De oudheid na de oudheid - De Renaissance Letteren

36 belangrijke vragen over De oudheid na de oudheid - De Renaissance Letteren

In de 14e E kwam er een omslag naar een volstrekt andere manier van omgang met het klassieke erfgoed. Wie was de eerste auteur bij wie dit merkbaar was?

-Francesco Petrarca (1304-1374) is de eerste auteur bij wie een nieuwe houding ten opzichte van de klassieke oudheid duidelijk kan worden vastgesteld.
-Hij was de wegbereider voor de grondige bestudering van het antieke verleden, zowel van de literatuur en de filosofie, als van de materiële overblijfselen
-Daarmee was hij tevens de grondlegger van het humanisme en de renaissance

Petrarca schrijft brieven aan auteurs uit de oudheid die hij bewonderde zoals Cicero en Seneca, wat blijkt uit deze brieven over het denken van Petrarca over de oudheid

De oudheid had een modelbeschaving die gevolgd werd door een duistere periode van verval en dat het zijn grootste wens was het Romeinse verleden opnieuw te beleven

Petrarca schreef brieven aan klassieke (vooral Romeinse) auteurs die hij bewonderde. Het gevoel dat daaruit spreekt, ligt aan de basis van veel uitingen van renaissancecultuur. Welk gevoel is dat?

De bewondering voor een verloren tijd en het streven die tijd in een moderne vorm opnieuw te beleven
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Veel uitingen van renaissancecultuur zijn terug te voeren op bewondering voor een verloren tijd en streven die tijd in moderne vorm te doen herleven. Wat had dit streven tot gevolg.

Grondige bestudering van de literatuur, filosofie en van de materiële overblijfselen

Welk resultaat leverde de noeste arbeid aan de universiteiten in de 15e en 16eE in het onderzoek van antieke geschriften op (3)?

-In een kleine 150 jaar werden vele (in handschriften overgeleverde) teksten uit de oudheid herontdekt en aan geleerden bekendgemaakt, in de vorm van kopieën in handschrift en later (na 1450) in druk
-De canon van de klassieken zoals wij die nu kennen, is in deze periode opnieuw ontdekt of voor het eerst sinds de oudheid onder de aandacht gebracht
-Sindsdien zijn deze klassieken, die in de renaissance werden herontdekt, vertaald en van commentaren voorzien, een permanente inspiratiebron voor geleerden en schrijvers

In 150 jaar werden overgeleverde teksten uit oudheid herontdekt en bekendgemaakt, vanaf 1450 in druk. Veel teksten zijn in deze periode opnieuw ontdekt of voor het eerst sinds de oudheid onder de aandacht gebracht, welke literatuur

  • Griekse: Homerus en Attische tragici
  • Romeinse: gedichten van Catullus en Horatius, romans van Petronius en Apuleius

Wie was de eerste moderne oudheidkundige en historicus (4)?

-Flavio Biondo (1392-1463)
-Hij deelde als eerste de geschiedenis in perioden in (oudheid, middeleeuwen en moderne tijd)
-Hij was de schepper van de archeologie met zijn baanbrekende De Roma instaurata (reconstructie van de topografie van het antieke Rome, drie delen 1444-1446)
-Een typisch renaissancewerk van zijn hand was De Roma triumphante (triomferend Rome (1495), over de antieke staat Rome als model voor bestuurlijke en militaire hervormingen

Flaxio Biondo (1392-1463) was eerste moderne oudheidkundige en historicus, wat gebruikte hij als eerste en welk vak schiep hij door zijn studie de topografie van het oude Rome (De Roma instaurata, Reconstructie van de topografie van het antieke Rome)

Hij deelde de geschiedenis in in tijdvakken (oudheid, middeleeuwen en moderne tijd), zijn werk over de topografie was het begin van de archeologie

Hoe ontstonden de privéverzamelingen en openbare collecties die in de renaissance als paddenstoelen uit de grond schoten (2)?

-In het voetspoor van Flavio Biondi werd veel speurwerk gedaan naar antieke objecten, vooral toen in de late 15eE in toenemende mate beelden en reliëfs in Rome werden opgegraven
-Deze kregen een ereplaats in verzamelingen in en buiten Rome om de grootsheid van het verleden te illustreren

Hoe zagen de verzamelaars uit de renaissance zichzelf?

Als erfgenamen van de oude Romeinen

De opgegraven beelden kregen plaats in verzamelingen, naast privé-collecties ontstonden ook openbare, welke

  • Sextus IV paus van 1471-1484 op Capitool in Rome
  • Belvedere in Vaticaan
  • Londen de Arundelian Marbles samengebracht door aankopen van Thomas Howard (1585-1646)
  • Peter Paul Rubens en Gerard Reynst wiens verzameling overging in collectie van Gerard van Papenbroeck (1673-1743) basis latere Rijksmuseum van Oudheden te Leiden

Noem enkele vroege privéverzamelingen van antieke objecten die in de renaissance ontstonden

-de collectie van Sixtus IV (paus van 1471-84) op het Capitool (met de buste van Brutus, de lupa capitolina en de inscripties met de Romeinse fasti (kalender, gunstige dagen))
-de collectie in het Belvedere in het Vaticaan (met de Laocoön, gevonden in 1506)
-de ‘Aurelian Marbles’ , in Londen bijeengebracht door Thomas Howard (1585-1646)
-de verzameling van Peter Paul Rubens in Antwerpen (beelden, inscripties, objecten)
-de verzameling van Gerard Reynst in Amsterdam (later de collectie van Gerard van Papenbrouck, nog later de collectie van het RMO)

Wanneer kwamen in Europa de grote openbare collecties van antieke voorwerpen tot stand?

De grote openbare collecties zoals die van het British Museum, het Albertinum (Dresden) en het Musée du Louvre kwamen pas in de 18eE tot stand

Wanneer kregen de landen van herkomst van de antieke objecten hun eigen musea, en wat is de uitzondering?

In de 19eE:
-1858 Egyptisch Museum in Cairo
-1866-1889 Nationaal Archeologisch Museum in Athene
-1891 Archeologisch Museum in Istanbul
Uitzondering:
-1777 Museo Archeologico Nazionale in Napels (een van de grootste archeologische musea ter wereld)

De renaissance kwam in Rome tot volle bloei in het midden van de 15eE, te beginnen met de tijd van paus Nicolaas V (‘de eerste renaissancepaus’). Wie was hij (4)?

-Tommaso Parentucelli (1397-1455, paus van 1447-1455)
-Een man met een passie voor boeken, die zich inspande om van Rome een centrum van wetenschap en kunst te maken
-Hij was de grondlegger van de Vaticaanse Bibliotheek (hij liet handschriften vanuit heel Europa kopiëren of naar Rome brengen, en Griekse werken door humanisten in het Latijn vertalen)
-Hij liet nieuwe kunstwerken maken waarin christelijke en heidense motieven verenigd waren

Hoe schetste Lorenzo Valla (pauselijk secretaris, geleerde en hoogleraar welsprekendheid) de stad Rome in een rede bij de opening van het academisch jaar, kort na de dood van Nicolaas V?

Hij schetste Rome als centrum van het christendom en als plaats waar geleerden en kunstenaars uit de hele wereld samenstromen om dankzij het Latijn, hun gemeenschappelijke taal, in onderlinge wedijver te werken, waardoor Rome als centrum van de beschaving voor het eerst sinds de oudheid opnieuw herleeft

Frisse blik waarmee naar het klassieke Rome werd gekeken, leverde ook inspiratie en stof voor grondige hervorming van laatmiddeleeuwse onderwijs, welke veranderingen

  • Aanpassing van laatmiddeleeuwse curriculum volgens pedagogische en didactische principes van Quintilianus Institutio oratoria
  • Kunstmatige scholastieke Latijn werd vervangen door natuurlijke Latijn waarmee de geleerde passief de klassieke geschriften kon lezen en actief zijn moreel-didactische taak kon vervullen in geschriften als dialogen en traktaten in briefvorm en redevoeringen.

Verschillende filosofische stromingen uit de heidense oudheid vonden tijdens de renaissance op verschillende plaatsen en verschillende tijden nieuwe aanhangers onder christelijke denkers. De auteurs noemen in de eerste plaats het neoplatonisme in het Florence van de Medici’s. Wie waren daarvan de centrale figuren (2)

-Marsilio Ficino (1433-1499) vertaalde de dialogen van Plato in het Latijn op verzoek van Cosimo de Medici en formuleerde een filosofie waarin de ideeën van Plotinus (205-270) en de christelijke theologie van zijn tijd verenigd waren.
-de Byzantijn Georgios Gemistos (bijgenaamd Pletho (1355-1452) bracht de ideeën van Plato onder de aandacht bij het concilie van Florence (1438-39) en was later de leider van de Platoonse Academie (een geleerdenkring in Florence die een pendant van Plato’s Academie wilde zijn)

Gedurende de gehele renaissance was de belangstelling voor, en de praktijk van, magie, alchemie en occultisme een belangrijke onderstroming, die de goedkeuring van de theologen niet kon wegdragen. Bij welke 2 prominente figuren kwam deze onderstroming naar boven?

-Marsilio Ficino (1433-1499) formuleerde ideeën over magie, astrologie en kosmologie die wortelden in het eeuwenoude gedachtegoed over microkosmos en macrokosmos
-Heinrich Cornelius Agrippa von Nettesheim (1486-1535), arts, hoogleraar en filosoof aan de hoven van keizers en bisschoppen, was een van de eerste zoekers naar de steen der wijzen en auteur van o.a. De occulta philosophia libri tres (nog steeds een cult-klassieker) (wiki)
Beide geleerden passen zowel in de hoofdstroom van het humanisme als in de afwijkende ‘ketterse’ onderstroming.

Waardoor werd de grondige hervorming van het laatmiddeleeuwse onderwijs geïnspireerd (3)?

-Door de frisse bik waarmee naar het klassieke Rome gekeken werd
-Door de grote belangstelling van de vroege humanisten voor de Romeinse republiek en de rol die de welsprekendheid daar in het onderwijs had gespeeld
-Door Cicero’s ideaalbeeld van de intellectueel en volmaakte redenaar die zich inzet voor de gemeenschap

Hoe ging de hervorming van het laatmiddeleeuwse onderwijs onder invloed van de antieke Romeinse opvoedkunde praktisch in zijn werk?

-Het laatmiddeleeuwse curriculum werd aangepast volgens de pedagogische en didactische principes van Quintillianus’ (35-100) Institutia Oratoria (Opleiding tot redenaar)*
-Het kunstmatige scholastieke Latijn uit de antieke redenaarspraktijk werd vervangen door het ‘echte’ natuurlijke Latijn waarmee de geleerde passief de klassieken kon lezen en actief beter in staat was om zijn moreel-didactische taak te vervullen
*Een 12-delig boek vol met praktische tips en thema’s als tweetaligheid, luidop lezen, slaan en de voordelen van het openbare onderwijs (wiki)

Op welke manier probeerden de humanisten het klassieke humanitas-idee van de mens die verantwoord in het leven staat, te verwezenlijken (2)?

-Door het propageren van het voortdurend lezen van de letterkundige en filosofische werken uit de Griekse en Romeinse oudheid
-Door het schrijven van dialogen, traktaten in briefvorm en redevoeringen
----Bedoeld voor de politieke leiders en het algemene publiek van geletterden
----De strekking was doorgaans sociaal-politiek of religieus-ethisch

Wie wordt wel gezien als de belangrijkste vertegenwoordiger van het Bijbels humanisme (3)?

-Desiderius Erasmus (1466-1536) bracht de humanistische idealen duidelijk en consistent onder woorden
-Beïnvloed door de sfeer en de ideeën van de moderne devotie, een beweging van spirituele en kerkelijke hervorming
-Groeide uit tot een internationaal boegbeeld van het humanisme dankzij zijn talrijke geschriften maar vooral dankzij zijn uitgebreide briefwisseling met vrienden én tegenstanders

Hoe zag een typische Erasmus-brief er uit?

Een typische Erasmus-brief is meer dan een bericht over privéaangelegenheden voor familie en vrienden; het is een in persoonlijke vorm gesteld pamflet of essay over een prangende kwestie, gericht tot de hele christengemeenschap,

Wat zag Erasmus als zijn missie?

-Bij te dragen aan een hervorming van de theologie, van de moraal van kerk, staat en individu, en van ieders godsdienstbeleving. Kortom: een totale wedergeboorte van het christendom.

Wat werd vanaf het begin van de herontdekking van klassieke literatuur gedurende heel de renaissance met gebruikmaking van klassieke kunsttheorie van de imitatio en aemulatio intensief geschreven

Poëzie en proza vooral in het latijn, en bevat alle traditionele Griekse en Romeinse genres met vele eigenaardigheden en vernieuwingen, waarbij per auteur, per land of per periode allerlei variaties ten opzichte van de klassieke voorbeelden optreden.

Erasmus’ uitgangspunt bij zijn ideeën waren de kerkvaders en hun op de klassieke oudheid gebaseerde intellectuele cultuur. Waarom stuitte met name de bevordering van de studie van de Griekse taal op enig verzet?

Omdat onder de conservatieve theologen van zijn tijd de Griekse taal van het oosterse christendom lang in de kwalijke reuk van de ketterij had gestaan

Schrijvers in deze stijl zijn Petrarca, Pietro Bembo en Justus Lipsius, wat is kenmerkend voor de beoefening van de letterkunde in de renaissance

Levendige dialoog die schrijvers aangaan met de antieke schrijvers

Noem 4 voorbeelden van het werk van Erasmus in de optimistische periode tot 1516 waarin al zijn ideeën en vernieuwen weerklank leken te krijgen.

-Een modelcurriculum voor het onderwijs, gebaseerd op Quintillianus’ Institutia Oratoria
-Een uitgave van het Nieuwe Testament in het Grieks, gebaseerd op handschriften, met een nieuwe Latijnse vertaling met commentaar
-De bezorging van talloze edities van klassieke auteurs en kerkvaders
-Dit alles geschreven in een classicistisch maar toch volstrekt modern Latijn waarmee hij de klassieken weer volledig bij de tijd bracht


Hoe kwam het dat Erasmus na 1516 voortdurend in polemieken verwikkeld raakte en tenslotte moegestreden en teleurgesteld in 1536 overleed (2)?

-Zijn uitgave van het Nieuwe Testament (1516) stuitte op de rabiate oppositie van de conservatieve theologen
-Hij raakte in een enorme controverse verzeild nadat Luther in 1517 op het toneel verscheen

Waarin is Erasmus’ werk nog steeds actueel (3)?

-In zijn taal: de omvorming van het Latijn naar een levende en bruikbare taal
-In zijn idealen, met name die van pacifisme en tolerantie
-In zijn werk: de 'Lof der zotheid' dat nog steeds tot de wereldliteratuur behoort (het wordt beschouwd als één van de invloedrijkste werken van de westerse beschaving, maar ook als het boek dat de weg vrij maakte voor de reformatie)

Wat was het verschil tussen het humanisme in de tijd van Erasmus en dat in de 17eE?

-het 16e-eeuwse humanisme was sterk moreel geëngageerd
-het 17e-eeuwse humanisme was vooral literair en academisch van aard

Waardoor werden de snelle opkomst van de Leidse universiteit en daarmee de studie van de klassieken sterk bevorderd?

Door de economische en culturele bloei in de Republiek van de Zeven Provinciën

Noem 2 voorbeelden van intensieve receptie van het klassieke gedachtegoed in de literatuur van de renaissance

-Politica (1579) van Justus Lipsius, een invloedrijk staatkundig werk in de 16eE dat geheel samengesteld is uit citaten van Tacitus, is een goed voorbeeld van de enorme stimulans die de klassieke geschiedschrijving heeft betekend voor de ontwikkeling van het vroegmoderne politieke denken
-De levendige dialoog die beoefenaars van de letterkunde in deze cultuurperiode aangaan met de antieke schrijvers, is kenmerkend voor de actieve en directe receptie van de klassieke oudheid in artistieke en intellectuele uitingen

Hoe ontwikkelde de filologie zich in de Nederlanden?

-Tot het midden van de 17eE werkten geleerden die tekstedities bezorgden (Lipsius, Grotius, Heinsius) in de traditie van het renaissancehumanisme (filologie als instrument om intellectuele, maar ook morele en sociale ambities te realiseren)
-In de 2e helft van de 17eE kwam de puur wetenschappelijke filologie tot ontwikkeling (filologie louter als instrument voor de reconstructie en interpretatie van klassieke teksten)

Geleidelijk aan werd de volkstaal, in plaats van het Neolatijn, het medium voor hogere literaire kunst. Hoe ging dit in zijn werk (3)?

-per land op verschillende momenten en in verschillende tempo’s
-vaak in rechtstreekse wisselwerking met de Neolatijnse literatuur
-in samenhang met het uit de mode raken van het latijn als lingua franca ten gunste van het frans, in de loop van de 18eE

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo