De letterkunde van de Grieken en Romeinen - De Griekse en Romeinse letterkunde tijdens de keizertijd - Het classicisme en het archaïsme van de tweede en derde eeuw
11 belangrijke vragen over De letterkunde van de Grieken en Romeinen - De Griekse en Romeinse letterkunde tijdens de keizertijd - Het classicisme en het archaïsme van de tweede en derde eeuw
In welke tijd waren de klassieke Griekse en Romeinse romans in de 2e en 3eE gesitueerd?
-Behalve Chaereas e Kallirhoë (Chariton van Aphrodisias (late 1eEvC)) dat in de 5eEvC is gesitueerd. Dit is daarmee de oudste bekende historische roman.
Bijna alle Griekse en Romeinse romans zijn gesitueerd in Romeinse tijd, behalve Charitons Chaireas en Kallirhoë, speelt zich af in 5de eeuw v.Chr. waar hangt de keuze voor de 5de eeuw mee samen
Hoe verklaren de auteurs de fascinatie voor de 5eEvC bij schrijvers, architecten en beeldend kunstenaars uit de 2e en 3eEnC (2)?
-De belangstelling voor het Oosten en de Griekse oudheid bij de Romeinse keizers uit de 2e en 3eE (de Severische dynastie was afkomstig uit Noord Afrika (wiki))
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
De Griekse nostalgie ontstaat in de loop van de 2de eeuw welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van deze nostalgie
- De Romeinse overheersing
- Romeinse keizer uit de 2de en 3de eeuw hadden een grote belangstelling voor het oosten
Noem enkele voorbeelden van de belangstelling voor het klassieke Griekenland bij Griekse schrijvers uit de 2e en 3eE.
-Satirische teksten in dialoogvorm, geschreven in het attisch Grieks (‘atticisme’) waarin 5e-eeuwse schrijvers als Plato schreven, door Lucianus van Samosata (120-?)
De grote bewondering voor de Griekse auteurs en de tijd waarin ze leefden leidde ook naar een terugkeer naar Attisch Grieks van Plato en Demosthenes. Een belangrijke vertegenwoordiger van dit z.g. atticisme is Lucianus (2de eeuw), van wie in dialoogvorm geschreven satirische teksten zijn overgeleverd in traditie van menippeïsche satire. Zijn onderwerpen zijn gevarieerd, welke
Op welk moment werd fictie een passend onderwerp voor proza?
In de inleiding verklaart hij dat het enige ware aan dit verhaal is, dat hij liegt.
In de 2de en vroeg 3de eeuw traden Griekse redenaars op die reden hielden in taal en stijl van klassieke Attische redenaars en sofisten. Welke onderwerpen en op welke wijze bespraken deze redenaars
Wat verstaan we onder de ‘Tweede Sofistiek’ (4)?
-Fictionele of historische onderwerpen waarbij teruggegrepen werd naar het glorieuze verleden van het klassieke Griekenland
-Redenaars waren zo populair (volle stadions) dat ze voldoende geld hadden om gebouwen te schenken aan hun stad, zoals Herodes Atticus (101-177)
-Andere redenaars legden zich toe op pronkredes voor stad of keizer, waarbij ze niet schroomden om de keizer de les te lezen, zoals Aelius Aristides (117-181) en Dio Chrysostomus (40-120)
Wat verstaan we onder de ‘archaïsche stroming’?
-belangrijkste vertegenwoordiger: redenaar Marcus Cornelius Fronto (100-170): overgeleverd zijn slechts gedeelten van zijn (beroemde) redevoeringen en een deel van zijn correspondentie
-Aulus Gellius (130-180) schreef Noctes Atticae (Attische Nachten): een bundel met korte essays
Welk literair genre was typerend voor de productie van zowel Griekse als Romeinse schrijvers uit de keizertijd?
Voorbeelden:
----Noctes Atticae (Attische Nachten) van Aulus Gellius (130-180): bundel met korte essays
----Questiones Convivales (Sympotische vraagstukken) van Plutarchus (45-120)
----Dei Pnosophistae (Geleerdenmaaltijd) van Athenaeus (rond 200nC)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden