand had belang bij een gewelddadig conflict omdat dit de positie van beiden zou verzwakken

Waar gingen Ganshof en Duby vanuit?

Dat zonder effectief centraal gezag een samenleving in anarchie zou vervallen. Beiden achtten een sterk centraal gezag dan ook noodzakelijk voor een goed geordende maatschappij.

Waarom is het niet toevallig dat historici juist in de jaren negentig van de vorige eeuw positiever gingen denken over een samenleving zonder sterk centraal gezag?

Omdat de jaren negentig van de vorige eeuw een periode van deregulering, privatisering en liberalisering was waarbij de staat zich steeds meer uit bepaalde sectoren van de maatschappij terugtrok.

Wat heeft dit niet onberoerd gelaten?

Het historische debat over de sociale verhoudingen in de jaren 800 - 1300, de periode die men voeger als de klassieke periode van de feodaliteit zag.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo