Samenvatting: Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting | 9789013171853 | A J M Arends
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cursus belastingrecht Inkomstenbelasting | 9789013171853 | Mr. A.J.M. Arends
-
3 Heffingsgrondslag werk en woning
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de drie kenmerken van een bron van inkomen volgens jurisprudentie?
- De belastingplichtige moet deelnemen aan het economisch verkeer
- Hij moet het oogmerk hebben om voordeel te behalen(het subjectieve element)
- Het voordeel moet bovendien redelijkerwijs te verwachten zijn(het objectieve elemen)
- De belastingplichtige moet deelnemen aan het economisch verkeer
-
HR 14 januari 1981 Staatscommissie-arrest
Ook de vergoeding die je als staatscommissielid ontvangt terwijl je voorhand geen voordeel beoogde is een bron van inkomen. -
Kunstschilderesarrest HR 1 december 1954
Kunstschilderes kon haar verlies niet in aanmerking nemen gezien zij niet voldoende naam had gemaakt dat zij redelijkerwijs kon verwachten om op den duur winst te behalen. -
Paardenfokkerij-arrest HR 15 juni 2012
Onvoldoende deskundig, geen bedrijfsplan gemaakt en de resultaten jaar in jaar uit negatief waren. Dus geen bron van inkomen en de verliezen konden niet in aanmerking worden genomen. -
Piramidespelarresten(HR 1 februari 2002)
Voor actieve deelnemers(managers etc) is sprake van bron van inkomen, doorgaans een onderneming. Belastingheffing vindt plaats over het verschil tussen inleg en opbrengsten.
Voor gewone deelnemers aan een piramidespel is volges HR geen sprake van een bron van inkomen, omdat redelijkerwijs geen voordeel kan worden verwacht van de door een deelnemer te verrichten werkzaamheden. -
Hof Arnhem 4 september 2012 Herballife producten
Belanghebbende geeft aan dat sprake is van speculatie en daarom aanzienlijke positieve resultaten onbelast bleven. Het hof oordeelde dat de positieve resultaten zijn veroorzaakt door aanzienlijke inspanningen van belanghebbenden. Bij een ander uitspraak van de rechtbank over herballife producten oordeelde rechter daarentegen ten aanzien van een niet succesvolle deelnemer dat geen sprake was van een bron van inkomen. -
3.1 Fiscale ondernemerschap
Dit is een preview. Er zijn 69 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de criteria waaraan een activiteit moet voldoen om als een fiscale onderneming te worden beschouwd volgens de Wet IB 2001?
Om alsfiscale onderneming te worden beschouwd volgens deWet IB 2001 , moet een activiteit voldoen aan de volgende criteria:
1) Er moet sprake zijn vandeelname aan heteconomische verkeer .
2) Het doel is hetbehalen vanwinst .
3) Er moet sprake zijn vanzelfstandigheid , waarbij deondernemer risico's neemt enbeslissingen neemt.
4) De activiteit moetduurzaam zijn, dat wil zeggen dat deze naar verwachting voor langere tijd wordtvoortgezet . -
Welke fiscale voordelen genieten fiscale ondernemers ten opzichte van niet-ondernemers?
Fiscale ondernemers genieten verschillende voordelen ten opzichte vanniet-ondernemers , waaronder:
a. Mogelijkheid tot hetaftrekken vanzakelijke kosten.
b. Toepassing van verschillende fiscaleregelingen enfaciliteiten , zoals dezelfstandigenaftrek en deMKB-winstvrijstelling .c . Mogelijkheid tot het vormen van een fiscaleoudedagsreserve .
d.Flexibiliteit in de wijze vanbelastingheffing , zoals het kunnen kiezen tussen deinkomstenbelasting of devennootschapsbelasting . -
Hoe omschrijft Essers het begrip 'objectieve onderneming' aan de hand van de jurisprudentie van de HR.
Zelfstandige duurzaam bedoelde activiteiten gericht op een risicodragende deelneming aan het economische verkeer. -
Hoe onderscheid je winst uit onderneming en dienstbetrekking?
In theorie is het onderscheid ondernemer of werknemer niet moeilijk. Een ondernemer is zelfstandig: bij een dienstbetrekking is sprake van ondergeschiktheid aan een ander(art.7:610 lid 1 BW).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden