Beeldende kunst en muzische kunsten - Beeldende kunst - De vijfde en vierde eeuw v.Chr
19 belangrijke vragen over Beeldende kunst en muzische kunsten - Beeldende kunst - De vijfde en vierde eeuw v.Chr
Onder invloed van studie naar menselijk lichaam in wetenschappelijke zin ondergaat beeldhouwkunst in 5de eeuw v.Chr. ingrijpende veranderingen. Dit leidde in 450 v.Chr. tot nieuwe canon geschreven door Polyclitus (beeldhouwer), de kanon is verloren gegaan maar kan benaderd worden uit beeldhouwwerken en geschreven bronnen. Noem de kenmerken
- Vrijstaande figuren rust lichaamsgewicht op één been, waardoor schouder- en bekkenlijnen uit balans raakt waardoor trapeziumvorm ontstaat met korte zijde op dragende been
- Het hoofd benadrukt de dynamiek van de trapeziumvorm omdat het naar de dragende kant wijst met naar buiten gewende blik
- Lichaamsproporties zijn gedefinieerd, afgeleid uit beelden is de figuur opgebouwd uit 24 horizontale dele met middenlijn bovenkant schaamstreek en hoofd besloeg 4 delen
De beeldhouwkunst onderging in de 5eEvC ingrijpende veranderingen. Hoe kwam dat?
-Dat leidde in 450 tot een nieuwe canon op basis van medische traktaten
Wie schreef rond 450 v.Chr. een nieuwe canon op basis van medische traktaten?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe kennen wij de nieuwe canon voor de beeldhouwkunst uit ca. 450vC?
De Kanôn (regel), geschreven door beeldhouwer Polyclitus (?-420), is niet overgeleverd, maar de regel kan bij benadering worden herleid uit beeldhouwwerken en geschreven bronnen
Wat kan uit beeldhouwwerken en uitlatingen in geschreven bronnen herleid worden over de canon van Polyclitus?
- Schouder- en bekkenlijnen uit balans; trapeziumvorm
- Hoofd benadrukt trapeziumvorm-dynamiek doordat het naar deze kant neigt en de blik naar buiten wendt
- Lichaamsproporties; minder duidelijkheid
Wat hield de nieuwe canon voor de beeldhouwkunst uit ca. 450vC in?
-Door de stand van de benen raakten schouder- en bekkenlijn uit balans en ontstond er een trapeziumvorm met als korte zijde de flank van het dragende been.
-In veel beelden wordt dit benadrukt door het hoofd dat naar de korte trapeziumzijde neigt.
-Er is minder duidelijkheid over de lichaamsproporties die de canon voorschreef, maar het lijkt erop dat men de menselijke figuur opbouwde uit 24 horizontale delen (waarvan 4 voor het hoofd)
Welke werken zijn aan Polyclitus toegeschreven?
- Diadoumenus (een atleet die een overwinningslint om zijn hoofd wikkelt)
Welke beeldhouwwerken zijn aan Polyclitus zelf toegeschreven?
-Twee bronzen beelden, in 1972 opgevist uit zee bij het zuid-Italiaanse dorp Riace, zijn uit Policlitus’ tijd en daarom toegeschreven aan Polyclitus of Phidias of een andere beroemde tijdgenoot.
Door wie werd honderd jaar na Polyclitus een nieuwe canon ingevoerd?
100 jaar later voert Lysippus een nieuwe canon in, hij speelde met de optica, wat wordt hiermee bedoeld en wat voor effect had dit op de beeldhouwwerken
Hoe paste men de nieuwe canon uit ca. 450vC toe op vrouwenfiguren?
Op dezelfde manier: zelfs onder lange gewaden zijn dragend been en ontlast been goed te herkennen (bijv. de karyatiden op het Erechteion op de Akropolis, zelfs al zijn die vanwege hun dragend functie in het tempelgebouw uitermate stijf.
Hoe serieus nam men de nieuwe canon van ca. 450vC?
-Aanvankelijk waren de ‘canonische’ figuren plomp en gedrongen, later worden de beelden soepeler en eleganter (zoals de vrouwenfiguren uit de zogenaamde ‘natte stijl’ uit de late 5eEvC)
Dat men de canon voor de beeldhouwkunst als uitgangSpunt nam, blijkt uit het werk van Praxiteles, en van Lysippus die honderd jaar later een nieuwe canon invoerde. Leg uit.
-Praxiteles paste eveneens aemulatio toe door wél het hoofdschema aan te houden, maar heupen, schouders en hoofd sterker te bewegen waardoor een lijnenspel (S-curve) ontstond. Hij maakte de figuren vaak jonger dan zijn voorgangers, zijn goden zijn vaak nog pubers.
Waar vinden we de enige proportieleer die uit de oudheid op schrift is overgeleverd?
Wat werd er in de nieuw opgerichte tempels nog meer geplaatst na de overwinning op de Perzen in 480-479 v.Chr.
Welke plaats nemen de reliëfs in bij de beeldhouwkunst uit de 5e en 4eEvC?
-Zij behoren, net als de vrijstaande cultusbeelden, tot de tempelarchitectuur.
-De tempels die na de overwinning op de Perzen (480-479) werden opgericht, wedijverden in kostbaarheid
-De gevelvelden waren blikvangers geworden en bevatten soms politieke boodschappen, verpakt in mythologie
-De beelden in de gevelvelden waren bont beschilderd en, in plaats van figuren in reliëf, werden na 480 vrijstaande, volledig uitgewerkte figuren in het gevelveld geplaatst.
-Het driehoekige formaat van het gevelveld dwong de kunstenaar tot een vaste compositie.
Hoe zag de monumentale schilderkunst uit de 5e en4eEvC, die overigens volledig verloren gegaan is, er waarschijnlijk uit?
- Zonder scheidslijnen vormen zulke composities episodes van één verhaal
- De gebruikte technieken waren encaustiek op houten panelen, en fresco
Grote grafvazen uit late 5de en vroege 4de eeuw ziet men als reflecties van de schilderijen, noem aantal kenmerken
- grote aantallen figuren in gedrongen posities
- op allerlei hoogtes worden groepen voorgesteld
- combinaties vormen episodes uit één verhaal
Waarvandaan hebben wij onze kennis van de monumentale schilderkunst uit de 5e en 4eEvC?
-Men denkt een reflectie ervan te zien in grote grafvazen uit die tijd met forse aantallen figuren in gedrongen composities.
-Het grote Alexandermozaïek uit het Huis van de Faun in Pompeï (uit de late 2eEvC) is waarschijnlijk ook een weergave van een groot schilderij
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden