Samenvatting: Cursus Inkomstenbelasting + Sheets Leidenuniv | Sillevis, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cursus Inkomstenbelasting + Sheets Leidenuniv | Sillevis, Kempen en van Westen
-
1 Inleiding
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke twee boxen kennen een vast tarief? Hoe hoog zijn deze tarieven respectievelijk?
Box 2 en box 3. 25% en 30% (art. 2.12 jo. 2.13 IB). -
Wat wordt in de parlementaire geschiedenis genoemd als grondslag voor de Inkomstenbelasting? Geef een definitie van deze grondslag (p. 1).
Draagkrachtbeginsel. Het opofferen van een gelijk relatief nutsoffer. -
Noem de drie fiscaal transparante personenvennootschappen (p. 7).
Maatschap, VOF en gesloten CV. -
Belastinginspecteur Jansen meent dat 'malle' Fredje zijn eigen woning in box 1 én in box 3 had moeten aangeven. Heeft Jansen gelijk?
Nee. Rangorderegeling ex art. 2.14-1 IB. -
Het box 1-tarief over het belastbaar inkomen uit werk en woning bedraagt in de eerste schijf tot € 18 628 1,85%. Fred hoort dit en maakt navenant dat bedrag over. Heeft hij nu alle heffingen betaald? Zo niet, wat niet?
Nee, hij moet zijn premie volksverzekeringen nog betalen (€ 2468). -
Jopie is drugsbaron. Hij accepteert steekpenningen, heelt en pleegt roofovervallen. Hij meent dat hij geen inkomsten hoeft op te geven op zijn aangifte, aangezien het om misdrijven gaat. Heeft hij gelijk? Hoe wordt dit genoemd (p. 9)?
Nee. Fiscale neutraliteit. -
Noem de onderdelen van het verzamelinkomen en het bijbehorende definiërende artikel.
(a) Inkomen uit werk en woning; (b) inkomen uit aanmerkelijk belang en (c) inkomen uit sparen en beleggen. Art. 2.18 IB. -
Gemeenschappelijke inkomensbestanddelen kunnen in een fiscaal partnerschap vrijelijk aan elkaar worden toegerekend. Noem de zgn. gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en het toepasselijke artikel.
(a) Belastbare inkomsten uit eigen woning; (b) Inkomen uit aanmerkelijk belang; (c) De persoonsgebonden aftrek (art. 2.17-5 IB) én inkomen uit sparen en beleggen (lid 2) -
Welke voorheffingen kunnen met de te heffen IB worden verrekend? Wat kan ook worden verrekend?
Loonbelasting, dividendbelasting, kansspelbelasting (art. 9.2 IB). Voorlopige aanslagen. -
Welke soorten verliesverrekening bestaan er in de IB? Geef aan wat het verschil is. Kunnen verliezen van de ene box naar de andere box worden overgeheveld? Is dat altijd zo?
Horizontale verliesverrekening: verliezen binnen de box uit een bepaalde permanente bron van inkomen; verticale verliesverrekening: verliezen compenseren op positieve resultaten uit de box in andere jaren (art. 3.150 IB). Er is in principe geen verliesverrekening tussen de boxen mogelijk. Uitzondering: de belastingkorting bij A.B.-verlies.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden