Modellen, designs en onderzoeksvragen - Meetniveaus en frequenties (k1 + c1)
11 belangrijke vragen over Modellen, designs en onderzoeksvragen - Meetniveaus en frequenties (k1 + c1)
Welke twee soorten meetniveaus zijn er?
2. Continu variabelen: ze liggen op een ononderbroken schaal, en kunnen in de populatie oneindig veel waarden aannemen
Hoe kunnen de verschillende categorieen meetniveaus worden samengevat?
- Continue variabelen:
- Interval (niet relevant);
- Ratio (niet relevant);
- Categorische of discrete variabelen:
- Nominaal (categorieen kunnen niet geordend worden);
- Ordinaal (categorieen kunnen wel geordend worden, maar de afstand tussen de categorieen is niet bekend);
- Dichotome variabelen: ook nominaal of ordinaal, worden vaak onder de categorische variabelen gerekend.
Categorische variabelen bestaat uit 3 meetniveaus. Welke drie zijn dit?
Nominaal: wel te benoemen, niet te oordelen bijvoorbeeld haarkleur
Ordinaal: wel te ordenen, niet te meten. Bijvoorbeeld opleidingsniveau.
Dichotoom of binair: Twee mogelijke waarden. Bijvoorbeeld geslacht. (scale in SPSS)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Continu operationalisaties bestaat uit twee meetniveaus. Welke twee zijn dit?
Welke beschrijvingsmaten zijn nog beschikbaar voor categorische variabelen?
Leg uit waarom meetniveaus meestal een keuze van de onderzoeker zijn.
Het kiezen voor een ordinaal of nominaal meetniveau wanneer een variabele op interval of ratio-meetniveau kan worden gemeten kan om vier redenen schadelijk zijn. Wat zijn de vier redenen?
2. De meeste variabelen zijn feitelijk continu. Categorische operationalisaties zijn meestal niet valide.
3. Het is altijd mogelijk om van een continue variabele terug te gaan naar een lager meetniveau.
4. Groepen mensen bestaan vaak niet uit duidelijk te onderscheiden groepen. Indeling in categorieën zorgt voor vertekening van de werkelijkheid.
Wat is een variabele; hoe verhoudt die zich tot een operationalisatie; en welke rol spelen meetniveau's hierbij?
Wat wordt er bedoelt met een getransporteerde frequentietabel?
Waarom is het niet praktisch om een frequentietabel te gebruiken voor continu variabelen?
Wat is het verschil tussen een histogram en een staafdiagram?
Een staafdiagram heeft geen waarde op de x-as zodat je daar de categorieën kwijt kunt (geslachtà 6 man, vijf vrouw)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden