Samenvatting: Cursusboek Scheikunde Voor Milieuwetenschappen 1

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cursusboek Scheikunde voor Milieuwetenschappen 1

• 1 Atoombouw en periodiek systeem

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarmee komen de lijnen in een atoomspectrum overeen? Wat is een spectrum?

  Spectrum is een reeks van kleuren of golffrequenties. De lijnen komen overeen met de elektronenovergangen van het ene orbitaal naar het andere. De overgangen zijn karakteristiek voor de atoomsoort.

• Hoe worden de deeltjes in de kern bijeengehouden?

  Door de sterke kernkrachten, de nucleaire bindingsenergie. De neutronen zorgen voor binding van de positieve protonen.

• Hoe worden de orbitalen beschreven in kwantummechanisch atoommodel?

  Beschrijven met drie kwantumgetallen; hoofdkwantumgetal n, nevenkwantumgetal l, magnetisch baankwantumgetal ml. Het nevenkwantumgetal wordt ook aangeduid met s, p, d, f. 
  Tevens beschrijving van kwantumtoestand van elektron, de spin ms. 

• Wat is van belang voor het opschrijven van de elektronenconfiguraties?

  De energievolgorde van de orbitalen is van belang. Opvulling gebeurt zodanig dat dat de laagste energie resulteert. Daarnaast gelden Pauli-principe en de regel van Hund.

• Hoe zijn elementen tot en met ijzer in het heelal ontstaan?

  Door kernreacties. In de ster, onder hoge druk en hoge temperatuur konden uit waterstof en helium de elementen tot en met ijzer gevormd worden.

• Hoe konden elementen met een hogere massa dan ijzer in het heelal ontstaan? Wat is het zwaarste element dat op aarde natuurlijk voorkomt?

  Door neutroneninvangst. Zwaarste element is uranium.

• 1.1.1 Atoommodel van Rutherford

• Rutherford leidde uit experiment met 'alfadeeltjes op goudfolie' af dat atomen een inwendige structuur bezitten. Welke?

  Atomen bestaan uit een zeer dichte kern (waar alfadeeltjes op afketsten) met een ijle wolk van elektronenwolk erom heen. Rutherford ging ervan uit dat elektronen in baan rond de kern cirkelden.

• Op welke problemen stuitte de atoomstructuur van Rutherford?

  Volgens de elektromagnetische theorie van Maxwel, zouden de  elektronen, gezien als negatief geladen bolletjes, op de positieve kern moeten vallen. Atomen daarom niet stabiel.

• 1.2 Atoommodel van Bohr

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom gaat het 'schillenmodel' van Bohr niet op voor elementen met meer dan 1 elektron? (uit studietaak).

  In een atoom met 1 elektron gaat het model van Bohr goed op, omdat er geen wisselwerking is tussen elektronen onderling. Bij atomen met meer dan 1 elektron zullen de elektronen elkaar beïnvloeden, waardoor ook de plaats van de energieniveaus verandert. Deze is niet meer alleen afhankelijk van het hoofdkwantumgetal n.

• 1.3 Het Kwantummechanisch atoommodel

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• In het kwantummechanische atoommodel zijn de 3d-orbitalen ontaard wat betreft energie. Wat wordt hiermee bedoeld? (studietaak)

  Er zijn vijf verschillende 3d-orbitalen. Ontaard wil zeggen dat elektronen die zich in verschillende 3d-orbitalen bevinden dezelfde energie hebben! (5 orbitalen. hoofdkwantumgetal n=3, nevenkwantumgetal l=2, magnetisch baankwantumgetal ml =2 en 1 en 0 en -1 en -2).