De letterkunde van de Grieken en Romeinen - De Griekse en Romeinse letterkunde tijdens de keizertijd - De roman en andere nieuwe vormen
8 belangrijke vragen over De letterkunde van de Grieken en Romeinen - De Griekse en Romeinse letterkunde tijdens de keizertijd - De roman en andere nieuwe vormen
In de Romeinse periode wisten Griekse en Latijnse auteurs de literatuur te verrijken met enkele nieuwe genres. Welke (3)?
-De menippeïsche satire: een afwisseling van proza en poëzie met een ironische, half-serieuze strekking (genoemd naar de cynische wijsgeer Menippus van Gadara (310-255))
-De fabel: een korte vertelling waarin een levensles of een algemene waarheid wordt weergegeven, en dieren meestal als handelende personen optreden.
In de Romeinse periode verschijnen nieuwe elementen in de literatuur, welke
Wat is het belangrijkste thema in de antieke romans?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe kan men de antieke roman beschouwen en wat is een belangrijk thema
Welke klassieke romans zijn overgeleverd uit de Griekstalige en welke uit de Latijnse literatuur?
-Latijnstalig:
----Satyricon (Gaius Petronius Arbiter (Petronius) 27-66): avonturenroman
----Metamorphoses ((ook wel ‘De gouden Ezel’) Lucius Apuleius Madaurensis (Apuleius) 125-170): schelmenroman in ik-vorm over gedaanteverwisseling, doorschoten met korte novellen.
Noem enkele beroemde menippeïsche satiren (3).
-Satyricon van Petronius 927-66): met name in het deel Cena Trimalchionis waarin proza en poëzie, spot en ernst afgewisseld worden.
-Consolatio Philosophiae (Anisius Manlius Torquatus Severinus Boëthius (480-525), christelijk filosoof): het belangrijkste en invloedrijkste werk over het vroege Middeleeuwse Christendom, waarin proza afgewisseld wordt met poëzie.
Hoe ontwikkelde het genre van de fabel zich in de oudheid?
-In de Alexandrijnse tijd werden verzamelingen van fabels in proza aangelegd, ook wel Aesopeia (Aesopische fabels) genoemd, veelal toegeschreven aan Aesopos (620-560) maar zeker niet allemaal van zijn hand.
-Pas in de Romeinse keizertijd manifesteerde de fabel zich als zelfstandig literair genre (voorbeeld: Phaedrus (1eEnC) bewerkte de fabels van Aesopos en voerde daarmee de fabel in als genre in de Latijnse literatuur)
Naast de satire in versmaat kenden de Romeinen de, van oorsprong Grieks, menippeïsche satire, wat wordt hieronder verstaan
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden