Filosofie in de Grieks-Romeinse wereld - Hellenistische filosofie: de opkomst van scholen

50 belangrijke vragen over Filosofie in de Grieks-Romeinse wereld - Hellenistische filosofie: de opkomst van scholen

In 305 stichtte Epicurus (341-271) een leefgemeenschap die vergelijkbaar was met die van Pythagoras. Wat was het opmerkelijke ervan?

Dat ook vrouwen en slaven lid konden zijn van de leefgemeenschap.

In 305 v.Chr. stichtte de filosoof Epicurus (341-271 v.Chr.) niet ver van Athene een platoonse Academie. Met zijn leerlingen onder wie ook vrouwen en slaven vormde hij een leefgemeenschap, waardoor werd deze gekenmerkt

Door de innige vriendschapsbanden onder haar leden

Hoe kon men, volgens Epicurus, het geluk (eudaimonia) bereiken?

Door zich te bevrijden van ongeluk en morele misère, voortkomend uit angst voor de dood en angst voor de goden
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom kan men de filosofie van Epicurus radicaler dan die van zijn voorgangers noemen

Het leven van zijn aanhangers werd getransformeerd en hield aanvaarding van onconventionele denkbeelden en waarden in.

Hoe kon men zich, volgens Epicurus, bevrijden van de angst voor de dood en de goden?

Door het verwerven van het correcte inzicht in het reilen en zeilen van de kosmos.

Ook Plato en Aristoteles hadden hun publiek een weg naar het geluk voorgehouden. Bij Epicurus wordt dit een missie, waar richtte deze missie zich op

Op grotere groepen, Epicurus wild de mensheid bevrijden van ongeluk en morele misère

Wat hield, volgens Epicurus, het correcte inzicht in het reilen en zeilen van de kosmos in?

-Het inzicht dat alles (alle waarneembare lichamen) bestaat uit onzichtbare, ondeelbare deeltjes (atomen) én lege ruimte.
-De structuur van de lichamen is toevallig ontstaan doordat atomen met bepaalde eigenschappen (vorm, gewicht, grootte) op een bepaalde manier samenklonteren en later weer uiteenvallen.
-Dit geldt ook voor de kosmos (grote atomen) en de ziel (hele fijne atomen).

Waarom hoeven wij, als wij Epicurus’ correcte inzicht verworven hebben, niet meer bang te zijn voor de dood en de goden?

-De ziel vervliegt meteen na intrede van de dood (= de scheiding van lichaam en ziel), daardoor kan zij niet persoonlijk en bewust voortleven. Er is dus geen angst nodig voor de dood.
-Doordat de goden ongestoorde gelukzaligheid bezitten, zullen zij zich met de mensen niet bemoeien en hoeven wij geen angst voor de goden te hebben.

Hoe bewees Epicurus het bestaan van de goden?

-Goden zijn droombeelden.
-Wij kunnen waarnemen (ook droombeelden) doordat wij klompjes (eidôla) atomen ontvangen die door het waargenomene worden afgescheiden.
-Het waargenomen beeld kan onze zintuigen soms vertekend bereiken.
-Het feit dat wij ons een beeld van de goden kunnen vormen, vormt het bewijs van hun bestaan.
-Want alleen reëel bestaande lichamen kunnen atomen afscheiden.

Alle waarneembare lichamen bestaan uit atomen en lege ruimte waaruit is de structuur en orde opgebouwd, wat hij blind toeval noemt

Atomen met bepaalde eigenschappen komen op een bepaalde manier samen

Waarom vond Epicurus het nodig dat men orde in zijn leven schept?

-Omdat de goden zich, in hun gelukzaligheid, niets aantrekken van de mensen
-Omdat de natuur beheerst wordt door blinde processen en zich ook niets van de mensen aantrekt.

Epicurus ontkende het bestaan van goden niet, hoe maken goden zich kenbaar aan de mensen

Via droombeelden

Hoe kunnen wij volgens Epicurus het beste orde scheppen in ons leven?

-In een vriendenkring van beperkte omvang
-in een stabiele toestand van onverstoordheid (ataraxia)
-afzien van politieke activiteiten
-door rechtvaardigheid na te streven (onrechtvaardigheid leidt tot onrust door angst voor bestraffing)

Wat was Epicurus’ visie op de menselijke natuur?

-De mens wordt ten diepste gedreven door een streven naar lust of genot (hêdonê)
-Dit natuurlijk gegeven moeten wij als basis nemen voor het formuleren van ons levensdoel (telos): het geluk

Hoe definieerde Epicurus ‘genot’ ?

Als het ontbreken van het tegendeel: lichamelijke of geestelijke pijn.

De beelden van goden moeten dus van bestaande goden afkomstig zijn al kunnen ze vervormd tot ons komen. Wat vormt de kern van het godsbegrip bij Epicurus

Gelukzaligheid, hieruit leidde hij af dat goden zich geen inspanning en zorg getroosten met betrekking tot onze menselijke aangelegenheden

Wat bedoelt men met de ‘hedonististische calculus’?

De rationele afwegingen die men moet maken om d.m.v. praktische wijsheid te komen tot keuzes die bevorderlijk zijn voor het bereiken van geluk.

De wereld is niet ingericht voor ons comfort, de natuur wordt beheert door mechanische processen. De mens moet zelf orde scheppen waarop achtte Epicurus de kans voor orde het grootste

In een vriendenkring van beperkte omvang.

In hoeverre kan men Epicurus zien als propagandist van het ongeremde en egoïstische botvieren van lichamelijke lusten, zoals zijn tegenstanders hem neerzetten?

Niet: Epicurus trachtte juist de morele en sociale deugden te funderen in zijn lustprincipe.

Onder de tegenstanders van Epicurus’ lustprincipe waren de aanhangers van de Stoa.
Wie waren zij?

-Aanhangers van Zeno van Citium (334-262) die rond 300 zijn eigen school stichtte in Athene
-Aanvankelijk werden zij ‘Zenoniërs' genoemd
-Later werden zij Stoïkoi genoemd, naar de beschilderde zuilengalerij (Stoa Poikilê) gelegen aan de centrale marktplaats in Athene, waar zij bijeenkwamen.

Epicurus hedonistische levensleer plaat het actief najagen van het hoogste genot niet in lichamelijke geneugten, waarin dan wel

Een stabiele toestand van geestelijk genoegen

Wat behelsde de filosofie van Zeno van Citium?

-Het was een synthese van invloeden van verschillende scholen, zoals de Academie van Plato en de school van de cynici
-Deze scholen hadden met elkaar gemeen dat zij zich beriepen op het voorbeeld van Socrates

Hoe definieerde Epicurus het genot

De afwezigheid van pijn, lichamelijk als geestelijk

Welke interpretatie gaf Zenos van Citium van het leven en denken van Socrates?

-Het geluk (het te bereiken levensdoel (telos)) ligt in de perfectie (deugd (aretê)) van de menselijke natuur.
-Deze valt samen met onze rationaliteit.
-De stoïsche formulering van de telos is ‘de natuur volgen’.

Wat wordt bedoeld met hedonistische calculus

Keuzes die bevorderlijk zijn voor het bereiken van geluk d.m.v. een rationele afweging of berekening.

Waarin verschilde de opvattingen van Zenos van Citium van die van de cynici?

-Volgens de cynici is dierlijk gedrag ‘natuurlijk’ en nastrevenswaardig, terwijl menselijke conventies en sociale instituties ‘onnatuurlijk’ zijn en dus afkeurenswaardig.
-Volgens Zeno van Citium moet men zijn eigen rationele natuur ontwikkelen. Dit betekent ook: deelname aan politieke instituties.

Welk radicale standpunt deelde Zeno van Citium met de cynici?

-Dat ontplooiing van onze natuur voldoende is voor het geluk: het ideaal van de ‘autarkie’ (zelfgenoegzaamheid).
-Onze natuur = onze rationale ziel
-Lichamelijke of uiterlijke factoren hebben geen invloed op ons geluk of ongeluk. Zij zijn indifferent (adiaphora): niet goed en niet slecht.
-Wij moeten ons levensgeluk dus niet afhankelijk maken van deze factoren. De gehechtheid aan indifferente dingen laat ons emotioneel reageren op de wisselvalligheden van het lot.

Net als Socrates, maar anders dan Plato en Aristoteles, verklaren de stoïcijnen emoties (pathê) en morele fouten  zonder een beroep te doen op de rationele ziel. Wat zijn emoties volgens hen?

-Emoties zijn verkeerde waardeoordelen, die ingaan tegen onze rationele natuur.
-Daarom moeten ze vermeden en uitgebannen worden: het stoïcijnse ideaal van emotievrijheid (apatheia).
-Goede gevoelens (eupatheia) zijn geen emoties, en dus toegestaan (blijdschap, voorzichtigheid e.d.)

Ook Zeno bood een eigen interpretatie van de betekenis van het leven en denken van Socrates, waar plaatste hij het telos (geluk)

In de perfectie van de menselijke natuur die samenvalt met onze rationaliteit

Wie beïnvloedde de stoïci Zeno van Citium, Cleanthes en Chrysippus wat betreft hun natuurfilosofie?

-Plato
-Met name door Timaeus: over de schepping van de wereld door een voorzienige God

Welke interpretatie gaven de stoïci aan het godsbeeld uit de Timaeus van Plato?

-een materialistische interpretatie
-God is het actieve, rationele principe dat een passief materieel principe vormt.
-Beide principes zijn lichamelijk: ieder lichaam bestaat uit vorm (God) en materie
-God valt hier samen met de Wereldziel uit Timaeus die uit adem (pneuma) bestaat.
-God manifesteert zich als ‘noodlot’ in de door hem gedetermineerde wereld.

Wat betekent Gods rationaliteit volgens de stoïci voor de kosmos?

-De stoïsche God bepaalt alles tot in het kleinste detail
-Omdat hij van de passieve materie geen weerstand ondervindt
-I.t.t. Plato’s Schepper die weerstand ondervindt van het receptakel

Wat betekent Gods rationaliteit volgens de stoïci voor ons?

-Wij moeten ons spiegelen aan het rationele patroon van de kosmos voor een moreel verantwoord en gelukkig bestaan.
-Een kenmerk van rationaliteit is dat wij consistent leven.

De stoïcijnen willen alledaagse emoties zoals woede verdriet en begeerte uitbannen, welke goede gevoelens hebben stoïci wel

Goede gevoelens zoals blijdschap en voorzichtigheid

De stoïci legden de nadruk op consistent leven als kenmerk van rationaliteit. Welke rol speelde de logica hierin?

-De logica was een van de  3 onderdelen van de stoïsche filosofie (naast ethiek en natuurfilosofie).
-Chrysippus (de ‘tweede stichter van de Stoa’) ontwierp een geheel nieuwe logica, die uitging van zinnen (proposities) in plaats van Aristoteles’ termen: ‘propositionele logica’ in plaats van ‘termenlogica’ (syllogistiek).

Epicurisme en de Stoa verschilden in hun materialisme maar hadden ook een gemeenschappelijk streven. Leg uit.

-Verschil: de stoïcijnen combineerden hun materialisme met hun visie van een voorzienig gedetermineerde wereld.
-Overeenkomst: beide scholen streven ernaar om de mens de weg naar ‘het geluk’ voor te houden

In hun natuurfilosofie waren Zeno en zijn opvolgers beïnvloed door de platoonse dialoog Timaeus, zij leverden een materialistische interpretatie, waaruit bestond deze

God is het actieve, rationele principe dat een passief materieel principe vormt. Beiden zijn lichamelijk, ieder lichaam is analyseerbaar als vorm (God) en materie

Wat verstaan zowel de stoïci als de aanhangers van Epicurus onder ‘geluk’?

Geluk is ‘gemoedsrust’ die het gevolg is van onafhankelijkheid van de wisselvalligheden van het lot.

Waardoor wordt bij de stoïsten rationaliteit gekenmerkt

Door consistentie

In het Athene van de 3e eeuw woedde een heftige competitie tussen de 4 belangrijkste scholen. Welke waren dat?

-Het Lyceum (van Aristoteles)
-De Academie (van Plato)
-De Stoa
-Het Epicurisme

Waarom speelde het Lyceum slechts een kleine rol in de richtingenstrijd tussen de scholen?

-Het wetenschappelijke ideaal van Aristoteles’ school was het contemplatieve leven.
-Dit ideaal was niet geschikt om de concurrentiedruk van de radicalere, meer praktisch gerichte nieuwe scholen te weerstaan.

Crysippus 2de stichter van de Stoa ontwierp de propositionele logica, wat is het uitgangspunt van deze logica

Deze gaat uit van de zinnen, proposities

Waarover ging de richtingenstrijd tussen de Atheense filosofiescholen in de 3e eeuw?

-Over de waarheid.
-Epicuristen en stoïcijnen waren dogmatisch: zekere kennis van de waarheid was mogelijk

Welke parallellen zijn er tussen de stoïcijnen en de school van Epicurus

Het streven om de mens een weg tot geluk voor te houden

Wat waren de standpunten van Academisten en stoïcijnen in de 3e eeuwse richtingenstrijd?

-Stoïcijnen: waarheid = de onbetwijfelbare, heldere, ‘begrijpende’ voorstelling (phantasia kataleptikê)
-Academisten: zekere kennis van de waarheid bestaat niet: dus moeten wij ons oordeel over alle mentale voorstellingen opschorten
-Stoïcijnen: wij moeten alleen ons oordeel over onheldere voorstellingen opschorten.
-Stoïcijnen: opschorting over alles maakt het leven in feite onmogelijk.
-Academisten: Voor het dagelijks leven kan men zich verlaten op datgene wat als redelijk of overtuigend voorkomt.

Hoe wordt geluk in dit verband uitgelegd

Gemoedsrust die het gevolg is van onafhankelijkheid van de wisselvalligheden van het lot.

Waarom noemt men deze strijdbare Academie uit de 3e eeuw onder Arcileus de ‘Sceptische Academie’?

-Plato was geen dogmatische filosoof hoewel hij wel zo geïnterpreteerd is
-Arcileus c.s. legden de nadruk op de onderzoekende kant van Plato’s werk
-Zij volgden de socratische traditie van het open en onbevooroordeelde debat dat vaak een open einde heeft
-Arcileus probeerde, tevergeefs, ook de socratische methode van toetsing (elenchos) doen herleven

Wat hadden epicurisme en Stoa met elkaar gemeen

Zij waren dogmatisch

De Academie onder Arcesilaus (316-241 c.Chr.) en Carneades (214-128 v.Chr.) vochten de claim en de basis van het stoïsche systeem aan en daarmee de basis, welke argumenten gebruikten zij

  • Het stoïsche criterium van de waarheid bestond niet
  • Opschorting van ons oordeel is de enige juiste reactie op alle mentale voorstellingen

De stoïsche reageerden door te zeggen dat opschorting over alles het leven onmogelijk maakt, hoe reageerden de Academici hierop.

Voor het dagelijks leven kan men zich verlaten op wat als redelijk of overtuigend overkomt

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo