Bivariate analyse - Structurele modellen (k7)

7 belangrijke vragen over Bivariate analyse - Structurele modellen (k7)

Welke leerdoelen zijn er voor data en meetniveaus?

  • uitleggen wat meetniveaus zijn
  • opnoemen welke meetniveaus worden onderscheiden
  • uitleggen waarom hogere meetniveaus de voorkeur verdienen boven lagere meetniveaus.

Welke leerdoelen zijn er voor beschrijvingsmaten?

  • uitleggen wat beschrijvingsmaten zijn
  • uitleggen waar centrummaten voor gebruikt worden
  • drie veelgebruikte centrummaten opnoemen en uitleggen wanneer elk gebruikt wordt
  • uitleggen hoe deze centrummaten berekend worden 1
  • uitleggen wat uitschieters zijn en welk effect ze hebben
  • uitleggen waar spreidingsmaten voor gebruikt worden
  • vier veelgebruikte spreidingsmaten opnoemen en uitleggen wanneer elk gebruikt wordt
  • uitleggen hoe deze spreidingsmaten berekend worden 1
  • beschrijven wat vrijheidsgraden zijn
  • uitleggen hoe categorische variabelen beschreven kunnen worden
  • beschrijven wat frequentieverdelingen zijn.

Leg uit hoe meetmodellen zich tot structurele/conceptuele modellen verhouden

Meetmodellen, representeren de operationalisaties van variabelen. Meetmodellen illustreren dus de meetinstrumenten en manipulaties in een studie. Structurele (of conceptuele) modellen representeren de verbanden tussen die variabelen, die worden geanalyseerd.


herkennen of een model een meetmodel is of een structueel/conceptueel model. zie hierboven. LET OP: pijl betekent  “beinvloedt” bij een structureel model
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke leerdoelen zijn er voor verdelingsvormen en maten?

  • uitleggen wat verdelingsvormen zijn
  • opnoemen welke verdelingsmaten er zijn
  • uitleggen wat elke verdelingsmaat voorstelt
  • beschrijven wat de normale verdeling is
  • beschrijven wat z-scores zijn
  • beschrijven wat histogrammen zijn
  • beschrijven wat density plots zijn
  • beschrijven wat Q-Q-plots zijn
  • beschrijven wat boxplots zijn.
  • beschrijven wat staafdiagrammen zijn.

Een pijltje representeert invloed: een effect van een variabele op een andere variabele. Hoe wordt dit genoemd?

Causaal verband.

Als een pijltje tussen twee variabelen twee pijlpunten heeft (en dus bidirectioneel is) geeft dit aan dat er een verband tussen de twee variabelen is, maar dat niet bekend of dat komt omdat ze elkaar beïnvloeden of niet. Als een pijltje maar één pijlpunt heeft, geeft deze wel aan dat de ene variabele de andere beïnvloedt: er wordt dan gesproken over een causaal verband.

Welke leerdoelen zijn er voor de steekproevenverdelingen en betrouwbaarheidsintervallen?

  • uitleggen wat steekproevenverdelingen zijn
  • beschrijven dat elke beschrijvingsmaat afkomstig is uit een steekproevenverdeling
  • uitleggen wat de centrale limietstelling is
  • uitleggen waarom de steekproevenverdeling voor het gemiddelde bijna altijd normaal verdeeld is
  • beschrijven wat de standaardfout is
  • beschrijven wat betrouwbaarheidsintervallen zijn
  • beschrijven wat puntschattingen zijn.

Een causaal verband kan niet zomaar worden onderzocht met een vragenlijst. Hoe kan dit wel onderzocht worden?

Hiervoor is een experimenteel design nodig

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo