Modellen, designs en onderzoeksvragen - Steekproefverdeling (k6)

8 belangrijke vragen over Modellen, designs en onderzoeksvragen - Steekproefverdeling (k6)

Leg uit wat een centrale limietstelling is

Voor alle (behalve uitzonderlijke kleine) steekproeven geldt dat de steekproevenverdeling van het gemiddelde normaal is verdeeld. Dit fenomeen heet de centrale limietstelling.

2.3 Steekproevenverdeling (k6)

Welke maten kunnen worden uitgerekend met de steekproevenverdeling?

Elke maat die uitgerekend kan worden op basis van een datareeks die met een steekproef is verkregen (gemiddelde, sd, spistheid, scheefheid, mediaan, modus, variantie, variatie, dip test, IQR) heeft een theoretische steekproevenverdeling

Omgekeerd

Als we een willekeurige steekproef nemen, komt het steekproefgemiddelde eigenlijk uit een theoretische steekproevenverdeling met alle mogelijke gemiddelden die we kunnen vinden. Ook de standaarddeviatie in een steekproef komt uit een steekproevenverdeling van alle mogelijke sd

2.3 Steekproevenverdeling (k6)

Met de steekproevenverdeling van het gemiddelde is iets bijzonders aan de hand? Wat is dat? Hoe heet dit fenomeen? Wat wordt er uit dit fenomeen opgemerkt?

  • Een universele wetmatigheid; de steekproevenverdeling van het gemiddelde is altijd normaal verdeeld
  • De centrale limietstelling
  • De centrale limietstelling stelt dat als een steekproef maar groot genoeg is , de stekproevenverdeling van het gemiddelde normaal is verdeeld
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Bedenk een voorbeeld van een verdeling die uitzonderlijk spits of juist uitzonderlijk afgeplat is.

De verdeling van de mening die mensen hebben over onderwerpen waar de meeste mensen geen mening over hebben, is uitzonderlijk spits. De meeste mensen scoren dan 00 (‘neutraal’), en slechts enkele mensen zullen ergens tegen (<0<0) of voor (>0>0) zijn.

Waarom wordt de steekproevenverdeling smaller naarmate de steekproef groter wordt.

Bij een steekproef van één persoon is de steekproevenverdeling gelijk aan de populatieverdeling, maar naarmate een steekproef groeit en er dus meer datapunten worden gemiddeld wordt de kans op extreme gemiddelden steeds kleiner. Je kunt de oudste persoon van Nederland ten slotte maar één keer in je steekproef hebben. Dus, naarmate een steekproef groter is, is de bijbehorende steekproevenverdeling smaller.

Bedenk een voorbeeld van een verdeling die uitzonderlijk scheef is.

De verdeling intentie om veelvoorkomend gedrag uit te voeren is heel linksscheef. Als bijvoorbeeld wordt gevraagd naar de intentie om ergens in de komende vijf jaar op vakantie te gaan, zullen veruit de meeste mensen de hoogste intentie rapporteren (bijvoorbeeld 77), terwijl bijna niemand de laagste intentie (bijvoorbeeld 11) zal rapporteren.

Wanneer is het gemiddelde van de steekproevenverdeling normaal verdeeld.

Het lijkt er  op dat bij acceptabele steekproefgrootten (steekproeven zijn zelden kleiner dan 100), de steekproevenverdeling van het gemiddelde altijd normaal is verdeeld, tenzij de populatieverdeling extreem afwijkt van normaliteit. Dit betekent dat dus in bijna alle gevallen bekend is wat de verdelingsvorm is van de verdeling waar het steekproefgemiddelde uit komt. Bovendien is de spreiding van die verdeling ook nog eens bekend.

Wanneer gebruik je een crosse-sectionele of observationele design?

Die kies je als de vraag of twee variabelen met elkaar samenhangen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo