Staatsinstellingen, bestuur en recht - Rome: koningstijd en republiek

30 belangrijke vragen over Staatsinstellingen, bestuur en recht - Rome: koningstijd en republiek

Wat valt op met betrekking tot het koningschap in Rome van 753-510 v.Chr.

- Geen van de koningen die worden genoemd, behoorde tot de groep van de patriciërs
- Geen van de zeven koningen die in literaire bronnen worden genoemd, werd onmiddellijk door zijn zoon opgevolgd; alleen buitenstaanders kwamen voor de functie in aanmerking?

Volgens overlevering werd Rome tussen 753 en 510 door 7 koningen geregeerd. Welke vraagtekens kan men daarbij plaatsen (3)?

-Wij weten weinig over de aard van het Romeinse koningschap
-De eerste koning, Romulus, heeft waarschijnlijk nooit bestaan, men denkt dat zijn naam is  afgeleid van de naam van de stad Rome.
-Een regeerperiode van 35 jaar per vorst lijkt veel te lang

Volgens de literaire traditie zou Rome tussen 753 en 510 v.Chr. door zeven koningen zijn geregeerd. Het is de vraag of deze traditie betrouwbaar is, waarom

  1. Volgens de meeste geleerden heeft Romulus, 1ste koning nooit bestaan
  2. Een gemiddelde regeringsperiode van 35 jaar lijkt veel te lang
  3. Wij weten vrijwel niets van het Romeinse koningschap
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke twee volksvergaderingen bestonden er in Rome al in de koningstijd?

- Comitia curiata
Deze volksvergadering was onderverdeeld in 30 groepen waarvan men lid werd door geboorte. Deze volksvergadering verloor echter spoedig aan belang.
- Comitia centuriata
Belangrijker dan de comitia curiata. Deze volksvergadering was oorspronkelijk niets meer en niets minder dan de vergadering van alle weerbare mannen. Volgens de overlevering zou de zesde koning van Rome, Servius Tullius, deze volksvergadering hebben georganiseerd op basis van vijf vermogensklassen die zelf weer waren onderverdeeld in 'stemgroepen' die elk één stem mochten uitbrengen.

Wij weten niet of deze koningen legeraanvoerder, rechter en wetgever of een religieuze figuur was of alle drie tegelijk. Wat valt wel op over deze eerste koningen

  • Geen van de genoemde koningen behoorde tot de Romeinse patriciërs (geboorteadel) die tot ver in de republikeinse tijd hoge ambten monopoliseerde
  • Geen van de zeven koningen werd door zijn zoon opgevolgd, hieruit kan men afleiden dat zij door de patriciërs gekozen werden en dat alleen buitenstaander voor de functie van koning in aanmerking kwamen. Een andere mogelijkheid is dat zij door een militaire coup aan de macht kwamen

Bij wie kwam de macht in Rome rond 510 v.Chr. te liggen?

Bij twee consuls die voor één jaar werden gekozen. Deze magistraten werden geadviseerd door een raad die de senaat werd genoemd.

Wat zou de reden kunnen zijn dat de koningen niet door hun zoon werden opgevolgd (2)?

-De patriciërs zouden alleen niet-patriciërs als de koningen hebben gekozen.
Óf:
-De koningen kwamen door een militaire coup aan de macht (vgl Griekse tyrannen)

Wel is bekend hoe het Romeinse staatsbestel in de koningstijd in elkaar zat, wat waren de 2 belangrijkste volksvergaderingen, welke functie hadden deze instituties en wie namen hierin deel

  1. Comitia curiata onderverdeeld in 30 groepen (curiae) lid werd men door geboorte. Deze vergadering verloor al spoedig aan belang maar bleef tot in de vroege keizertijd bestaan
  2. Comitia centuriata, oorspronkelijk vergadering van weerbare mannen. Onderverdeel in 5 vermogensklassen die weer waren onderverdeeld in stemgroepen die elk één stem mochten uitbrengen

Waaruit bestond de senaat in Rome?

Oorspronkelijk: Een door de consuls zelf samengesteld adviescollege
Later: Alle oud-magistraten

In de 6e eeuw bestonden er drie volksvergaderingen in Rome. Welke waren dat en wat was het verschil?

-De comitia curiata , onderverdeeld in 30 curiae  waarvan men bij geboorte lid werd. Deze vergadering verloor snel haar belang.
-De comitia centuriata, de vergadering van alle weerbare mannen. Opgericht door Servius Tullius, onderverdeeld in stemgroepen, toegewezen aan 5 vermogensklassen
-Het concilium plebis, volksraad van de republiek (509-27), lidmaatschap open voor burgers (niet-patriciërs) van Rome

In de Comitia Centuriata beschikten de 1ste en 2de vermogensklasse over 118 van de 193 stemmen waarom is dit typisch voor de Romeinse democratie

Alle burgers mochten stemmen maar niet iedere stem telde even zwaar

Wat is het concilium plebis?

De volksvergadering die zich als derde ontwikkelde. Deze bestond aanvankelijk uit 21 geledingen waarin burgers op grond van de ligging van hun woning in Rome of hun woonplaats elders stemden. Later groeide dit aantal tot 35. Verschillen in rijkdom speelden bij de concilium plebis geen rol.

Welke volksvergadering was het belangrijkste in het 6e eeuwse Rome?

-De comitia centuriata.
-De centuriae (stemgroepen) mochten elk 1 stem uitbrengen
-Na het vertrek van de koningen (510) werden in de comitia centuriata alle magistraten met imperium (militair gezag) gekozen
-Op voorstel van de magistraten konden in de comitia centuriata wetten worden aangenomen

Wat was de belangrijkste taak van de volkstribunen die vanaf 494 v.Chr. door de plebejers gekozen werden?

Het beschermen van het niet-adellijke deel van de bevolking tegen de willekeur van de magistraten.
Na jaren van politieke strijd kregen zij in 449 v.Chr. een belangrijk machtsmiddel dat zij voor dit doel konden gebruiken:: Vetorecht. Dit stelde hen in staat alle bestuurshandelingen en wetsvoorstellen die zij schadelijk achtten voor de belangen van de plebejers te blokkeren.

Welke typische Romeinse vorm van democratie komt naar voren uit de manier waarop de volksvergaderingen functioneerden?

-Alle burgers mochten stemmen, maar niet elke stem telde even zwaar.
-Het aantal centuriae (stemgroepen die elk 1 stem mochten uitbrengen) dat aan een vermogensklasse werd toegewezen, hield geen verband met het aantal burgers in die vermogensklasse (meer vermogen = meer stemmen).
-In de 5eE werden de kosten van de militaire expedities gelijkelijk over de centuriae omgeslagen (meer vermogen = meer betalen)

Op welke wijze werd Rome bestuurd na het verjagen van de laatste koning

  • 2 consuls kregen de macht en werden voor een jaar gekozen
  • Senaat, adviesorgaan van de magistraten, gevormd door oud-magistraten
  • Naast de bestaande volksvergaderingen ontwikkelde zich het concilium plebis (vergadering van de plebs) oorspronkelijk 21 geledingen gekozen door burgers van Rome op grond van de ligging van hun woning

Wanneer kwam er verandering in het ondergeschikte belang van het concilium plebis?

In 287 v.Chr.

Rond 510 werd de laatste koning verjaagd. Waar kwam toen de macht te liggen?

-Bij 2 consuls die steeds voor 1 jaar werden gekozen
-Deze nieuwe magistraten werden geadviseerd door een ‘Senaat’ (aanvankelijk een door de consuls zelf gekozen adviescollege, later bestaand uit alle oud-magistraten)
-De ‘Senaat’ had uiteindelijk de macht: senaatsadvies kon niet genegeerd worden

Wat is een cruciaal verschil tussen het concilium plebis en comitia centuriata wat betreft de stemprocedure

Verschillen in rijkdommen speelden bij de stemmingen van het concillium plebis geen rol

Hoe functioneerde het concilium plebis?

-Burgers behoorden tot één van 21 (later 35) geledingen (afhankelijk van de ligging van hun woning) waarin zij konden stemmen.
-Verschillen in rijkdom speelden bij de stemmingen geen rol
-Vanaf 494 kozen de plebejers in het comitium plebis een aantal eigen functionarissen (o.a. de ‘volkstribunen)
-Vanaf 287 won het concilium plebis aan belang, toen bepaald werd dat de aangenomen wetsvoorstellen voor de gehele burgerij zouden gelden.

Vanaf 494 v.Chr. kozen de plebejers in het concilium plebis een aantal eigen functionarissen, welke waren de belangrijkste en wat was hun functie

De volkstribunen:
  • voorzitter van de vergaderingen
  • beschermers van het niet-adellijke deel van de bevolking tegen de willekeur van de magistraten

Wat was de taak van de volkstribunen?

-Ze waren de voorzitters van de vergaderingen van het concilium plebis
-Belangrijkste taak: het beschermen van het niet-adellijke deel van de bevolking tegen de willekeur van de magistraten
-Hun veiligheid was door middel van een eed gegarandeerd
-In 449 verwierven zij een vetorecht om bestuurshandelingen en wetsvoorstellen die zij voor de plebejers nadelig achtten, te kunnen blokkeren.

Vanaf de late 5e eeuw nam het oude onderscheid tussen patriciërs en plebejers af. Wat gebeurde er?

-De patriciërs moesten langzamerhand hun monopolie op hoge bestuursfuncties opgeven
-Eindpunt van deze ontwikkeling: toelating van plebejers tot het consulaat (367 vC)
-Er ontstond een nieuwe politieke elite van patriciërs en rijke plebejers ( de nobiles)
-Hierdoor gingen de politieke belangen van volkstribunen en senatoren parallel lopen.
-Uitzondering: de landverdelingswet uit 232 waarin bepaalde stukken staatsland verdeeld werden onder arme burgers.

Tot 287 v.Chr. bleef het concilium plebis van ondergeschikt belang, wat veranderde in dit jaar

Alle wetten die door deze volksvergadering werden aangenomen golden voor alle burgers van Rome

Het jaar 133 vCwordt gezien als een cruciaal keerpunt in de staatkundige geschiedenis van de Romeinse republiek: . Wat gebeurde er?

-Voor het eerst gebruikte een volkstribuun de wetgevende kaders van het concilium plebis om systematisch buiten de kaders van senaat en comitia centuriata politiek te bedrijven.
-Tiberius Gracchus (162-133) lanceerde een landverdelingswet via het concilium plebis waarin bepaald werd dat niemand meer dan 125 hectare staatsland mocht bezitten.
-Het kostte hem zijn leven omdat hij zich met de staatsfinanciën bemoeide om zijn plannen te financieren, én zich opnieuw tot volkstribuun liet verkiezen, waardoor men bang was dat hij de monarchie wilde herstellen.

Na 133 vC was in Rome de geest uit de fles. Wat gebeurde er?

Volkstribunen en generaals vonden gaven elkaar onderling steun:
--de generaals gaven de volkstribunen rugdekking
--de volkstribunen bezorgden de generaals (via het concilium plebis) belangrijke militaire commando’s
--de volkstribunen zorgden voor een gunstige landverdeling voor de teruggekeerde veteranen

Na 367 v.Chr. ontstaat een nieuwe politieke elite van patriciërs en rijke plebejers aangeduid met de term nobiles. Wat was een rechtstreeks gevolg van deze ontwikkeling

De volkstribunen hadden er geen enkel belang meer bij om de consuls of de senaat dwars te zitten

Welke belangrijke generaals kregen op deze manier steun van het concilium plebis?

-Julius Ceasar (100-44) in 59vC
-Marcus Antonius, Marcus Lepidus en Gaius Octavianus (44vC, in een collectieve dictatuur)

Een cruciaal keerpunt in de politieke en staatkundige geschiedenis van Rome vindt plaats in 133 v.Chr. Welke wet lanceert volkstribuun Tiberius Gracchus via het concilium plebis

Een landverdelingswet die bepaald dat niemand meer dan 125 hectare staatsland mag bezitten. Alle grond boven dit maximum zou aan de bezitters worden ontnomen en verdeeld onder de arme burgers.

Waarom geldt het jaar 27 vC als het eindjaar van de republiek en het begin van de keizertijd?

-Gaius Octavianus (63 vC-14 nC) herstelde in 31 de republiek na een burgeroorlog (Octavianus vs. Marcus Antonius) maar behield de feitelijke macht
-Hij kreeg in 27 de eretitel Augustus (de verhevene)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo