Samenvatting: Cursus Relatiecoach

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van cursus relatiecoach

• 1 Therapeutische grondhouding

• 1.1 Inleiding

• Wat is het verschil tussen oordelen en veroordelen in therapeutische zin?

  Je mag als therapeut oordelen over wat wel en niet helpt met betrekking tot het probleem van de cliënt. Veroordelen houdt echter een waardeoordeel in over een persoon.

• 1.2 Therapeutische grondhouding hulpverlener

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een definitie van hulpverlenen?

  Hulpverlenen is een proces waarbij een hulpverlener op een transparante en met de cliënt vooraf overeengekomen wijze zoveel mogelijk professionele methoden toepast om de emotionele problemen en/of gedragsproblemen van de cliënt zo goed mogelijk systematisch, duurzaam en relevant te reduceren.

• 1.3 Non-directieve of directieve houding

• Wat is het verschil tussen de non-directieve en de directieve houding van de hulpverlener?

  De non-directieve houding, zoals in de psychoanalyse of de client-centered therapie, geeft geen richting, richtlijnen of adviezen. De directieve houding, zoals in de cognitieve gedragstherapie, doet dat wel. De cliënt moet zelf zoeken en tot keuzes komen, maar de therapeut geeft aan waar de cliënt moet zoeken.

• 1.6 hulpverlener-cliëntrelatie

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
  Laat hier meer flashcards zien

• Op welke wijze helpt de Roos van Leary je om je inzicht te geven in  je eigen positie ten opzichte van de cliënt?  

  Timothy Leary ontdekte dat twee variabelen altijd een rol spelen in sociale relaties:

  - Machtspositie - de machtspositie van de hulpverlener kan hoger of lager zijn dan die van de cliënt. 

  - Mate van afstand - de hulpverlener kan heel dicht bij de cliënt staan of er juist heel ver van af.

  Leary voegde beide variabelen samen in één assenstelsel. Er bestaan vier typische posities die de cliënt of hulpverlener kan innemen binnen de Roos van Leary:

  1. Nabijheid/ hogere machtspositie

  2. Nabijheid/ lagere machtspositie

  3. Afstand/ hogere machtspositie

  4. Afstand/ lagere machtspositie

• Welke positie nemen coaches in op de roos van Leary?

  Omdat de cliënten feitelijk helemaal zelf verantwoordelijk zijn voor hun veranderingsproces, nemen coaches doorgaans een gelijke machtspositie in ten aanzien van de cliënt. Met afstand en nabijheid kan de coach wel variëren.

• 2 Professioneel coachen

• 2.2 Definitie coaching

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Geef een gangbare definitie van coaching

  Coaching is een opbouwende gelijkwaardige manier van gespreksvoering waarbij de gecoachte zelf verantwoordelijkheid draagt voor de ontwikkeling van in potentie aanwezige competenties. Dit proces voltrekt zich door het opsporen en wegnemen van weerstand en door het bewust worden van al aanwezige kennis, vaardigheden en talenten.

• 2.4 De coach is geen expert

• Waaruit blijkt dat een coach geen expert is in het leven van andere mensen?

  De coach helpt mensen hun eigen antwoord te formuleren, gebaseerd op hun eigen expertises. De coach wil veel meer blootleggen wat er al is dan vertellen hoe de ander het zou moeten doen.

• 2.6 Uitgangspunten NOBCO

• Welke algemene ethische uitgangspunten hanteert de NOBCO?

  1. Respect

  2. Integriteit

  3. Verantwoordelijkheid

  4. Professionaliteit

• 2.7 Het coachingsproces

• Welke zes fasen kunnen worden onderscheiden in het coachingsproces?

  1. Intakegesprek

  2. Matchen

  3. Overeenkomst

  4. Coachingssessies

  5. Evaluatie

  6. Follow-up

• 2.7.1 Fase 1: intakegesprek

• Wat is van belang bij het intakegesprek?

  1. Zo helder mogelijk proberen de hulp-, coach- of leervraag te achterhalen;

  2. Een voorlopig stappenplan formuleren;

  3. Vertellen over je manier van werken en wat je van de cliënt verwacht (openheid, reflectievermogen, huiswerkopdrachten, afspraken nakomen);

  4. Is er een match? Ben jij de juiste persoon om deze cliënt te coachen?