De mediterrane leefwereld - Stad en Ommeland: beeldvorming en realiteit - het karakter van antieke steden

15 belangrijke vragen over De mediterrane leefwereld - Stad en Ommeland: beeldvorming en realiteit - het karakter van antieke steden

Wanneer was in de oudheid een nederzetting een 'stad'?

1. Concentratie en dichtheid van bewoning natuurlijk, maar ook:
2. Stadsmuren! (niet puur defensief handig, maar ook symbolisch)
3. Merendeel van de stedelijke bevolking woonden buiten de stadsmuren, maar op zo'n kleine afstand van de stad dat het wel haar bescherming genoot. (Agro-Towns!) Politieke gemeenschap waren zowel de mensen in de stad als de mensen binnen een kleine actieradius ván de stad.

Wanneer noemt men een nederzetting een stad

Concentratie en dichtheid van bewoning speelde een belangrijke rol, uitzonderingen daargelaten

Al in de oudheid was er al discussie over wat nu eigenlijk een stad kenmerkte. Waarom bleek (en blijkt) de definitie van een 'stad'moeilijk te geven?

---Er bestaan voorbeelden van uitgestrekte nederzettingen met sociale structuren die wij met een dorp associëren, en van Romeinse 'steden' met een  zeer klein oppervlak.
---In veel steden was er aanzienlijke suburbane bebouwing (bebouwing buiten de muren) en/of landbouwgrond binnen de muren, waardoor de overgang van stedelijk naar ruraal gebied zeer geleidelijk verliep
---In sommige streken lagen veel ommuurde nederzettingen dicht bij elkaar (zgn. agro-towns ter bescherming van de boeren) met belangrijke sociaal-economische implicaties tot gevolg
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het belang van stadsmuren in de klassieke oudheid

  • Muur geeft aan dat een nederzetting een stad is (Romulus en Remus)
  • Rituele en religieuze grens
  • Defensie, bescherming van de bewoners

Wat houdt het 'consumer-city' debat in?

Het gaat om een langdurige discussie over de mate waarin antieke steden afhankelijk waren van de productie in het achterland.

Wat zijn de haken en ogen van het 'consumer city' debat?

-In het traditionele polismodel beslaat de politieke gemeenschap zowel stad  (astu)  als platteland / achterland (chora). Iedere scheiding hiervan om ze in te passen in een modern debat is tot op zekere hoogte anachronistisch.
- er waren in de klassieke wereld ook (niet-urbane) nederzettingsvormen gebaseerd op dorpen of gehuchten en losse boerderijen in gebieden waar deze effectiever bleken (bijv. in bergachtige streken) (ethnos, touto, civitas/populus).
-In deze samenlevingen was het aandeel van de rurale bevolking veel hoger dan bij de polis waar ruwweg 2/3 van de bevolking buiten de muren geleefd moet hebben.

Al in de oudheid was er een discussie gaande over wat een stad kenmerkte, zo betwist de geograaf Strabo (1ste eeuw v. Chr.) de claim dat Iberisch schiereiland duizend steden kent.
De ruimtelijke verspreiding van steden kon per regio verschillen. In de hak van Italië lagen in de klassieke periode veel ommuurde nederzettingen relatief dicht bij elkaar, welke voordelen had dit met name voor de boeren in dit gebied.

De boeren konden vanwege de korte afstand tussen de stad en het akkerland binnen de muren van de stad wonen en dit bood extra bescherming.

Hoe kan de overgang van stedelijk naar ruraal het beste omschreven worden?

Geleidelijk

De variëteit en complexiteit van verschillende typen nederzettingen en de politieke organisatievormen waarvan zij deel uitmaakten, is groot. Welke constanten kan men toch onderscheiden?

-het merendeel van de bevolking leefde op het platteland
-de band tussen stad en achterland was zowel sociaaleconomisch als cultureel zeer nauw.
-de overgang tussen urbane en rurale gebieden, en het contrast ertussen, was veel geleidelijker dan in kunst en literatuur werd voorgesteld.

Waaruit bestonden de economische activiteiten van de stad en haar omgeving

  • De meeste steden waren sterk afhankelijk van het achterland voor hun voedselvoorziening
  • De ambachtelijke productie was gering

Waaruit bestonden de politieke en sociale structuren

Een gemeenschap van burgers die lid waren van de stadstaat onafhankelijk waar men leefde, dus platteland en stad

Op basis van de grootte van de territoria en schriftelijke bronnen heeft men kunnen schatten wat de urbanisatiegraad in antieke gemeenschappen was. Wat is volgens deze berekeningen de verhouding in aantallen tussen stad en platteland

2/3 woonde buiten de stadsmuren

Het aandeel van de rurale bevolking was nog hoger in andere samenlevingsvormen van de klassieke wereld, welke politieke systemen bestonden naast het polismodel

  • Bergachtige regio's waar nederzettingssystemen gebaseerd waren op dorpen of gehuchten en losse boerderijen, ethnos (meervoud ethnê)
  • Centrale rol van de stad wordt ingenomen door een heiligdom

Welke variaties in politieke structuur kent men in systemen

  • Gedecentraliseerd federale systemen
  • Staten met centraal gezag dat niet aan een stad verbonden was

Verschillende ethnê en poleis konden zich verenigen in een overkoepelende bond (koinon). In het verleden is aangenomen dat deze zich ontwikkelden tot urbane samenlevingen. Waaruit blijkt dat dit ontwikkelingsmodel onhoudbaar is

Deze politieke systemen konden goed en langdurig naast urbane gebieden bestaan en sommigen ontstonden zelfs later

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo