De oudheid na de oudheid - De Renaissance Letteren
36 belangrijke vragen over De oudheid na de oudheid - De Renaissance Letteren
In de 14e E kwam er een omslag naar een volstrekt andere manier van omgang met het klassieke erfgoed. Wie was de eerste auteur bij wie dit merkbaar was?
-Hij was de wegbereider voor de grondige bestudering van het antieke verleden, zowel van de literatuur en de filosofie, als van de materiële overblijfselen
-Daarmee was hij tevens de grondlegger van het humanisme en de renaissance
Petrarca schrijft brieven aan auteurs uit de oudheid die hij bewonderde zoals Cicero en Seneca, wat blijkt uit deze brieven over het denken van Petrarca over de oudheid
Petrarca schreef brieven aan klassieke (vooral Romeinse) auteurs die hij bewonderde. Het gevoel dat daaruit spreekt, ligt aan de basis van veel uitingen van renaissancecultuur. Welk gevoel is dat?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Veel uitingen van renaissancecultuur zijn terug te voeren op bewondering voor een verloren tijd en streven die tijd in moderne vorm te doen herleven. Wat had dit streven tot gevolg.
Welk resultaat leverde de noeste arbeid aan de universiteiten in de 15e en 16eE in het onderzoek van antieke geschriften op (3)?
-De canon van de klassieken zoals wij die nu kennen, is in deze periode opnieuw ontdekt of voor het eerst sinds de oudheid onder de aandacht gebracht
-Sindsdien zijn deze klassieken, die in de renaissance werden herontdekt, vertaald en van commentaren voorzien, een permanente inspiratiebron voor geleerden en schrijvers
In 150 jaar werden overgeleverde teksten uit oudheid herontdekt en bekendgemaakt, vanaf 1450 in druk. Veel teksten zijn in deze periode opnieuw ontdekt of voor het eerst sinds de oudheid onder de aandacht gebracht, welke literatuur
- Griekse: Homerus en Attische tragici
- Romeinse: gedichten van Catullus en Horatius, romans van Petronius en Apuleius
Wie was de eerste moderne oudheidkundige en historicus (4)?
-Hij deelde als eerste de geschiedenis in perioden in (oudheid, middeleeuwen en moderne tijd)
-Hij was de schepper van de archeologie met zijn baanbrekende De Roma instaurata (reconstructie van de topografie van het antieke Rome, drie delen 1444-1446)
-Een typisch renaissancewerk van zijn hand was De Roma triumphante (triomferend Rome (1495), over de antieke staat Rome als model voor bestuurlijke en militaire hervormingen
Flaxio Biondo (1392-1463) was eerste moderne oudheidkundige en historicus, wat gebruikte hij als eerste en welk vak schiep hij door zijn studie de topografie van het oude Rome (De Roma instaurata, Reconstructie van de topografie van het antieke Rome)
Hoe ontstonden de privéverzamelingen en openbare collecties die in de renaissance als paddenstoelen uit de grond schoten (2)?
-Deze kregen een ereplaats in verzamelingen in en buiten Rome om de grootsheid van het verleden te illustreren
Hoe zagen de verzamelaars uit de renaissance zichzelf?
De opgegraven beelden kregen plaats in verzamelingen, naast privé-collecties ontstonden ook openbare, welke
- Sextus IV paus van 1471-1484 op Capitool in Rome
- Belvedere in Vaticaan
- Londen de Arundelian Marbles samengebracht door aankopen van Thomas Howard (1585-1646)
- Peter Paul Rubens en Gerard Reynst wiens verzameling overging in collectie van Gerard van Papenbroeck (1673-1743) basis latere Rijksmuseum van Oudheden te Leiden
Noem enkele vroege privéverzamelingen van antieke objecten die in de renaissance ontstonden
-de collectie in het Belvedere in het Vaticaan (met de Laocoön, gevonden in 1506)
-de ‘Aurelian Marbles’ , in Londen bijeengebracht door Thomas Howard (1585-1646)
-de verzameling van Peter Paul Rubens in Antwerpen (beelden, inscripties, objecten)
-de verzameling van Gerard Reynst in Amsterdam (later de collectie van Gerard van Papenbrouck, nog later de collectie van het RMO)
Wanneer kwamen in Europa de grote openbare collecties van antieke voorwerpen tot stand?
Wanneer kregen de landen van herkomst van de antieke objecten hun eigen musea, en wat is de uitzondering?
-1858 Egyptisch Museum in Cairo
-1866-1889 Nationaal Archeologisch Museum in Athene
-1891 Archeologisch Museum in Istanbul
Uitzondering:
-1777 Museo Archeologico Nazionale in Napels (een van de grootste archeologische musea ter wereld)
De renaissance kwam in Rome tot volle bloei in het midden van de 15eE, te beginnen met de tijd van paus Nicolaas V (‘de eerste renaissancepaus’). Wie was hij (4)?
-Een man met een passie voor boeken, die zich inspande om van Rome een centrum van wetenschap en kunst te maken
-Hij was de grondlegger van de Vaticaanse Bibliotheek (hij liet handschriften vanuit heel Europa kopiëren of naar Rome brengen, en Griekse werken door humanisten in het Latijn vertalen)
-Hij liet nieuwe kunstwerken maken waarin christelijke en heidense motieven verenigd waren
Hoe schetste Lorenzo Valla (pauselijk secretaris, geleerde en hoogleraar welsprekendheid) de stad Rome in een rede bij de opening van het academisch jaar, kort na de dood van Nicolaas V?
Frisse blik waarmee naar het klassieke Rome werd gekeken, leverde ook inspiratie en stof voor grondige hervorming van laatmiddeleeuwse onderwijs, welke veranderingen
- Aanpassing van laatmiddeleeuwse curriculum volgens pedagogische en didactische principes van Quintilianus Institutio oratoria
- Kunstmatige scholastieke Latijn werd vervangen door natuurlijke Latijn waarmee de geleerde passief de klassieke geschriften kon lezen en actief zijn moreel-didactische taak kon vervullen in geschriften als dialogen en traktaten in briefvorm en redevoeringen.
Verschillende filosofische stromingen uit de heidense oudheid vonden tijdens de renaissance op verschillende plaatsen en verschillende tijden nieuwe aanhangers onder christelijke denkers. De auteurs noemen in de eerste plaats het neoplatonisme in het Florence van de Medici’s. Wie waren daarvan de centrale figuren (2)
-de Byzantijn Georgios Gemistos (bijgenaamd Pletho (1355-1452) bracht de ideeën van Plato onder de aandacht bij het concilie van Florence (1438-39) en was later de leider van de Platoonse Academie (een geleerdenkring in Florence die een pendant van Plato’s Academie wilde zijn)
Gedurende de gehele renaissance was de belangstelling voor, en de praktijk van, magie, alchemie en occultisme een belangrijke onderstroming, die de goedkeuring van de theologen niet kon wegdragen. Bij welke 2 prominente figuren kwam deze onderstroming naar boven?
-Heinrich Cornelius Agrippa von Nettesheim (1486-1535), arts, hoogleraar en filosoof aan de hoven van keizers en bisschoppen, was een van de eerste zoekers naar de steen der wijzen en auteur van o.a. De occulta philosophia libri tres (nog steeds een cult-klassieker) (wiki)
Beide geleerden passen zowel in de hoofdstroom van het humanisme als in de afwijkende ‘ketterse’ onderstroming.
Waardoor werd de grondige hervorming van het laatmiddeleeuwse onderwijs geïnspireerd (3)?
-Door de grote belangstelling van de vroege humanisten voor de Romeinse republiek en de rol die de welsprekendheid daar in het onderwijs had gespeeld
-Door Cicero’s ideaalbeeld van de intellectueel en volmaakte redenaar die zich inzet voor de gemeenschap
Hoe ging de hervorming van het laatmiddeleeuwse onderwijs onder invloed van de antieke Romeinse opvoedkunde praktisch in zijn werk?
-Het kunstmatige scholastieke Latijn uit de antieke redenaarspraktijk werd vervangen door het ‘echte’ natuurlijke Latijn waarmee de geleerde passief de klassieken kon lezen en actief beter in staat was om zijn moreel-didactische taak te vervullen
*Een 12-delig boek vol met praktische tips en thema’s als tweetaligheid, luidop lezen, slaan en de voordelen van het openbare onderwijs (wiki)
Op welke manier probeerden de humanisten het klassieke humanitas-idee van de mens die verantwoord in het leven staat, te verwezenlijken (2)?
-Door het schrijven van dialogen, traktaten in briefvorm en redevoeringen
----Bedoeld voor de politieke leiders en het algemene publiek van geletterden
----De strekking was doorgaans sociaal-politiek of religieus-ethisch
Wie wordt wel gezien als de belangrijkste vertegenwoordiger van het Bijbels humanisme (3)?
-Beïnvloed door de sfeer en de ideeën van de moderne devotie, een beweging van spirituele en kerkelijke hervorming
-Groeide uit tot een internationaal boegbeeld van het humanisme dankzij zijn talrijke geschriften maar vooral dankzij zijn uitgebreide briefwisseling met vrienden én tegenstanders
Hoe zag een typische Erasmus-brief er uit?
Wat zag Erasmus als zijn missie?
Wat werd vanaf het begin van de herontdekking van klassieke literatuur gedurende heel de renaissance met gebruikmaking van klassieke kunsttheorie van de imitatio en aemulatio intensief geschreven
Erasmus’ uitgangspunt bij zijn ideeën waren de kerkvaders en hun op de klassieke oudheid gebaseerde intellectuele cultuur. Waarom stuitte met name de bevordering van de studie van de Griekse taal op enig verzet?
Schrijvers in deze stijl zijn Petrarca, Pietro Bembo en Justus Lipsius, wat is kenmerkend voor de beoefening van de letterkunde in de renaissance
Noem 4 voorbeelden van het werk van Erasmus in de optimistische periode tot 1516 waarin al zijn ideeën en vernieuwen weerklank leken te krijgen.
-Een uitgave van het Nieuwe Testament in het Grieks, gebaseerd op handschriften, met een nieuwe Latijnse vertaling met commentaar
-De bezorging van talloze edities van klassieke auteurs en kerkvaders
-Dit alles geschreven in een classicistisch maar toch volstrekt modern Latijn waarmee hij de klassieken weer volledig bij de tijd bracht
Hoe kwam het dat Erasmus na 1516 voortdurend in polemieken verwikkeld raakte en tenslotte moegestreden en teleurgesteld in 1536 overleed (2)?
-Hij raakte in een enorme controverse verzeild nadat Luther in 1517 op het toneel verscheen
Waarin is Erasmus’ werk nog steeds actueel (3)?
-In zijn idealen, met name die van pacifisme en tolerantie
-In zijn werk: de 'Lof der zotheid' dat nog steeds tot de wereldliteratuur behoort (het wordt beschouwd als één van de invloedrijkste werken van de westerse beschaving, maar ook als het boek dat de weg vrij maakte voor de reformatie)
Wat was het verschil tussen het humanisme in de tijd van Erasmus en dat in de 17eE?
-het 17e-eeuwse humanisme was vooral literair en academisch van aard
Waardoor werden de snelle opkomst van de Leidse universiteit en daarmee de studie van de klassieken sterk bevorderd?
Noem 2 voorbeelden van intensieve receptie van het klassieke gedachtegoed in de literatuur van de renaissance
-De levendige dialoog die beoefenaars van de letterkunde in deze cultuurperiode aangaan met de antieke schrijvers, is kenmerkend voor de actieve en directe receptie van de klassieke oudheid in artistieke en intellectuele uitingen
Hoe ontwikkelde de filologie zich in de Nederlanden?
-In de 2e helft van de 17eE kwam de puur wetenschappelijke filologie tot ontwikkeling (filologie louter als instrument voor de reconstructie en interpretatie van klassieke teksten)
Geleidelijk aan werd de volkstaal, in plaats van het Neolatijn, het medium voor hogere literaire kunst. Hoe ging dit in zijn werk (3)?
-vaak in rechtstreekse wisselwerking met de Neolatijnse literatuur
-in samenhang met het uit de mode raken van het latijn als lingua franca ten gunste van het frans, in de loop van de 18eE
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden